Winter 2004 no. 51 The Dutch Dickensian Volume XXIV 5 zijn jongste zoon op zijn schouders, lezend in zijn rozentuin, uitjes organiserend voor de altijd aanwezige gasten. Een intens ongelukkig mens, nog altijd zoekend naar datgene waar hij naar hunkerde, maar dat hij niet bij machte was, te omschrijven "..the want of something that is missing from life". Zijn verbittering Catherine Dickens at the time of her separation from Dickens jegens Catherine nam dagelijks toe; vrienden reageerden wat ongemakkelijk op zijn verwijten over haar vruchtbaarheid en onbenullig karakter. Zijn toch al zwakke gezondheid verslechterde met de dag; zware verkoudheden teisterden hem regelmatig, de hevige pijn aan zijn nieren die - sinds zijn kindertijd - optrad bij stress en extreme vermoeidheid en de pijnen aan de linkerkant van zijn lichaam - naar we nu weten, voorboden van de beroerte die hem jaren later zouden doden - deze klachten èn zijn depressies dreven hem alleen maar tot méér en harder werken. Personen die hem enkele jaren tevoren gezien hebben, herkennen hem alleen aan zijn sprankelende ogen; zij zijn verbijsterd over de razendsnelle veroudering die aan de man plaatsgrijpt. Lezen we de beschrijving die Mary Crowden, een amateur actrice, gaf van Dickens rond 1848, toen zij met hem optrad in The Meny Wives of Windsor: "..What eyes his were! Large, darkblue, exquistely shaped, fringed in long and thick lashes? The mouth was singularly mobile, full lipped, well-shaped and expressive; sensitive, nay restless in its susceptibility to impression that swayed him.." De dame in kwestie, die nog zo uren had kunnen doorgaan (en dat waarschijnlijk ook deed) was, zo haasten de auteurs van "Dickens as they saw him" zich ons te verzekeren "a happily married woman". Maar ook vele heren heten zich bewonderend (en een tikje afgunstig) uit over de "Sparkler", de slanke knappe Dickens als dertiger en begin veertiger. Op zes en veertigjarige leeftijd wordt hij beschreven als"..careworn, the deep lines on his face almost furrows hair grizzled and thinned.." In augustus 1858 begint een serie van tachtig lezingen in Engeland, Schotland en Ierland. Het programma omvat The Trial in Pickwick, Paul Dombey and mrs. Gamp, naast de kerstverhalen. De grenzeloze bewondering en liefde van het pubhek, evenals de zekerheid, dat zijn inkomen gegarandeerd was in de komende jaren, zijn belangrijke redenen geweest zich vast te leggen voor méér; de groene "reading books" met daarin de teksten die hij op het toneel gebruikte, werden bij duizenden verkocht. Maar, tot zijn eigen verbazing, bleek ook de oplage van zijn romans te stijgen (hoewel de term "public relations" nog niet bestond, werkten de lezingen wel degelijk als zodanig). In deze periode begonnen -naast zijn vrienden en familieleden- ook de artsen die hij raadpleegde, te morren over zijn hectische leven: de lange, oncomfortabele treinreizen, de hitte van gaslicht en de emoties die hij bij zijn publiek teweeg bracht, deden hem -na afloop van zijn lezingen- bijna het bewustzijn verliezen; niet in staat tot spreken, lag hij minutenlang op een sofa. Hij shep nauwelijks meer en zijn dieet bestond voor een steeds groter deel uit vloeibare oppeppers: brandy en water, gin punch of sherry met een los geklopt ei. Maar zelfs nu, aan het eind van zijn krachten, waren er nog de Dickensiaanse uitbarstingen van jongensachtige vrolijkheid; zijn spontane uitvoering van de "saylor's hornpipe", muzikaal begeleid door zijn twee fluitende metgezellen Wills en Dolby. Het bewerken van de klopper van deftige huizen, gevolgd door een joelende aftocht als de bewoner verscheen..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2004 | | pagina 8