rM
Herfst 2004 no. 50
Mr. Turveydrop beoefent op zijn eigen
manier liefdadigheid; hij neemt zijn
pasgetrouwde zoon en schoondochter
in huis en slaat daarmee drie vliegen in
één klap: hij wordt bewonderd om zijn
onbaatzuchtig karakter, hij heeft er
een huishoudster bij en met zijn zoon
ter plaatse hoeft hij helemaal niet meer
te werken en kan zich geheel wijden
aan zijn leven als "gentleman with
deportment".
a:-.?.-".';.
SC.i'
it1
De eerder genoemde mr. Skimpole
staat aan de ontvangende kant van de
liefdadigheid en is, door zijn karakter,
voor elke filantroop een goede
aanleiding, andere bezigheden te
zoeken.
De man is een monster van egoïsme;
vanuit zijn gemakkelijke stoel
(onbetaald) en een tros op krediet
gekochte druiven in de hand, oreert hij
over de ingewikkelde, door geld
geregeerde wereld, waarin hij zich als
een zorgeloos vrolijk kind uitsluitend
door eigen genot laat leiden. Hij leest
de kranten, musiceert, schildert, eet en
drinkl en voeit luchtige gesprekken.
Onschuldig vermaak, waarbij hij
regelmatig wordt gehinderd door
leveranciers die aandringen op
betaling van de genoten producten;
een fenomeen waarover hij niet
ophoudt zich te verbazen.
Er is ook een mrs. Skimpole en samen
hebben zij, in de
kinderlijke
onschuld van
hun harten, de
wereld verblijdt
met drie
dochters. Ook
deze luchtige,
onwereldse
wezentjes
betrekken hun
sofa's en druiven
van mr. Jarndyce.
Ook heden ten
dage ontmoeten
wij nog
regelmatig de
nazaten van mr.
Skimpole,
vlinderend door het leven en de
onaangename zaken overlatend aan
anderen. De verzorgingsstaat heeft de
plaats ingenomen van mr. Jarndyce
maar zij zijn gewaarschuwd: deze
nectarverzorging wankelt op haar
grondvesten en alles wijst erop, dat de
liefdadigheid van een stoffig, ver
verleden weer tot hedendaagse
werkelijkheid zal worden.
10
The Dutch Dickensian Volume XXIV