Herfst 2004 no. 50
besproken Homes for the Homeless
vertelt ons direct iets over een van de
harde kanten van het Victoriaanse
Engeland: De wanhopige situatie
waarin de onderkant van de
samenleving verkeerde. Londen wordt
hier op z'n hardste kant aan ons
getoond. Een smerige stad waar voor
de armsten geen ontkomen aan was. Jo
die als straatveger zijn kruispunt niet
zo zeer schoon veegde, als wel het vuil
verplaatste zodat anderen zonder zich
al te zeer te bevuilen hun weg konden
vervolgen. Zelfs aan het einde van zijn
werkdag was er voor Jo nog steeds
geen plaats om zich aan het vuil en de
afval te onttrekken. Hij zette zijn
bestaan eenvoudig voort in een ander
afval hoop, de krottenwijk waarin zich
de Tom-all-Alone steeg bevond.
In Dickens en the city komen we te
weten wat Dickens tijdens het
schrijven bewoog om dit thema in zijn
roman te verwerken. De aandacht voor
de onderkant van de maatschappij
komen we als een vast gegeven in al
het werk van hem tegen, maar met
name in die periode begon hij in te
zien dat de oorzaak van al dit leed niet
zozeer een individueel oorzaak had,
maar veel meer als een door de
samenleving geaccepteerd en vooral
geïnstitutionaliseerd verschijnsel was.
Niet de drank bracht armoede en
gevallen vrouwen voort, maar veeleer
was het de armoede waaraan geen
ontsnappen mogelijk was die de gin-
houses en de prostitutie voort bracht.
De mist is niet alleen symbool voor het
totaal ondoorzichtig handelen van de
Chancery rechtspraak, maar ook voor
de samenleving die volkomen blind is
voor het onrecht dat zij onder grote
groepen aanricht. Talrijk zijn de
bronnen uit die tijd waarin mensen
zeggen totaal niet op de hoogte waren
van het bestaan van deze rotte plekken
in hun samenleving tot ze erop
gewezen werden. En dat terwijl zij er
vaak letterlijk niet ver vandaan
leefden. Het rapport The Sanitary
Condition of the Labouring Classes
waar van Edwin Chadwick verscheen
in 1842 en de conclusies waren niet
mis te verstaan. Toch reageerde het
parlement er pas in 1848 op met de
instelling van General board of Health.
Dickens schoonbroer Henry Austin
werkte mee aan het onderzoek van de
board en was geschokt door wat hij
zag in de krottenwijken waar de
nieuwe spoorlijnen door werden
aangelegd. Het effect van de Board
was echtere nihil. Toen Dickens
Bleakhouse schreef in 1851 was er
inmiddels driejaar na de cholera
epidemie van 1848 nog praktisch niets
veranderd. Dickens raakte betrokken
bij de sanitary movement schreef
i artikelen over dit onderwerp. In 1847
werd hij betrokken bij een project om
gevallen vrouwen een onderkomen te
verschaffen 1 Urania Cottage'.
Daarnaast was er in het midden van de
19de eeuwen in de literaire wereld een
omslag merkbaar. Niet langer dachten
schrijvers dat de werkelijkheid te saai
was voor een roman, maar integendeel
vaak meer te bieden had dan pure
fantasie.
De wind uit het oosten in Bleak house
een symbool voor ongeluk en slechte
tijden, was in het Londen van de 19e
eeuw letterlijk een brenger van
negatieve boodschap. East-End was de
plaats waar het afval van de
maatschappij, de lucht en het water
30
The Dutch Dickensian Volume XXIV