Najaar 2005 no. 54 hebben bevallen. Tot zijn dood in 1959 heeft hij zich nooit meer in het openbaargeuit over de vrouw die zijn moeder was. Hoe kan het ook anders met zo'n opvoeding? Is het niet om medelijden mee te krijgen; zijn we geneigd te zeggen. Voor Dickensians in het begin van de eenentwintigste eeuw, is de inhoud van het verhaal zoals hierboven verteld niet het belangrijkste. Buitenechtelijke kinderen zijn allang geen onechte kinderen meer. Gevallen vrouwen kunnen weer opstaan en van heren is bekend dat zij zich lang niet altijd als gentlemen gedragen. Interessanter is de vraag, wat Ellen Ternan voor invloed heeft gehad op het werk van Dickens. Gelukkig bieden de antwoorden op deze vraag zeker zo veel redenen voor speculaties als we in het eerste deel van dit verhaal tegenkwamen. De vraag draait er volgens de kenners om of we in het werk van Dickens na 1857 -1858 een verandering veranderingen) kunnen zien die terug te voeren is tot de introductie van Ellen in Dickens' leven. De meest gebruikte route om hier een antwoord op te geven is de jonge vrouwen in zijn romans van voor en na 1857 met elkaar te vergelijken. Een andere route is wat breder van opzet door niet alleen te kijken naar de heldinnen in zijn romans, maar de gehele man- vrouw-gezin relatie te vergelijken. Tenslotte leerde Dickens niet alleen Ellen kennen, maar brak hij ook met zijn vrouw en zal zijn huishouding er onder leiding van zijn schoonzus Georgina ook zij veranderd. Deze laatste route maakt het wel moeilijker om ons tot onze hoofdpersoon te beperken. Laten we ons daarom alleen tot de bekende vraagstelling beperken en ons op de jonge heldinnen werpen dit alles natuurlijk in het keurige). E.D.H. Johnson (niet de eerste de beste literatuurwetenschapper) formuleert aldus: "The girl's name certainly influenced the naming of the heroines of the last three novels, Stella in Great Expectations, Bella Wilfer in Our Mutual Friend, and Helena Landless in The Mystery of Edwin Drood. The willful and imperious ways of the first two of these characters represent a noteworthy departure from the earlier ideal of saintly meekness embodied in Florence Dombey, Agnes Wickfield, Esther Summerson, and Amy Dorrit. And there can be no mistaking that Dickens' later fiction explores sexual passion with an intensity and perceptiveness not previously apparent"7. Om een overzicht te hebben wat voor jonge vrouwelijke personages Dickens schiep hebben we een lijst met heldinnen uit zijn romans nodig. Heldin -x Nancy Madeline Bray 1) Litde Nell - Mary Hogarth Dolly Varden Mary Graham Florence Dombey Dora Spenlow en Agnes Esther Summerson Louisa Gradgrind en Sissy Jupe Amy Dorrit Lucie Manette Estella Bella Wilfer Ik heb Hard Times en Little Dorrit apart gezet omdat de critici hier een extra probleem waarnemen. In deze romans zien we de omslag van de lichte naar de donkere kant van het leven plaatsvinden in het werk van Dickens. Dat hier de problemen die hij in zijn privéleven had hun invloed laten gelden is niet door ons te bewijzen, maar we zullen er ook niet verbaasd over zijn als deskundigen beweren dat dit wel het geval was. Het lijkt mij in ieder geval verstandig om deze romans verder buiten beschouwing te laten willen we niet in de bovengenoemde uitgebreide tweede route terecht komen. Dan is het nu tijd voor een kleine bekentenis. Ik heb nog steeds niet alle romans van Dickens gelezen. Uit de lijst voor 1857 zijn dat er twee: The Old Curiosity Shop en Martin ChuzzlewitUit die van na 1857 is dat: Our Mutual Friend. Maar gelukkig heb ik voor dit geval een specialist bij de hand in mijn Dickens verzameling. Michael Slater heeft in zijn Dickens and Women uit 1983 aandacht aan dit thema besteed. Een algemeen punt van kritiek bij de critici op de vrouwelijke personages zoals Dickens ze in zijn romans beschrijft, is dat hij er teveel een karikatuur van maakte. Het zijn platte beelden in plaats van driedimensionale beschrijvingen. Beter nog is het om een citaat te gebruiken: "All his Romans voor 1857 The Pickwick Papers (1836-7) Oliver Twist (1837-9) Nicholas Nickelby(1838-9) The Old Curiosity shop (1840- Barnaby Rudge (1841) Martin Chuzzlewit(1843-4) Christmas Caroll -x Dombey and Son (1846-8) David Copperfield (1849-50) Wickfield Bleakhouse (1852-3) Hard Times (1854) Little Dorit (1855-7) Romans na 1858 A Tale of Two Cities (1859) Great Expectations (1860) Our Mutual Friend (1864-5) 7. http://wvw.victorianweb.org/authors/dickens/dickensbio5.html The Dutch Dickensian Volume XXV 2 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2005 | | pagina 22