Winter 2004 no. 51 nooit zou bereiken. Op 10 juni 1190 verdronk hij bij het oversteken van de rivier de Saleph in Cilicië. The Dutch Dickensian Volume XXIV 19 Waarom is deze episode zo aardig om er hier aandacht aan te besteden? Omdat Dickens in zijn relaas melding maakt van een gebeurtenis die zich, achttien jaar na zijn dood - in andere vorm en onder andere omstandigheden - min of meer zou herhalen. Dickens beschrijft de tocht van Richard naar het Heilig Land. De reis ging over zee. De koning werd vergezeld door twee dames, zijn zuster Johanna, weduwe van de koning van Sicilië en zijn verloofde, Berengaria van Navarre. De koning en de prinsessen reisden op aparte schepen. Waarom vermeldt Dickens niet en dat is ook niet in de bronnen te achterhalen. Heren van vorstelijke bloede gedroegen zich in de Middeleeu wen zelden of nooit fatsoenlijk op zedelijk gebied, maar net als in Dickens tijd was het ophouden van de schijn van groot belang. We houden het er daarom maar op, dat de reden was gelegen in het feit dat het huwelijk tussen Richard en Berengaria nog niet was voltrokken. Een gelegenheid daartoe zou zich spoedig voordoen. De Engelse vloot raakte ter hoogte van Cyprus in een storm, waarbij drie schepen, waaronder dat van de Berengaria van Navarra prinsessen, afdreven naar het eiland. Daar wachtte hen een onaangenaam onthaal door de usurpator Isaac Ducas Comnenus, waarna het eiland door Richard werd veroverd. Zoals Dickens in hoofdstuk 13 schrijft: He soon had the pleasure of fighting the King of the Island of Cyprus, for allowing his subjects to pillage some of the English troops who were shipwrecked on the shore; and easily conquering this poor monarch, he seized his only daughter, to be a companion to the lady Berengaria, and put the King himself into silver fetters. He then sailed away again?.. De koning van Engeland maakte zich dus op een gemakkelijke manier meester van Cyprus. Hij zette inderdaad binnen afzienbare tijd zijn reis voort. Het bleef niet lang in Engelse handen, maar wat Dickens niet vermeldt is dat Richard en Berengaria voor de verovering van het eiland trouwden in Limassol, waarbij Berengaria werd gekroond tot koningin van Engeland. Richard wist ook een flink slaatje uit zijn Cypriotische avontuur te slaan, door het eiland eerst aan de Tempeliers te verkopen en, toen de koop niet beviel, uiteindelijk aan Guy de Lusignan, de werkloze koning van Jeruzalem. In 1878 zouden de Engelsen Cyprus op een nog gemakkelijker manier in handen krijgen. In ruil voor steun tegen de Russen droeg de sultan van Turkije het eiland over aan de Britten. Dit keer ging het dus helemaal zonder slag of stoot. De Engelsen zouden nu tot 1960 op het eiland blijven, maar hun afscheid was heel wat pijnlijker dan het vertrek van Richard in 1191 en de gevolgen van het Britse bestuur echoën nog na in wat men tegenwoordig de kwestie Cyprus noemt. Dat is echter ver na Dickens tijd en dus hoeven wij ons daarover niet te bekommeren. Natuurlijk was Dickens beschrijving van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2004 | | pagina 22