DICKENSIAANSE BRIC A BRAC De Dordtse ambivalentie over "Chatham" In zijn boeiende topografische verkenningen van Rochester/Chatham maakt Guus de Landtsheer melding van "The Medway Disaster", bij ons bekend als "de tocht naar Chatham". Een voor de Engelsen, en zeker voor Dickens vanwege diens betrokkenheid bij de regio èn maritieme afkomst (Portsmouth), uiterst pijnlijk gebeuren. Het is dan ook met enige gêne dat Guus dit hoogtepunt uit onze geschiedenis bij ons in gedachten brengt, zich er zelfs van distancieert, aldus: "Ten eerste heeft het niets met Dickens te maken en ten tweede houden wij niet van geweld en ten derde blijven wij een bescheiden volkje". Wat mij van deze trits van weinig overtuigende excuses opvalt is dat Guus geheel in strijd met de geproclameerde nederigheid wij als "bescheiden volkje") zijn verhaal illustreert met een tweetal grafische voorstellingen, vol van kruitdamp. Wij zien Hollands glorie op zijn best, vurend uit de monden van ons gevreesd scheepsgeschut. Kortom, Holland rules the waves, daar op de Medway. Hoe deze merkwaardige gespletenheid te verklaren van: - enerzijds afkeer van geweld bij ons "bescheiden volkje"; - anderzijds, de op de prenten verbeelde kanonnades, uitgevoerd met "stalen vuist en rappe hand, zo is het volk van Nederland"(Jan Pieter Heije). Het antwoord is Dordrecht, alwaar enige prominente Dickensians, waar onder Guus, woonachtig zijn, zijnde ook de thuisbasis van Johan de Witt. Dit behoeft uiteraard toelichting. Maritieme deskundigen hebben onlangs vastgesteld, dat niet Michiel de Ruyter van Vlissingen maar Johan de Witt van Dordt de inspirator was van de operatie Chatham. Sterker, tot in details door de Witt werd geregeld; zo ondernam deze zelfs persoonlijk metingen van de diepten van de Thames ter hoogte van Kettingen. (De Ruyter was slechts als vlootvoogd in ruste present, om het gebeuren als het ware op te tuigen.. De vlag die de lading van De Witt moest dekken) Onze Dordtse Dickensians hebben, als historici, weet van deze achtergrond, en zullen trots zijn op de betoonde heldenmoed van hun stad, via een illustere stadsgenoot. Echter, hoe frustrerend voor notabene de Engelsman, die ze boven allen vereren, inderdaad Charles Dickens. Hier wringt de schoen. Voor de jongeren onder ons zij nog vermeld dat "Chatham" veel meer was dan een gewonnen zeeslag. Als ongelooflijk sluitstuk van de operatie werd het vlaggeschip van de Royal Navy gekaapt en in Rotterdam afgemeerd. Die dekselse jongens van Johan de Witt. Huët over Toots Bij Dr. Huët, die eens in De Groene Amsterdammer een literaire rubriek verzorgde, kwam ik de volgende ontboezeming tegen: "Het is alsof Dickens, toen hij Toots - in de geest of in het vlees, we weten het niet tegenkwam, met één oogopslag het volstrekt jammerlijke van hem overzag, alsof hij meteen Toots' meest typische eigenaardigheden ontdekte: zijn domheid, zijn blooheid, zijn futiliteit, zijn beschaamde elegantie, zijn angstig dandyisme. Wat heeft hij met Toots gedaan? Hij heeft hem aangeraakt met zijn staf en zie: de dimensies van Toots' dwaasheid dijen uit, tot hij daar voor ons staat als het monument van schaapachtige zwierigheid, dat wij allen kennen. De

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 40