ite 2006 no. 56 Hoe adellijk ze ook was. Wat weten we nu, aan het einde van dit betoog, over de betrokkenheid van Dickens bij gene zijde? Weinig. Hij was gefascineerd door de dood, getuige zijn dagelijkse bezoeken aan de Morgue in Parijs, waar de lijken van de naamlozen waren uitgestald. Een tikje morbide? Zeker, net als de miljoenen die in ónze tijd naar films kijken waar de - gewelddadige - dood gevierd lijkt te worden. Over hetgeen plaatsvindt na de dood (of niet), is hij al honderd zes en dertig jaar een expert, net als elke Jan, Piet en Klaas die hem voorging over die zwarte rivier. Eén ding is zeker: als er geesten zouden bestaan, zou Charles Dickens - met zijn ontembare levensdrift en het vele dat hij bij zijn dood de wereld nog te bieden had - deze zijde nog regelmatig bezoeken. Helaas, hij is nooit gesignaleerd. Misschien, omdat het hem wel bevalt aan gene zijde, verenigd met zijn Mary AAN GENE ZIJDE VAN DE MUUR. door Ton Vroom The prison haunted the mind of the nineteenth century,' schrijft in 1952 Lionel Trilling in zijn introductie tot Little Dorrit. En dat geldt zeker ook voor de geest van Charles Dickens. Immers de maatschappelijke discussie hoe met gevangenen om te gaan, geëntameerd aan het einde van de i8de door ondermeer John Howard en Jeremy Bentham, was in volle gang. Dit als uiting van het veranderde denken over misdaad en straf. In de jaren tussen 1823-1835 werden een aantal Prison Act's in het parlement behandeld. De Bloody Code verdween op grond waarvan voor een groot aantal, ook kleine misdaden de Engelse wetgeving barbaarse lijfstraffen voorschreef: voor meer dan 200 kleine en grote vergrijpen kon de doodstraf worden uitgesproken! Vanaf begin 1832 is Dickens als verslaggever werkzaam voor The Mirror of Parliament. In die hoedanigheid heeft hij veel wettelijke verandering, in diverse Act's of Parliament, van nabij kunnen aanschouwen. Gelet op het grote aantal al of niet periodieke publicaties over straf, gevangenen, ter dood veroordeelden en de "laatste" woorden daarvan, lustte het publiek er wel pap van. Het is dus geen toeval dat Dickens het thema schuld straf zo dikwijls gebruikte. Hij was niet alleen een kind van zijn tijd maar als reporter, schrijver, observator een eerste klas kenner van de geest van zijn tijd. Ongetwijfeld zal Dickens ook gevonden hebben dat hij kennis van zaken uit de eerste hand had vanwege het verblijf van z'n vader in de Marshalsea debtors prison. De wond die dat verblijf en daaraan gekoppeld zijn te werk stelling bij Warren's Blacking Factory, in zijn jonge geest, 12 jaar oud, heeft geslagen is nooit helemaal geheeld. De getuigenissen daarvan zijn legio, niet allemaal somber, zoals de teneur van Little Dorrit, maar ook uitermate humoristisch zie Pickwick, sommige cynisch zoals de gevangenis scenes in David Copperfield. Hoe Dickens daar in latere leeftijd op terug kijkt staat min of meer onverhuld beschreven in David Copperfield, als de jonge David moet gaan flessenspoelen. En het is directer beschreven in het zogenaamde Autobiografical Fragment dat door John Forster gebruikt mocht worden in de biografie over Dickens. Maar de verblijf periode van z'n vader in de Marshalsea is waarschijnlijk niet de enige oorzaak voor zijn terugkerende interesse in de gevangenis en wat daar achter de muren 21 The Dutch Dickensian Volume XXVI John Howard (1726-1790) Jeremy Bentham (1748 - 1832)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2006 | | pagina 21