that they cannot subsist without partaking of the Benefits of the Poor Side of this
Prison.
'Sworn a Southwark thisDay of
Before
De 'Allowance' voor de gevangenen van de Poor Side bestond uit 'thirty-two
Pounds of Meat' iedere zaterdag en £4.10s. iedere vierde vrijdag. Het geld kwam uit
de bijdragen van de 'counties'. Daarnaast waren ernog andere 'Allowances'.
In de Fleet Prison sprak men van een 'Common Side' In plaats van een 'Poor
Side'. De 'Common Side' bestond uit vier kamers, leder met zeven of acht
gevangenen. Zij betaalden geen kamerhuur en soms geen 'tees'. In 1836 waren
ernog steeds vier kamers voor de armste gevangenen.
De Rules and Orders van de Fleet bevatten een aantal bepalingen, die
rechtstreeks of indirect op de Poor Side betrekking hadden. Alleen aan de Master
Side kon men vanwege hef niet betalen van zijn huur uit zijn kamer worden gezet.
Wie de eed aflegde, dat hij niet meer dan vijf pond waard was, had recht op de
'charities'. De 'commitment fee' aan de Master Side was in 1815 1 .ós.8d. en aan de
Common Side £0.13s.4d. Overeenkomstige verschillen waren er t.a.v. de 'discharge
fee'.
Er was aan de common side dus nog verschil tussen degenen, die niet ofwel
de eed hadden afgelegd.
In de paragraaf over de 'gaolers' zagen wij reeds dat er t.a.v. de King's Bench
Prison verordeningen waren inzake de gevangenen, inzake de 'revenues' en inzake
de eigen 'officers'. Aan de Common Side waren allen gelijkberechtigd. Wij vinden
hier ook gereglementeerd de benoeming van de steward. Deze functionaris
kwamen wij reeds legen in de Inquisition on the Dead of Thomas Culver. De steward
werd in de Marshalsea Prison aangesteld overeenkomstig het reglement van de
gevangenen zelf, gesanctioneerd door de Deputy Marshal.
Officieel waren er drie bronnen van inkomsten voor de arme gevangenen
aan de poor side, die de eed hadden afgelegd, nl. de is.ód., die de schuldeiser per
dag moest opbrengen, de 'county rates' en de 'charities'.
Het bedrag van is.ód. was ai vastgelegd in de Lords' Act en was naderhand
verhoogd tot 3s.ód. per week ofwel ód. per dag, de z.g Sixpence. Het gold alleen
voor debtors in execution. Thomas Culver ontving hef niet. Had men recht op de
'Sixpence', dan had men recht op ontslag, als zij niet werd betaald. Het rapport gaat
er niet op in, waarom Thomas Culver dan nog vast zat,
In 1830 dreigde de'Lords' Act te worden ingetrokken. Daartegen verscheen
een artikel in The Thimes. Hierin werd o.a. betoogd, dat veel arrestaties voor kleine
schulden (in execution) niet plaats vonden, uit angst de Sixpence te moeten
betalen. Met het verdwijnen van deze verplichting zou de kans op arrestatie voor
kleine schulden derhalve toenemen. Het wegvallen van de Lords' Act zou ook de
kosten om vrij te komen verhogen. Volgens deze Act konden de schuldenaren bij
schulden ondereen bepaald bedrag (dat af en toe werd bijgesteld) een procedure
tot vrijlating beginnen zonder tussenkomst van een attorney of counsel en zonder