"Please, sir, I want some more", de zin waarmee Oliver in het werkhuis zo'n opzien baarde was door Dickens in 1838 aan het papier toevertrouwd. Hoe profetisch hij deze scène was blijkt uit een artikel in de Times uit 1845. Het werd bekend als het Andover scandal. In het workhouse van de bovengenoemde plaats was het de gewoonte om de inmates botten van slachtafval te laten vermalen tot beendermeel. Telkens als er een nieuwe voorraad botten werd aangevoerd, die vaak al tijden ergens anders waren opgeslagen, vochten de bewoners om de beste stukken. Zij werden zo slecht gevoed dat het beenmerg en de vleesresten door hen als aanvulling op hun karig maal werd beschouwd. III Valt er dan echt niets goeds over de Workhouses te zeggen.? Zeker in de eerste decennia viel er inderdaad niet of nauwelijks iets positief over te vermelden. Integendeel via kranten, tijdschriften ballades en romans waaronder Oliver Twist ook gerekend kan worden zien we een lange reeks van klachten en schandalen de revue passeren. Een extra probleem om hier vanuit de regering iets aan te doen was dat de besturen van de Workhouses door lokale notabelen werden gevormd. Er moeten in die tijd vele 'gentlemen in white waistcoats' geweest zijn met de overtuiging dat 'that boy will come to be hung' Uiteindelijk dwong de aanhoudende reeks klachten de officiële instanties tot ingrijpen. Ongetwijfeld zal die traagheid ook te maken hebben gehad met de geldbuidel van hun kiezers. We moeten verder ook niet vergeten dat, zeker in die tijd, het kapitalisme in zijn ruwste vorm voorkwam en dat het idee van de nachtwakerstaat zoals dat door de eerste liberalen werd aangehangen, actief optreden van de staat in dit soort kwesties bepaald niet aanmoedigde. In 1858 werd er op initiatief van Louisa Twining een Workhouse Visiting Society opgericht die met het bezoeken van de workhouses een zekere controle op de toestand in deze inrichtingen uit kon oefenen. Opvallend is de actieve rol die vrouwen hebben gespeeld om voor verbeteringen te zorgen. De eerste vrouwen die later op bestuurlijk en politiek vlak werkzaam waren hadden vaak hun eerste ervaringen op dit gebied opgedaan in de zorgsector. Tegen het eind van de 19e eeuw worden er op organisatorisch gebied duidelijke verbeteringen aangebracht die ook een wettelijk kader krijgen. Het hele stelsel van armen-, kinder-, gezondheid- en bejaardenzorg wordt in de eerste helft van de 20e eeuw opgebouwd en in 1948 voltooid met de National Health Service. Er is uitgebreide informatie over dit onderwerp te vinden op: (b) http//usersoxacuk/~peter/workhouse/ http://www.institutions.org.uk/workhouses/ where twenty or thirty other juvenile offenders against the poor-laws, rolled about the floor all day, without the inconvenience of too much food or too much clothing, under the parental superintendence of an elderly female, who received the culprits at and for the consideration of sevenpence-halfpenny per small head per week. Sevenpence-halfpenny's worth per week is a good round diet for a child; a great deal may be got for sevenpence-halfpenny, quite enough to overload its stomach, and make it uncomfortable. The elderly female was a woman of wisdom and experience; she knew what was good for children; and she had a very accurate perception of what was good for herself. So, she appropriated the gi'eater part of the weekly stipend to her own use, and consigned the rising parochial generation to even a shorter allowance than was originally provided for them. Thereby finding in the lowest depth a deeper still; and proving herself a very great experimental philosopher. (Oliver Twist chapter II)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2003 | | pagina 47