Najaar 2005 no. 54 meaning "be well, and in good health."), - the boar's head crowned with rosemary, - the waits (in the later Middle Ages the waits were night watchmen, who sounded horns or even played tunes to mark the hours. In the 15th and 16th centuries waits developed into bands of itinerant musicians who paraded the streets at night at Christmas time), - the morris dances, - the carols, - the mummers' play (traditional dramatic entertainment, still performed in a few villages of England and Northern Ireland, in which a champion is killed in a fight and is then brought to life by a doctor. It is thought likely that the play has links with primitive ceremonies held to mark important stages in the agricultural year), and the sword-dance handed down from the time of the Romans"). Omdat deze gebruiken in grote delen van Engeland al verdwenen waren, kreeg hij het verwijt dat zijn beschrijving een anachronisme was, maar dit is door hem en door andere deskundigen weersproken. Wat hij had gezien en beschreven waren tradities die op het punt van verdwijnen stonden, en die zelfs in Engeland al niet meer algemeen bekend waren. Hij kon er aanstekelijk over schrijven: 'As we approached the house, we heard the sound of music, and now and then a burst of laughter, from one end of the building. This, Bracebridge said, must proceed from the servants' hall, where a great deal of revelry was permitted, and even encouraged by the squire, throughout the twelve days of Christmas, provided every thing was done conformably to ancient usage. Here were kept up the old games of hoodman blind, shoe the wild mare, hot cockles, steal the white loaf, bob apple, and snap dragon: the Yule clog and Christmas candle were regularly burnt, and the mistletoe, with its white berries, hung up, to the imminent peril of all the pretty housemaids." Dickens is waarschijnlijk geinspireerd geweest door het werk van Irving en sommigen denken dat Dickens in het Kerstfeest te Dingley Dell Pickwick Papersde figuur van Wardle heeft getekend naar Squire Bracebridge in het werk van Irving. Ook Irving's beschrijvingen van de Kerstviering in Bracebridge Hall (dansen, zingen, spelletjes, verhalen, mistletoe, etc. etc.) zouden Dickens voor ogen hebben gestaan bij zijn beschrijvingen van de Kerstviering in Dingley Dell, bij Mr. Fezziwig, en bij Fred, de neef van Scrooge. Echter, Dickens is er niet de man naar om dingen over te nemen zonder meer. Het grote verschil is dat Irving de traditionele kerstviering beschreef, en dan wel die in de betere kringen op het land, waar de viering duurde van Kerst tot Driekoningen. Irving kijkt naar het verleden. Wat Dickens doet in A Christmas Carol is het tegenovergestelde: hij beschrijft hoe Kerst gevierd kan worden door de kleine man in de grote stad, en slechts op één dag. Dickens heeft dus de essentie (het Kerstgevoel) behouden, maar de uiterlijke vorm van de Kerstviering aangepast aan de behoefte van een nieuwe tijd en een nieuw groot publiek, de kleine man in de grote stad. Het is misschien niet teveel gezegd dat Dickens ertoe heeft bijgedragen dat de essentie van de Kersttraditie behouden werd. Immers, de grote massa van mensen die naar de grote steden was toegestroomd, vond daar geen gemeenschap met Kerst-tradities. Het is grappig te zien dat Irving als Amerikaan zo onder de indruk is van tradities, en dat Dickens, als Engelsman thuis in tradities, meer in vooruitgang en modernisering is geinteresseerd. Dat verschijnsel had zich ook voorgedaan toen het ging om de Indianen. Irving had op zijn tocht over de prairie de Indianen en hun levenswijze gezien, en schrijft hoffelijk en pathetisch over hen ("Washington Irving celebrates the virtues of the vanishing race"), terwijl Dickens, de ongeduldige sociale hervormer, vooral opmerkt dat ze barbaars, achterlijk, vechtlustig, vies en bijgelovig zijn. Niet alleen Dickens, ook Irving heeft nog steeds invloed op de hedendaagse Kerstviering, vooral in de VS. Zijn passages over Kerst worden nog gelezen, en nog steeds vinden in de VS in de 1 8 The Dutch Dickensian Volume XXV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2005 | | pagina 19