Ontwikkelingen in het privé leven Van Woody Allen is de uit spraak dat alle schrijven autobiografisch is. Voor de lezer van nu is het eenvoudig om een relatie te leggen tus sen datgene wat zich in de roman afspeelt en het privé leven van Dickens. In tegen stelling tot de lezer van toen, tijden de periode van publi catie 1856-1857, is er nu ongelooflijk veel bekend waar Dickens op dat moment mee bezig was en wat hem in de ban hield. In de figuur van Arthur Clenham kunnen we nu de aarzelingen lezen die Dickens bezig hielden over de wijze en of hij de relatie met Catherine zou voortzetten. Het lijkt dan ook een redelij ke veronderstelling om in de persoon van Flora niet zozeer zijn oude vlam mrs. Maria Winter née Beadnell te zien maar er een reflectie in te onderkennen op zijn gevoelens voor Catharine. Enerzijds had zij hem inmiddels 10 (tien) kin deren geschonken anderzijds kon ze al jaren niet echt meer meekomen met de meest popu laire man van haar tijd. Ook het huishouden viel haar zwaar, zijn huisgezin werd feitelijk gerund door een jongere zuster van Catherine: Georgina. Samen met haar speelt hij in juni 1855 in de Lighthouse, van Wilkie Collins, op zich een wat drakerig stuk. Maar Charles Dickens was een voortreffelijk acteur en na drie voorstellin gen in Tavistock House wordt het nog een vierde keer voor publiek opgevoerd, voor een liefdadig doel,in Campden-House te Kensington.De andere acteurs waren z'n doch ter Katey en enkele vrienden zoals mr. A.L.Egg en Mark Lemmon De slotscène eindigt met Charles Dickens in de rol van de oude Aaron Gurnock,met z'n hoofd in de schoot van Georgina, die de rol van Phoebe heeft. gevangenis die de samenleving in haar greep houdt als de Marshalsea Prison die het indivi du vernietigt? Is er wel een 'buiten', buiten de gevangenis? Als het licht vanuit de gevangenis naar buiten lijkt te schijnen in plaats van andersom? Zomer - Herfst 2006110.57-58 plaatje uit L'Ami de la Maison (19)* CD liggend, hoofd in de schoot van Georgina 'JH 'lIJË

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2006 | | pagina 36