Godfried Bomans de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship en The Dutch Dickensian De schrijver Charles Dickens was één van de bekendste personen in het Victoriaanse Engeland. Hij werd in 1812 te Portsmouth geboren, en stierf op 58 jarige leeftijd in 1870 als gevolg van een hersenbloeding in zijn huis Gads Hill in de nabijheid van Rochester. Zijn dood leidde tot een algemene rouw en zijn begrafenis in de Westminster Abby was een nationale gebeurtenis. In 1902 werd door zijn bewonderaars in Londen de Dickens Fellowship opgericht, een genootschap dat zich weldra vertakte. Overal in Engeland, en later ook buiten de grenzen, werden Branches gesticht. Vanaf 1905 verscheen "The Dickensian", het tijdschrift van de Dickens Fellowship, dat aanvankelijk maandelijks, later drie tot vier keer per jaar verscheen, tot op de dag van vandaag. Dickens' werk werd vrijwel direct na de eerste publicatie in Engeland ook elders vertaald en uitgegeven. Dat gold voor Duitsland en Frankrijk, en ook voor Nederland. De Amsterdamse uitgever Frijlink gaf als eerste een complete vertaling van de Pickwick Papers uit. De eerste uitgever die het tot dan toe verschenen werk van Dickens in 1857 als verzameld werk uitgaf was Kruseman, een Haarlemse uitgever. Enkele jaren na de dood van Dickens verscheen met enige regelmaat een herdruk van het totale verzamelde werk in de vertaling van Mensing, in de bekende twee kolommenuitgave waarvoor jarenlang uitgeverij Gebroeders Cohen zorg droeg. Rond 1940 gaf uitgevrij Graauw, met vestigingen in Amsterdam en Batavia, een laatste herdruk van deze reeks uit. In de jaren 1942/1943 nam Godfried Bomans (1913-1971) het initiatief tot een nieuwe vertaling van het werk van Dickens, een uitgave die uiteindelijk door een verzameld collectief van vertalers, waaronder veel bekende Nederlandse schrijvers, in 1952 werd gerealiseerd in de bekende Prisma- uitgave. In die tijd trok Bomans stad en land af om de Prisma-uitgave te promoten, verkleed als een 19de eeuwer, voorzien van een Goudse pijp, en presenteerde zich als een als iemand die tegelijk de figuur van Dickens en van Pickwick uitdroeg. Het in Nederland door Bomans ingeleide Dickens-reveille leidde in 1956 tot de stichting van de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship. Het was in volgorde van oprichting de 142ste Branch van The Dickens Fellowship. Tot aan zijn dood in 1971 - ook hij werd slechts 58 jaar - was Godfried Bomans ongetwijfeld het meest prominente lid, en de indruk bestaat dat de Branch in hoge mate aan hem haar aantrekkingskracht ontleende. Hij was de eerste President, en toen hij na enkele jaren aftrad werd hij "Life President". Tijdens de bijeenkomsten bleef hij de centrale figuur, en bepaalde hij door zijn specifieke, soms wat plechtstatig verwoorde humor de sfeer van de Haarlem Branch. Het is een Branch zonder een op schrift gesteld huishoudelijk reglement. Het aantal leden schommelt sinds de oprichting in 1956 tussen de zestig en honderd leden, die overigens vaak op de bijeenkomsten vier keer per jaar - met een eigen aanhang verschijnen. Door de jaren heen was er een trouwe "harde kern". De samenhang werd ongetwijfeld versterkt door de oprichting van leeskringen - die als regel om de zes weken bijeenkomen - en - in mindere mate - door de uitgave van The Dutch Dickensian. Het officiële Charter van de nieuwe Branch werd tijdens de Annual Conference van The Dickens Fellowship in 1958 te Buxton aan Bomans uitgereikt. Het ingelijste Charter werd opgehangen in de eerste lokatie, waar de Haarlem Branch bijeenkwam, in de Overveense uitspanning "Kraantje Lek", waar het nog steeds - boven oog- en dus leeshoogte - tussen de hertenkoppen en ander opgezet duinwild een ereplaatsje heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 5