zullen betaald worden door de heren Kabel en van Kessel. Omdat aan deze reis representatieve aspecten zitten wordt de President uitgenodigd eveneens en wel voor eigen rekening deel te nemen. 5. Corresponderend lidmaatschap De heer van Kessel komt met de gedachte een corresponderend lid maatschap in te stellen. De Haarlem Branche kent tot nu toe alleen gewone leden en Life Presidents. De laatsten zijn vrijgesteld van contributie en het spreekt voor zich dat met toekennen van dit predikaat uiterst spaarzaam moet worden omgegaan. Het corresponderend lidmaatschap zou een geschikte vorm kunnen zijn voor die belangstellenden, die ofwel fysiek op afstand staan, b.v. in Groningen wonen en daardoor bezwaarlijk de bijeenkomsten kunnen bijwonen, dan wel psychisch op afstand staan dat wil zeggen te weinig van Dickens weten. Het corresponderend lidmaatschap geeft dan recht tot correspondentie met het Bestuur. Omdat deze vorm van lidmaatschap lager staat dan het gewone, zou de contributie navenant hoger moeten zijn. De heer Kabel ziet wel wat in de gedachte. Spreker verzoekt de heer van Kessel een en ander nader uit te werken. 6. Financiën De heer Kabel stelt nogmaals de financiële kwestie aan de orde. De heer van Kessel daartoe uitdrukkelijk uitgenodigd zegt geenszins van plan te zijn de onkreukbaarheid van de vorige penningmeester ter discussie te stellen. Wel moet het hem van het hart dat het ontbreken van een kasboek hem verwonderd heeft. Zoiets wekt wellicht de indruk dat niet alles in orde is; een indruk, die nu het kasboek ontbreekt, niet door spreker weggenomen kan worden, hoe graag spreker dat zou willen. Zonder te suggereren dat het plotselinge terugtreden van de heer Vroom verband houdt met de ontbrekende boekhoudkundige bescheiden, blijft het bevreemding wekken dat het en masse afgetreden bestuur nimmer opening van zaken heeft gegeven. Ook een gesprek onder vier ogen met de vorige President - de heer M.Beek - wierp geen nieuw licht op de zaak. De heer Beek maakte de indruk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2003 | | pagina 32