Aan het einde valt Dickens opnieuw de charitatieve instellingen van de rijken aan:
If Temperance Societies would suggest an antidote against hunger, fiith, and foul
air, or could establish dispensaries for the gratuitous distribution of bottles of
Lethe-water, gin-palaces would be numbered among the things that were.
Inmiddels had Dickens ook nog twee bijdragen geleverd aan de Monthly Magazine.
De laatste, want nu dit blad niet wilde betalen en de Morning Chronicle wel, besloot hij
Twenty-two points, plus triple-word-score, plus fifty points for using all my letters. Game's
over. I'm outta here.geen sketches zonder honorarium meer te schrijven. Deze twee
bijdragen zijn de delen I en II van A Passage in the Life of Mr.WatkinsTottle. Zij passen
helemaal bij de vroegere schetsen in de Monthly Magazine, met echter een uit de toon
vallend invoegsel in deel II, het sponging of lock-up house en de verhalen die daarin
verteld worden. Net als later in The Pickwick Papers wordt hier een klucht door Dickens
onderbroken door een wrang verhaal. Toen hij het schreef (gepubliceerd in februari
1835) had hij juist zijn vader voor de tweede maal in het sponging-house bezocht en ten
koste van hoge eigen financiële offers eruit verlost (november 1834). Het is overigens
niet uitgesloten, dat hij
ook toen hij bij Ellis Blackmore werkte, het sponging-house nader heeft leren kennen.
Evenals in de Street Sketches beschrijft Dickens ook nu weer 'mensen' in het sponging
huis, niet slechts juridisch gequalificeerde schuldenaren.
Illustratie
The Lock-up House