Herfst 2007110.61 DE CIVIL SERVICE ALS MODEL VOOR HET CIRCUMLOCUTION OFFICE door Marianne Adolfs De grote complexiteit van het boek 'Little Dorrit', maakt het mogelijk dat er veel te kiezen valt als je een onderwerp zoekt voor een lezing over dit boek. Vorig jaar was ik een flink eind op weg om de midlifecrisis-crises van Arthur Clenham tegen de achtergrond van de Victoriaanse tijdgeest te belichten. Maar al lezende over het boek Little Dorrit stuitte ik op passages die gingen over het wanbestuur van de Civil Service en de wanprestaties van het leger tijdens tijdens de Krimoorlog. Dat alles stond model voor het Circumlocution Office. Ik vond de ach tergrond hiervan zo onthutsend dat ik die nu wat wil uitdiepen. In het Circumlocution Office schetst Dickens het reilen en zeilen van de Civil Service. Dit departement lag in Dickens dagen erg onder vuur in de pers. Nu las ik ergens over 'Little Dorrit' dat Dickens helemaal geen slecht func tionerend departement zoals de 'Civil Service' nodig had als inspiratiebron. Hij zou altijd, per definitie in alles wat hij schreef een goede schrijver zijn geweest. Dat vond ik in z'n alge meenheid een beetje makkelijk geformuleerd. Het is ergens wel aannemelijk, maar Dickens is z'n loopbaan als parlementair verslaggever begonnen en heeft altijd een maatschappelijke betrokkenheid gehouden. Het slecht functio neren van de Civil Service en de wanprestaties van het leger kwamen hem, volgens mij, dus best wel goed uit! Wat algemeenheden over 'Little Dorrit' Dickens schreef'Little Dorrit' in de jaren 1855-57. Deze tijd viel samen met een diepte punt in zijn privéleven. Hij voelde steeds meer de onverenigbaarheid van karakters van z'n vrouw en hemzelf. Aan z'n vriend John Forster schreef hij: "I don't see a teamlid of hope." Wat later dat jaar schreef hij aan een andere vriend: "I have non present politica faith and hope, not a grain." Dickens wanhoop over zijn leven zowel op persoonlijk als op politiek vlak, zette hij actief om in een serie artikelen in Household Words waarin hij uit eenzette en aanviel wat hij misachtte in de maatschappij van zijn tijd. Maar ook in Little Dorrit, het boek waar hij in die tijd aan werkte kon hij kritiek kwijt. Over hoofdstuk 10, boek 1, vertelde hij aan een vriend dat het schrijven van dat hoofdstuk "let off indignant steam which would otherwise blow me up." Dit is het hoofdstuk waar Dickens de eerste keer een beschrijving geeft van het Circumlocution Office. In het voorwoord bij 'Little Dorrit' staat een toespeling, zeg maar een rechtvaar diging, dat zijn fictie over het Circumlocution Office en de Barnacles, uit het echte leven gegrepen is. Dickens doet in die tijd nog iets belangwek kends, namelijk voor het eerst en tevens voor het laatst wordt hij lid van een politieke bewe ging die streeft naar hervorming van de 'civil and military administration' (Administrative Reform Association). Deze beweging had geen succes, mislukte in 1855. Van 'Little Dorrit' kun je dus zeggen dat het in hoge mate een context gebonden boek is. Er is veel bewijs dat Dickens' beschrijving van zwendelende incompetente aristocratische politici en bureaucraten die bestuur belem merden, klopt. Voor de beschrijving van frau duleuze bankiers tegen de achtergrond van een inperkende zwaarmoedig beleden gods dienst is ook veel bewijs te vinden. Iets meer over de context In z'n voorwoord rept Dickens over 'the Russian war'. Nu noemen we die de KrimooixOg die tussen 1853-56 gevoerd werd. In die oorlog probeerde Rusland zijn invloed in Europa ten koste van Turkije te vergroten. The Dutch Dickensian Volume XXVII 24 ,j-~ Inr'-".' iï/i v< - ï/fiM.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2007 | | pagina 24