Gezinsuibreiding
De heer Kabel memoreert dat de President gezinsuitbreiding heeft
ondergaan. Spreker heeft hem en diens vrouw reeds als privé-persoon
zijn hartelijke gelukwensen aangeboden, doch vraagt zich af of van
bestuurswege niet iets substantieels aangeboden kan worden. De heer van
Kessel meent dat zoiets door het voltallige bestuur besloten zou moeten
worden. Overigens ziet hij niets bijzonders in wat de President is
overkomen. Het is hem ook al ettelijke malen gepasseerd, zonder dat hij
om die reden van zijn dagelijkse gang naar de bank is afgeweken.
De heer Kabel stelt dat als niet van harte gaat, men het beter
achterwege kan laten. De President kent zijn klassieken en zou licht
het "Timeo Danaos et dona ferentes" te binnen kunnen schieten. Aldus
wordt besloten.
Presentieregistratie
De heer van Kessel brengt in herinnering dat sedert Louise Overbeek
niet meer is de aanwezigheidsregistratie in het ongerede is geraakt. De
heer Kabel ziet wel iets in de methode, die gehanteerd wordt bij de
instelling, waaraan hij is verbonden. Men moet daar een presentielijst
bij de ingang teken.
De heer van Kessel acht dit wat schools. Kan de heer Kabel de leden
niet uit het hoofd leren?
De heer Kabel zegt toe dit eens te zullen proberen.
Archief
De heer Kabel informeert of de heer Keene het archief overgedragen. De
heer van Kessel antwoordt bevestigend. Bij een eerste inventarisatie
bleken er interessante stukken bij te zitten. Mogelijk kan uit het vele
materiaal een aardig boekje over de geschiedenis van de Branche
samengesteld worden.
De heer Kabel stelt voor een redactie te dezer zake te benoemen.
Spreker stelt zich hiervoor beschikbaar. De gedachte geen lid van een
redactie te zijn benauwde hem reeds.
Ook de heer van Kessel toont belangstelling voor deze redactie.