KORT VERSLAG VAN DE 205de VERGADERING VAN
THE DICKENS FELLOWSHIP HAARLEM BRANCH.
door Pieter de Groot
In een broeierig Kraantje Lek verzamelden
zich 27 leden. De president spreekt van een
licht overweldigende opkomst op een prachti
ge lentedag. Hij geeft aan zich in een dasloos
tijdperk te bevinden. Dan vraagt hij de aan
dacht voor het overlijden van Cedric Dickens,
ondermeer de auteur van "Dining with
Dickens" en "Drinking with Dickens".
Eenmaal liet de president zich verleiden tot
het daadwerkelijk brouwen van zo'n recept en
sindsdien is zijn vriendenkring akelig uitge
dund.
De secretaris was indertijd bij deze gelegen
heid aanwezig en heeft sindsdien nog grotere
gaten in zijn geheugen. Hij steekt een Parool
in de lucht met een artikel over een Dickens
festival in Amsterdam West maar dat was in
december en dus is de nieuwswaarde nihil,
(yesterday's papers telling yesterday's news)
Verder wijst hij erop dat de heer Hornback in
zijn galerie weer een nieuwe tentoonstelling
heeft georganiseerd. Hij drijft deze galerie om
zo de inburgeringscursus te ontlopen.
De penningmeester is ditmaal ook lichamelijk
afwezig en kan zodoende niets meedelen.
Wel aanwezig is mejuffrouw De Landtsheer
die alle vragen van het examen meteen goed
heeft. De president wijst de ouders op hun
onverantwoordelijke gedrag.
De editor heeft voor de leden weer een verse
Dutch Dickensian, alweer nummer 56, waarin
ondermeer een ingewikkelde puzzel waar geen
prijzen mee te winnen zijn want er is ook
altijd nog zoiets als eer, aldus de editor.
Vervolgens wil de president persé een foto van
gezelschap nemen om straks op de Annual
Conference indruk te kunnen maken met al
die hoge voorhoofden.
Nadat hij zijn hoofd onder de zwarte doek
vandaan heeft gehaald kondigt hij de spreker
voor deze middag aan.
De heer Vroom acht de relatie tussen Dickens
en gevangeniswezen bekend; zijn vader zat
immers enige tijd in de Marshallsea. Hij
merkt daarbij op
dat de eerste lezers
van David
Copperfield, waarin
Dickens deze erva
ring verwerkt, hier
niets van wisten.
Spreker was zelf
lange tijd directeur
van een gevangenis en heeft er beroepshalve
veel bezocht, ook in het buitenland. In
Engeland en Canada viel het op dat deze nog
steeds de tijd van Dickens uitademen behou
dens dan dat de stank aanzienlijk minder is.
Want die was in de tijd van Dickens enorm.
Pas later, onder invloed van hervormers als
Jeremy Bentham and John Howard zijn er
zaken gaan veranderen. Bentham liet als eer
ste de koepelgevangenis bouwen. In het mid
den stond dan een soort spreekgestoelte waar
van stichtende woorden richting de gevange
nen gesproken werden. De dikke muren van
de gevangenissen waren niet alleen om het
uitbreken te bemoeilijken maar waren ook een
symbool naar de buitenwereld: hier wordt
gestraft.
Dickens was ook een frequent bezoeker van
gevangenissen, de ervaringen die hij daar op
deed verwerkte hij in zijn boeken. Zo was één
van zijn bezoeken aan Newgate de inspiratie
voor de twee kinderen in de Christmas Carol:
Ignorance and Want.
Vroom merkt nog op dat Dickens niet tegen de
doodstraf was maar wel tegen de publieke vol
trekking daarvan. Daarna gaat hij verder over
de invloed die de gevangenis heeft op een
gevangene. Vooral in de tijd van Dickens was
dat enorm omdat men in die tijd nog de "tred-
mill" en de "cranck" kende. Beide instrumen
ten hadden geen enkel ander doel dan de
gevangenen bezig te houden met lichamelijke
arbeid. Daarnaast waren nog extremere situa
ties zoals gevangenissen met zwijgplicht voor
de gevangenen en soms waren de gevangenen
dan ook nog permanent afgezonderd van de