Winter 2005 no. 55
successen. Hierbij werd vooral scherp op het
financiële gewin gelet. Na een kort uitstapje als
redacteur van een tijdschrift zoals meerdere
schrijvers waaronder Dickens deden besluit hij
zich in 1837 volledig te werpen op het schrijven
van geromantiseerde biografieën van misdadigers.
Om het onderste uit de financiële kan te halen
werden deze verhalen vervolgens ook als
toneelstukken opgevoerd, waarbij het publiek
tijdens de pauze in de foyer zakken met inbrekers
gereedschap kon aanschaffen. Wat dat betreft was
merchandising dus ook in de negentiende eeuw al
geen onbekend verschijnsel om geld uit de muze
te slaan.
Voor Dickens begon er echter een probleem te
ontstaan. Lang niet iedereen was gecharmeerd van
die voortdurende aandacht voor misdaad en
misdadigers. In de pers verschenen er kritische
stukken over de wat toen Newgate novels werd
genoemd. Wat voor invloed zou dit toch met
bewondering schrijven over geboefte niet op het
publieke kunnen hebben. Om nog maar niet te
spreken over de platvloerse theaterproducties die
vooral veel bezoekers trokken uit de arbeiders
wijken van Londen. Een lord1 werd vermoord
door zijn knecht en een schandaal was geboren
toen deze zich verweerde door te zeggen dat hij op
het idee was gekomen door het lezen van een
polulaire Newgate roman: Jack Sheppard.
Hierdoor begon de populariteit van Ainsworth
aanzienlijk af te nemen en het werd tijd om zich
van deze beschermer los te maken wilde men niet
bij zijn neergang betrokken worden. Toen in 1841
de derde druk van Oliver Twist verscheen
verklaarde Dickens in het voorwoord met nadruk
dat hij bepaald niet gecharmeerd was van
criminele romantiek, maar dat zijn sociale
realisme juist aandacht vroeg voor het oplossen en
bestrijden van de misstanden die tot misdaad
leiden. Dickens was hier juist op tijd mee, maar
voor Ainsworth was het al te laat. Hij eindigde als
een literaire outcast.
Op het internet is er een website waar we een deel
van de agenda van Dickens kunnen lezen. Deze
site2 is nog onvolledig, maar de jaren die voor ons
in dit artikel van belang zijn staan er op. De eerste
keer dat Ainsworth wordt vermeld is in het najaar
van 1834 en de relatie groeit in 1835 uit tot een
van vrienden. In die tijd is het Ainsworth die
Dickens uitnodigt en bij anderen introduceert,
bijvoorbeeld in december 1836 brengt hij hem in
contact met John Forster. Begin 1838 maken de
twee schrijvers plannen om samen een boek te
schrijven waar ze zelfs al een titel voor hebben:
The Lions of London. Door drukke werkzaamheden
van Dickens die dan begint aan Nicholas Nickleby
word het project afgelast. Uit de agenda valt op te
maken dat het hoogtepunt van de vriendschap ligt
in de periode midden 1838 tot begin 1841. In het
begin van die periode vormen Ainsworth, Dickens
en Forster zelfs een club waarvan zij de enige
leden zijn: The Trio Club. De eerste scheuren
ontstaan als Dickens, nadat Ainsworth hem is
opgevolgd als-redacteur van Bentley's Miscellany,
zich op 26 maart 1839 in een stevige brief aan
Ainsworth beklaagd over de behandeling van
Forster door Bentley's. Daarna komt Ainsworth
alleen nog in de agenda als hij uitgenodigd wordt
voor een min of meer traditioneel of formeel diner,
maar in 1842 is de vriendschap over met een
laatste vermelding van een diner op zaterdag
zestien juli.
Wat wordt er bedoeld met ghotic in de subtitel.
Daar ontstaat meteen al het nodige misverstand.
Van de hieronder gegeven betekenissen kunnen we
de eerste, tweede en vierde betekenis gevoeglijk
weg laten. Kennis van de geschiedenis van de
architectuur en schilderkunst helpt ons hier niets
verder.
1.
a. Of or relating to the Goths or their language.
b. Germanic; Teutonic.
2. Of or relating to the Middle Ages; medieval.
3.
a. Of or relating to an architectural style prevalent
in western Europe from the 12th through the 15th
century and characterized by pointed arches, rib
vaulting, and a developing emphasis on verticality
and the impression of height.
b. Of or relating to an architectural style derived
from medieval Gothic.
4. Of or relating to painting, sculpture, or other art
forms prevalent in northern Europe from the 12th
through the 15th century.
5. often gothic Of or relating to a style of fiction that
emphasizes the grotesque, mysterious, and desolate.
6.gothic Barbarous; crude.
Ik denk dat we met de begrippen misdaad-
griezel- en mysterie romans nog het dichtst de
term Ghotic fiction benaderen. We hoeven er
denk ik niet lang over na te denken om te
erkennen dat er in de romans van Dickens
regelmatig sprake is van elementen die we in de
bovenstaande literatuur tegen komen. Bij Oliver
Twist komen we terecht in de Londense
achterbuurt waar mannen als de pooier Sikes de
baas zijn. In de marches waar Pip rond dwaalt is
het 's avond als de mist opkomt ook al niet pluis.
Lopen bij de lezer de rillingen niet over de rug bij
het beeld van de Lady Deadlock voor het
toegangshek van het kerkhof waar de mysterieuze
Nemo begraven ligt? In The Christmas Carol
nemen zelfs geesten het heft in handen.
Kerkhoven, achterbuurten, moerassen bij nacht,
naargeestige huizen als dat van Miss Havisham ze
zijn het decor waartegen Dickens zijn verhalen
schilderde. Ik heb voor het huis gestaan in
Rochester dat hij in Great expectations toeschreef
1
O
The Dutch Dickensian Volume XXV