BESTE DICKENSIANS, door Paul Ferdinandusse Zojuist hebben we het 50 jarig bestaan van de Haarlem Branch gevierd. Op 8 december 1956 om 17.27 uur vond de oprichting plaats, en op 8 december 2006 om 17.27 uur stond ik op dezelfde plek, Kraantje Lek, met een glas in de hand en een traan in het oog onder ons, daar aan de muur hangende, Charter, omringd door mensen die veel meer van dat verleden hebben meegemaakt dan ik, en onder hen waren er zelfs twee die ook bij de oprichting aanwezig waren geweest, mevrouw Andriessen en de heer Hannink. Genoemde traan was deels van ontroering maar ook met medelijden met mezelf, want ik heb de eerste dertig jaar van onze Branch gemist. Terwijl de Dickensians hier bezig waren met al die gezellige bijeenkomsten en interessante lezingen, was ik in onwetendheid op luttele kilometers afstand, de krant lezend of boodschappen doende in de supermarkt. Als ik de lijst met de door mij gemiste lezin gen bekijk dan word ik geintrigeerd door titels als: - De betekenis van de tranen in de literatuur, in het bijzonder bij Dickens. - Pickwick's hoed. - Bespreking over de vraag: Kunt u ons een vijftal verschijnselen, levensbeschouwingen of typische uitingen van deze tijd noemen, waar Dickens, had hij nu geleefd, zich al dan niet fel tegen verzet zou hebben? - De stoel waarop Dickens niet gezeten heeft. - Zoeken, verliezen en vinden. delinge overlev ering, ongeveer zoals bij de Grieken voor Homerus. Onder hen was "found ing father" Nico Andriessen. Hij belichaamde in hoge mate de Haarlem Branch, en vooral het Pickwickiaanse element. Met zijn tafel- speeches toonde Nico dat het niet alleen om praten gaat maar dat er ook sfeer moet zijn. Er wordt heel veel gepraat op de wereld, er zijn zelfs talkshows, maar helaas is al dat gepraat vaak tevergeefs, omdat het niet in de juiste sfeer gebeurt. Veel mensen denken dat praten sfeer oproept, maar dat is lang niet altijd waar. Nico was een sfeerbepalende figu ur en hij liet zien dat sfeer eerst komt en dat het praten dan vanzelf volgt, en dan ook veel eerder leuk is. Een tip voor de informateur. Ieder kent de bekende illustratie van Pickwick die op een stoel staat te spreken, en vroeger - dat is voordat ik Nico leerde kennen - zou ik mij afgevraagd hebben waar die man toch over stond te spreken, maar post Nico ik denk: daar heerst een leuke sfeer. Als je eenmaal zo'n gezelschap als op die afbeelding staat hebt, dan is het minder moeilijk om mensen te vinden die daarbij willen horen. Ik denk daarbij aan een motto uit de managementliteratuur: "money will come when you do the right thing". Maar hoe krijg je zoiets van de grond? Het is de prestatie van de oprichters en de leden van het eerste uur dat zij een Branch van de grond hebben gekregen die zo succesvol is, en we kunnen hen niet dankbaar genoeg zijn. Als u dit nummer van de Dutch Dickensian ontvangt tijdens de Kerstbijeenkomst, dan staan we aan het eind van een voor onze Branch drukjaar, met naast onze gebruike lijke bijeenkomsten een Conference en een jubileum. Volgend jaar wordt in vergelijking daarmee een rustiger maar niet minder inter essant jaar. Met de beste wensen! Ik heb een aantal mensen uit die eerste peri ode wel gezien, maar niet echt meegemaakt, want in die tijd kwamen ze nog maar inciden teel. Ze zaten er glimlachend bij en zeiden bij vertrek dat het leuk was geweest, en er was ook een dame bij die me tips gaf voor een betere uitspraak van het Engels. Gelukkig zijn er ook mensen uit die vroege tijd van de Branch die ik wel van nabij ken, en via hen heb ik veel over dat vroege verleden gehoord, want er is een rijke mon 5 The Dutch Dickensian Volume XXVI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2006 | | pagina 5