andere kostenverhogende procedures van de Insolvent Debtors' Court. Intrekking
zou derhalve het vrijkomen bemoeilijken en de gevangenschap verlengen.
De schuldeisers bleven lang niet altijd braaf de Sixpence betalen. En ook al
was (aan de poor side) er niet altijd een discharge-fee, er waren alfijd nog wel
legale en illegale andere kosten of fees, die de gevangene niet kon opbrengen,
zodat hij moest blijven zitten. Bij deze 'prisoners in execution' moesten bovendien de
kosten van proces en attorney ook nog betaald worden. De Treasurer van de
Society for the Relief and Discharge of Persons imprisoned for Small Debts gaf in 1809
enkele schrijnende gevallen.
Mar Marshland, aged Sixty five, incapable of gaining a Livelihood; her Debt
for Linen arid Cotton Goods Seven Shillings; Costs £9.15s. 11d.; in Addition to which
the Prison Fees amounted to £i ,15s.Margaret Ashion, aged Fifty-six, Widow, a
Cotton Weaver; her Debt was for Flour, Cheese and Butter, 7s.4d, Costs
£9.15s.1 id., Prison Fees £2.10s.Elizabeth Gosling, a Widow, aged Forty-eight, a
Washerwoman, had Two Children both under Fourteen Years of Age; her Debt for
linen and Cotton Goods £1.10s.ód., Costs £9.3s.2d., Prison Fees £1.15s.
De secretaris van genoemde Society vertelde, dat tussen 31 maart 1807 en 13
maart 1808 door bemiddeling van de Society 685 gevangenen op vrije voeten
kwamen, waarvan 90 alleen door de 'fees' voor hen te betalen. In 163 gevallen kon
de society helpen door Sixpences af te dwingen. De kosten daaivan waren in
Londen twee of drie guineas en buiten Londen meer, zes tot zeven. De Society had
daarvoor contracten met lawyers.
De zoeven genoemde Treasurer getuigde ook, dat de counties het afdragen
van hun 'rates' wel eens lieten afweten. In 1840 begon de Marshal of Queen's Bench
eert procedure tegen de county van Cumberland, om de rates uitgekeerd te
De secties ix en x van de Lords' Act schreven voor, dat de rechters alle giften,
legaten enz. t.b.v. de gevangenen zouden opsporen en eeri lijst ervan laten
ophangen op een plaats waar alle gevangenen onbelemmerd konden komen. De
opdracht om aldus een lijst op te hangen werd herhaald in de Rules and Orders van
de King's Bench Prison, die vervolgens de door de gevangenen gekozen steward
hierbij ook een taak gaven. Bij de Fleet is deze last op de Warden gelegd in s. 15 van
de Rules and Orders 1729. Hij moest er bovendien op letten, dat niemand een
gevangene belette er gebruik van te maken en dat geen turnkey of ander
personeel zich er iets van toeeigende. Ten aanzien van de Marshalsea vermelden de
geraadpleegde bronnen geen Rules arid Orders. Maar wel droeg de Deputy
Debtor on the Poor Side.