Najaar 2005 no. 54
Hieruit blijkt wel dat Dickens op z'n hoede was
voor iedere aantasting van zijn goede naam. Zijn
hele verdere leven heeft hij steeds het beeld
uitgedragen dat hij slechts een goede vriend van
de Ternans was en alleen als een beschermer van
hun artistieke talenten gezien mocht worden. Dat
hij daarbij een voorkeur voor Ellen aan de dag
legde was in dat opzicht dus te begrijpen. Zij was
de jongste en duidelijk de minst getalenteerde en
had daarvoor de meeste aandacht nodig. Als het
aan Dickens had gelegen waren we over haar niet
veel te weten gekomen. Zodra er iets gebeurde in
zijn of haar leven dat verkeerd uitgelegd kon
worden, greep hij in. Dat deed hij met een
gedrevenheid die ons juist wat achterdochtig
maakt. Voor iemand wiens inkomen zo afhankelijk
was van zijn goede naam is dat echter wel te
begrijpen. Temeer daar ook de rest van zijn familie
het niet zo vreselijk nauw nam met wat de regels
voor goed gedrag toen voorschreven. In financieel
en relationeel opzicht hadden vele leden van de
familie Dickens geen gelukkige hand van kiezen3.
Bij zijn dood in 1870 hadden alleen een klein
aantal vrienden en de familiekring kennis van het
bestaan van Ellen Ternan. Een kennis die, mocht
zij meer inhouden dan wat fatsoensnormen in
1870 voor toelaatbaar achtten, met hen het graf is
ingegaan met die ene uitzondering van de
opmerking van Dickens' dochter Kate dat haar
vader een wicked man was.
Ook Ellen deed er verder het zwijgen toe en
voorzover ze al bestond voor Dickensians werd ze
nu volledig onzichtbaar4. De eerste die het
stilzwijgen doorbrak was Thomas Wright die haar
his [Dickens'] mistress" noemde in een artikel in de
Daily Express in 1934s.Vanaf dat moment raakt de
wereld van de Dickensians verdeeld in een
meerderheid, die daar niet van wil horen en een
minderheid, die door gaat met spitten naar meer
informatie of elkaar eenvoudigweg als bron
vermelden waardoor het lijkt alsof er steeds meer
bewijzen op tafel komen. Nog in 1965 poogt
Wagenknecht in zijn essay Dickens and the
Scandalmongers het hele verhaal sinds 1934 na te
lopen en komt tot de conclusie dat we er, als we
ons tot de feiten beperken, niet veel over kunnen
zeggen en er daarom maar beter het zwijgen toe
doen. Een poging dus om het verhaal op te lossen
of, zullen zijn tegenstanders zeggen, het juist in de
doofpot te stoppen. In zo'n situatie is er weinig
kans dat dat laatste ook gebeurt.
Peter Ackroyd besteedde in 1990 in zijn biografie
over Dickens wel aandacht aan de affaire en
noemt ook alle geruchten lopend van een seksuele
relatie via een miskraam, abortus en het het
bestaan van één buitenechtelijk kind tot zelfs
buitenechtelijke kinderen aan toe. Zijn conclusie
blijft echter ook hangen in het ontbreken van
harde feiten. In dat zelfde jaar verschijnt de
biografie over (Ellen) Nelly Ternan van de hand
van Claire Tomalin. Zij is één van de eersten die
zich daar duidelijk niet tevreden mee stelt en
doorgaat met zoeken naar en combineren van die
kleine feiten die we over het leven van Ellen
Ternan hebben. Omdat zij de nadruk nu eens niet
bij Dickens legt, maar bij Ellen zelf, ontstaat er
eindelijk een herkenbaar beeld van deze vrouw.
Een beeld dat Dickens met alle mogelijke moeite
tijdens zijn leven uit de publiciteit had weten te
houden. Het aardige is dat zij desondanks een
buitengewoon overtuigend verhaal weet neer te
zetten over de intensieve relatie die Ellen en
Dickens moeten hebben gehad6. Ook een beeld dat
Ellen zelf na de dood van Dickens heeft proberen
uit te wissen. Door het grote leeftijdsverschil had
zij namelijk na de dood van Dickens nog een groot
deel van haar leven te gaan. Een leven waarin
haar connectie met Dickens geen enkele plaats
had.
Zij trouwde in 1876 met de theoloog George
Wharton Robinson die nooit geweten heeft wat zij
in de periode daarvoor was geweest. Zij verlaagde
haar leeftijd met tien jaar en speelde vanaf dat
moment de rol van haar leven. Zij veranderde in
de ideale vrouw voor een man uit de Engelse
middle class. Ook na dienst dood was er geen
enkele reden om hiermee te stoppen. Integendeel
nu was er een zoon Geoffrey die carrière moest
maken in het leger en zich absoluut geen
schandaal kon veroorloven. Een zoon die door
haar zelf werd opgevoed in het Victoriaanse
keurslijf van normen en waarden en de daarbij
nauwkeurig omschreven positie van de vrouw. In
1914 stierf Ellen als laatste van de drie zussen.
Haar zoon kreeg geen tijd om te twijfelen aan het
verhaal dat hij van zijn moeder en tantes had
gehoord over zijn familie. De eerste wereldoorlog
bracht hem naast zijn verwondingen, van
Vlaanderen via Schotland naar Perzië waarna zijn
ontslag uit het leger volgde in 1920. Hij werd een
tweedehandsboeken handelaar en trouwde. Pas
toen had en kreeg hij de tijd om na te denken over
zijn familie. Wat hij ontdekte in familiestukken
klopte niet met de verhalen die hij had gehoord.
Zo ontdekte hij dat zijn moeder en zijn tantes, ja
zelfs zijn grootmoeder actrice waren geweest en
dat haar leeftijd niet klopte. Uiteindelijk kwam
Geoffrey rond 1922 voor de waarheid terecht bij
Sir Henry Dickens. Het antwoord dat hij daar op
zijn vragen heeft gehad moet hem allesbehalve
3.Ackroyd blz. 435
4. Zie de ondertitel van Claire Tomalins boek
5. Wagenknecht blz.7
6. Zij put veel informatie uit het beroemde verloren agendaatje van Dickens. Tormalin blz. 167 - 182
2 0 The Dutch Dickensian Volume XXV