Winter 2006 no.59
menten die er toe leiden dat de mens daar
onderdoor gaat, in te loor gaan, in gevangen
zit, zonder er ooit uit te komen: Little Dorrit.
Na het lezen van Our Mutual Friend weten we
waar die gevangenis staat: op de grote mest
vaalt waar mensen als wormen in rond krui
pen in een onmenselijk bestaan: de Dust-
Mound die London is, met de Thames the
deadly sewer" als riool voor de afvoer van de
vrijkomende gier.
Montesquieu Guittaut
8 december 2006.
Gebruikt zijn de volgende boeken:
EEN AARDIG IDEE,
door Guus de Landtsheer
Als men onderzoek doet naar de ontstaansge
schiedenis van beroemde ontdekkingen of
besluiten valt iets eigenaardigs op. De belang
rijkste stap in het proces naar dat ene grote
moment waarop de schellen van de ogen val
len en het genie iets mompelt van: "Kijk, Kijk"
of "Nee maar", vindt bijna nooit plaats in
peperdure laboratoria of in gremia die bijeen
komen in dure vergaderzalen in luxe badplaat
sen waar de beau monde vertoeft. Het lijkt een
soort wetmatigheid te zijn dat geniale ideeën
alleen kunnen ontstaan in een eenvoudige
omgeving. Over Einstein gaat het verhaal dat
hij de basis van zijn E= mc2 vastlegde op de
achterkant van een enveloppe toen hij als
klerk werkzaam was op een Zwitsers octrooi
bureau. En Michael Ventris ontcijferde het
linear B als mislukte architect op zijn zolder
kamer. Overdaad schaadt is hier duidelijk het
parool.
Dat zelfde zien we ook als we ons verdiepen in
de ontstaansgeschiedenis van onze branch. De
bronnen vermelden dat het idee om in
Haarlem een een branch op te richten van The
Dickens Fellowship is genomen tijdens een
spelletje schaak tussen Godfried Bomans en
Nico Andriessen. Op een gegeven moment
werd door één van de spelers op de achterkant
van The Dickensian gekeken waarop aangege
ven stond wat te doen indien men een branch
wilde oprichten. Headquarter werd om toe
stemming verzocht in Haarlem een branch te
mogen stichten en de pers werd van het een
en ander in kennis gesteld. Het resultaat was
dat op zaterdag 8 december 1956 in Kraantje
Lek kon worden overgaan tot de feitelijke
oprichting van de branch. Er waren dertig
personen op het persbericht afgekomen en
daarmee was de basis van onze vereniging een
feit. Ook de eerste woorden die Godfried als
president sprak waren van een opvallende
eenvoud voor zo'n historisch moment. Hij zei:
"Dames en heren, dit is een historisch
moment", daarmee haarfijn aanvoelend wat er
daar in Kraantje Lek aan de hand was.
Het gezelschap bestond op dat moment uit
wat je zou kunnen omschrijven als intellectue
len, kunstenaars en enige notabelen. De bron
nen waar ik uit put noemen behalve de namen
ook wat men in de maatschappij voorstelde.
Dat varieerde van notaris tot iets bij de PTT
voor de notabelen en voor de rest nogal wat
schrijvers, dichters en hun vrienden en vrien
dinnen. Er valt ook al meteen uit op te maken
dat men voor sommige leden een zeker ont
zag, ja zeg maar gerust enige angst had. Zo
The Dutch Dickensian Volume XXVI
28
Charles Dickens: Our Mutual Friend, Chapman Hall 1865.
Charles Dickens: Our Mutual Friend, Oxford World's Classics 1989.
Charles Dickens: Selected Journalism,Penguin Classics 1997.
Mayhew, H.: London Labour and the London Poor, 1968 reprint in Four Volumes complete and
unabridged of the Four Volume edition of 1861.
Cockshut, A.O.J.The Imagination of Charles Dickens, New York University Press 1962
Hillis Miller, J.: Charles Dickens The World of his Novels, Harvard University Press 1958
Sanders, A.: Charles Dickens, Oxford World's Classics 2003.
Monod, S.: Dickens Romancier, Hachette 1953.