Op 18 mei werd aan onze toenmalige president tijdens de Business-meeting van de
Annual Conference te Buxton officieel het Charter overhandigd. Het was sinds jaren de
eerste keer, dat een afgevaardigde van het vasteland ter Conferentie verscheen, daar een
Branch te Kopenhagen na een bestaan van enige jaren in 1944 was opgeheven. Het
volgende jaar rezen bij de Roll-caü te Nottingham 12 Nederlanders op, het volgende jaar
te Amsterdam ruim 70, vervolgens in Southsea 13 en in Liverpool 16. Twee keer viel
daarbij een Nederlander de eer te beurt de "Immortal Memory" uit te spreken, te weten
in Nottingham (1958) en in Amsterdam (1959). Deze laatste Conference vormt een
glanspunt in onze geschiedenis; uit de kleine kern, die deze gebeurtenis gedragen heeft,
noemen wij slechts de naam van Maurits van Hall.
Onze Branch bezit twee kenmerken, die haar van de 56 andere enigszins doen
verschillen: een aanzienlijk jeugdiger leeftijd der leden en het feit, dat onder haar niet
minder dan drie reading-circles ressorteren, te weten Haarlem (Els Mayer-Swart), Den
Haag (Frank van Oorschot) en Amsterdam (Marius Beek). Deze drie chairmen vormen,
tesamen met het dagelijks bestuur, een college, dat het gehele westen des lands
controleert, ofschoon moet worden toegegeven, dat wij in Zeeland slechts een
theoretische bevoegdheid bezitten, daar dit gewest geen enkel lid heeft opgeleverd. Hier
staat tegenover dat Gelderland in Dr. De Gelder (Velp) vertegenwoordigd is, terwijl in
Dantumawoude (Friesland) notaris Keuning eenzaam de fakkel brandend houdt.
Het eigenaardige feit doet zich voor, dat het uit tachtigtal mensen, die elkaar nimmer
tevoren ontmoet hadden, gaandeweg een vriendenkring gegroeid is, waarvan deleden
elkander hartelijk zijn toegedaan. Dat dit zo blijven moge, is de wens van uw
Life President.
De Haarlem Branch kwam dus voor het eerst bijeen in "Kraantje Lek" te Overveen. Dat bleef de
eerste jaren de belangrijkste plek van samenkomst, al werden ook andere lokaties aangedaan,
zoals op 12/10/1957 Hotel "Normandië" in Den Haag, op 8/2/1958 "De Hoogewerf' in Den
Haag, op 5.7.1958 "Brinkmann" in Haarlem en op 7/2/1959 "Drievliet" in Rijswijk. Op
24/5/1961 werd van vaste lokatie veranderd. Op 14/10/1961, de bijeenkomst vóór het
lustrumfeest in "Duin en Kruidberg" te Santpoort, werd als nieuwe lokatie gekozen voor
"Zomerzorg" in Bloemendaal.
Over de achtergronden van de verandering van de vaste lokatie van samenkomst van de Haarlem
Branch schreef Bomans in die eerste uitgave van The Dutch Dickensian in een bijdrage "Moving
from "The Leaking Tape" to "Zomerzorg":
"Toen wij, vijf jaar geleden, "Kraantje Lek" als verzamelpunt kozen, behoorde de
uitspanning tot de stilste oorden van Nederland. Men hoorde er niets dan het ruisen der
eeuwenoude olmen, de lokroep van de gekuifde rietvink en het balderen van knoet,
kuilpijk en generfde keutelaar. Wie er overdag kwam, vond een verbijsterend kind op een
schommel en binnenin een eenzelvig jager, die in de "opkamer" een ogenblik verpozing
zocht. Bij het vallen van de schemering gingen de luiken voor de ramen en begaf de ober
zich opnieuw naar zijn ledikant, dat hij slechts voor deze handeling verlaten had. In
plaats van hierover blij te zijn, kwam de eigenaar op de onzalige gedachte de toeloop te
bevorderen. Hij hing lantaarns aan het hek, verving de houten stoelen door kleurig
plastic, bracht neon verlichting aan en kocht een radio. Gedreven door het instinct voor
het inferieure, dat de gemiddelde cafébezoeker kenmerkt, stroomden de horden toe. De
fellowship, die aanvankelijk de opkamer bezette, zag zich al spoedig naar het