Zo ontmoet mr.Pickwick Jingle en Job weer. Het blijkt, dat Job al herhaaldelijk buiten de Fleet Prison was gegaan, om kledingstukken van Jingle te verpanden. Dat vrouwen of kinderen van gevangenen naar buiten gingen, was heel gebruikelijk. De vrouw van een medegevangene verpandde kleren van Thomas Culver. Eert van de getuigen, die de Lords Committees hoorden, was Elizabeth Branham. Zij was een dienstbode van Mrs.Champion, de vrouw van een gevangene, iri het rapport van de coroner staat bij iedere getuige nadrukkelijk vermeid "a Prisoner in the said Prison". Bij Elizabeth Branham staat echter'That she lives Servant with Mrs.Champion In the said Prison". Zij was dus zelf geen gevangene. Lord Cochrane, gevangen in de King's Bench Prison had een bediende bij zich. Sara Pearce leefde als dienares van mr.Baker in de gevangenis. Dickens heeft van deze situatie herhaaldelijk gebruik gemaakt. Niet alleen t.a.v. Job in The Pickwick Papers, maar ook t.a.v. Madeline Bray in Nicholas Nickleby, en Tip en Amy in Bleak House. Mr.Pickwick zegt echter "I feel that for a debtor in the Fleet to be attended by his man-servant is a monstruous absurdity" en hij stuurt Sam weg. wordt vetvolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2003 | | pagina 24