Voorjaar 2008 no.63
de verkoop en marketing van buitenlandse literatuur op een binnenlandse
markt - in dit geval vooral Amerika, maar wijzelf konden er ook wat van -
schetsen, bezien wat Dickens daaraan deed en een enkele verbindingslijn
met het heden trekken. Wanneer ik de kans krijg zal ik uit Dickens' eigen
werk citeren, omdat men geen gelegenheid voorbij moet laten gaan om te
laten zien wat een groot schrijver hij is. Bovendien - er wordt altijd gezegd
dat Dickens zoveel geld kwijt is geraakt door Amerikaanse piraterij - wordt
het tijd om even uit te rekenen wat Dickens in Amerika en aan Amerika
heeft verdiend en hoe hij dat heeft gedaan. Dat laatste neemt niet weg dat
Dickens een memorabele rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het
internationale auteursrecht. Daarom verdient hij een plaats in dit boek
dat gewijd is aan de man wiens intellectuele omzwervingen hem al op
zijn eerste schreden in aanraking brachten met de geschiedenis van het
auteursrecht.4
In de Pickwick Papers komt een vrolijke, praatlustige oplichter voor die er
een staccato stijl van spreken op na houdt: Alfred Jingle. Ik citeer:
'Kop in, Kop in, denk om je hoofd', schreeuwde de praatlustige vreemdeling, toen
zij (hoven op een koets) een lage poort naderden, 'Vreselijke plaats hier - gevaar
lijk - gister - een moeder van vijf kinderen - dikke dame, at belegde broodjes,
- dacht niet aan poort - krak - plof - kinderen kijken op - moeders hoofd eraf
- belegde broodje nog in haar hand - geen mond om het in te steken - hoofd van
het gezin verdwenen - afschuwelijk - vreselijk.'5
Die staccatostijl is bij uitstek geschikt om kort een leven te beschrijven5 dat
'has the life and soule of fifty human beings', zoals Leigh Hunt (1784-1859)
over Dickens opmerkt. Afkomstig uit de middenklasse, op twaalfjarige
leeftijd van school gehaald en uit werken gestuurd bij een schoensmeer-
fabriekje, omdat vader in de schuldgevangenis terechtkomt, op vijftienjarige
leeftijd advocatenklerk, leert zichzelf een eigen steno, werkt als parlemen
tair en rechtbankverslaggever, o.a. bij de liberale Morning Chronicle, bijna
voor de literatuur verloren omdat hij zichzelf meer als acteur ziet, blijft
15
The Dutch Dickensian Volume XXVIII
JAN KABEL
TOO MUCH TALENT FOR HIS GENIUS
4 Zie J.H. Spoor, Scripta manent, de reproduktie in het auteursrecht, [diss. Utrecht] Tjeenk Willink:
Groningen 1976.
5 Uit de vertaling van Godfried Bomans, Charles Dickens. De nagelaten Papieren der Pickwick Club,
Het Spectrum: Utrecht/Antwerpen 1967, p. 34.
6 Voorzover niet anders vermeld ontleen ik deze gegevens voor het gemak aan de voortreffelijke
korte biografie van Philip Collins, eertijds President van The Dickens Fellowship, in The British
Encyclopedia.