THE ANNUAL CONFERENCE 1967
Van 19 tot en met 22 mei 1967 werd voor de tweede maal de Annual Conference van de Dickens
Fellowship door de Haarlem Branch georganiseerd, dit keer in Scheveningen. Het was de 61
Annual Conference. De weersomstandigheden waren ongunstig, maar, zoals in het verslag van de
Annual Conference in The Dickensian van september 1967 werd gemeld: "What the weather
sometomes lacked was more than supplied by the truly Dickensian spirit of our delightful hosts".
Het waren de jaren dat het gezicht van de Haarlem Branch vooral bepaald werden door Marius
en Jo Beek.
De 141 deelnemers - Engelsen, Nederlanders, maar ook van ver buiten de grenzen zoals uit
Johannesburg en Vancouver - werden op vrijdagavond op het stadhuis ontvangen door de
burgemeester van Den Haag, Mr. H.A.M.T. Kolfschoten. Op zijn eigen wijze leidde hij het
gezelschap Dickensians rond: "Taking a lady by the hand, het led her through the stately rooms
followed, like a Pied Piper, by dozens of couples, who threaded in and out of the large suite and
brought the evening tot a joyous close".
Op zaterdagochtend vond de Annual Business Meeting plaats in het Kurhaus Hotel, waar de
gasten voor het meer en deel waren ondergebracht. De president van de Haarlem Branch Marius
Beek zat de vergadering voor, "with, of course, interventions by his twin brother Mr. Joseph
Beek, for little seems to be done indivudually by these much-loved modern representatives of
the Cheerybles". 's Avonds was er het Conference Dinner in de grote dinerzaal van het Kurhaus
Hotel. Godfried Bomans, Life President van de Haarlem Branch, trad op als tafelvoorzitter. Er
werden veel toasts uitgebracht, "following the Dutch custom the toasts alternated with the
courses". De secretaries van de Haarlem Branch, F.H. Keene bracht een toast uit op Queen
Elizabeth, Mr. John Greaves op Koningin Juliana. "The Immortal Memory" werd niet zoals in de
bedoeling lag, uitgesproken door burgemeester Kolfschoten - hij had zich laten excuseren omdat
hij na de ontvangst v de vorige avond ongesteld was geworden maar door Ernst Heldring, lid
van de Haarlem Branch. (De tekst van de speech van burgemeester Kofschoten is aan dit artikel
toegevoegd)
Op zondagochtend stond een rondrit door Den Haag op het programma, en in de namiddag nam
een groot aantal van de Conferentiegangers deel aan de speciale dienst In de Engelse en
Anerikaanse Episcopale Kerk. En 's Avonds vermaakte het gezelschap zich kostelijk op een
speciale feestavond in het Kurhaus Hotel, met een optreden van het Haydn's String Quartet, de
film over Amsterdam door Hans van der Horst, een Mozartkoor - "The Trazom-Koor" - en met
een voordracht van John Greaves, die twee passages uit de Pickwick voordroeg. "Finally there
was a scene adapted from Nickleby (and played in English, of course) introducing the Cheeryble
Brothers in the persons of the Beek Brothers who brought the evening tot a hilarious conclusion
with a comic duet".
Maandag, de laatste officiële dag van de Conference, werd ingevuld met een excursie naar het
Nationale Park de Hoge Veluwe. In de ochtenduren werd onderweg nog Gouda bezocht, met
veel aandacht voor de beroemde Goudse glazen in de St. Janskerk. In Apeldoorn werd in Hotel
de Keizerskroon de lunch gebruikt. Daarna werd het Kröller-Muller Museum bezocht, waar met
name het werk van Van Gogh werd bewonderd. Tijdens de middagthee werd afscheid genomen.
John Greaves bedankte de gastheren, in het bijzonder Frank H. Keene. En daarmee was het
officiële programma ten einde.
Zie the Dickensian No. 353, vol. LXIII, September 1967: