Voorjaar 2009 no.66 The Dutch Dickensian Volume XXIX 12 serieuze privé detective. Hij was, in de woor den van Dickens, "a short, dried-up, withered old man. The secret manner of the man disarmed suspicion in this wise; suggesting, not that he was watching anyone, but that he thought some other man was watching him. He went about so stealthily, and kept himself so wrapped up in himself that the whole object of his life appeared to be to avoid notice and preserve his own mystery." Nadgett is aangesteld door Montegue Tigg bij the "Anglo-Bengalee Disinterested Loan and Insurance Company". Tigg is een oplichter en zijn firma een nep firma, zoals wij allemaal weten. Nadgett werkt als geheim informant om de polishouders van de Company in de gaten te houden. Maar hij gaat ook de gangen na van Jonas Chuzzlewit en brengt de moord aan het licht die Jonas heeft begaan. Hij is geen politie man, maar werkt wel samen met de politie, zoals Hercule Poirot samenwerkte met Scotland Yard. Er lijkt dus sprake te zijn van een groeiende aandacht en waardering bij Dickens voor de politie opsporingsdienst. Dickens was inder daad gefascineerd door de opkomst van een politiemacht in het Londen van de 19e eeuw. Die opkomst was begonnen met de "Bow Street Runners", een politiepost in Bow Street, vlakbij Covent Garden, gevestigd in 1749, met in totaal acht rechercheurs in burger. Blathers en Duff in Oliver Twist waren "Bow Street Runners" en worden in de Engelse tekst ook als zodanig aangeduid. Het was kennelijk een bekende term. In de Nederlandse vertaling van Mensing heten zij heel formeel "de justitie uit Londen." De eenheid in Bow Street werd opgeheven in 1839 en kort daarna (1842) opgevolgd door een Detective Branch van Scotland Yard. Dat was dus vlak vóór het schrijven van Martin Chuzzlewit. Die onderzoeksafdeling - de vroe gere Runners en de latere CID - werd geforma liseerd in 1876. Zo lees ik in Hunted Down: the detective stories of Charles Dickens, uitgege ven door Peter Haining (2006). Ik spreek van een stijgende lijn van waardering voor het politiewerk. Toch klopt dat niet hele maal. In 1860-61 verschijnt Great Expectations, dus betrekkelijk laat in Dickens' carrière. Dat boek beschrijft de moord op de zus van Pip die de wouw is van Joe de smid. Ook hier krijgt de plaatselijke veldwachter hulp van de "Bow Street men from London" die een paar weken in het dorp rondhangen Dickens schrijft they ran their heads very hard against wrong ideas, and persisted in trying to fit the circumstances to the ideas instead of trying to extract ideas from the circumstances. Also, they stood about the door of the Jolly Bargemen [de plaatselijke pub], with know ing and reserved looks that filled the whole neighbourhood with admiration; and they had a mysterious manner of taking their drink, that was almost as good as taking the culprit. But not quite, for they never did it." Daaruit blijkt bepaald geen grote bewondering. Ik denk daarom dat Dickens meer waardering had voor individuele speurders zoals Bucket en Nadgett dan voor de georganiseerde en al dan niet geüniformeerde politie. En die wisselende waardering van Dickens kan te maken hebben met de vraag welke politie ambtenaren hij per soonlijk kende en meemaakte. Zijn interesse was er niet één vanuit de leunstoel, hij was ook ooggetuige. Eerst trok hij alleen in de nacht de straten van Londen door, om alles van nabij te zien. Later, rond 1850, zocht hij persoonlijke contacten met politiemensen en verschillende malen ging Dickens met politiemensen 's nachts op patrouille door de buurten van Londen. In Household Words schreef Dickens verschil lende detective verhalen die gebaseerd zijn op zijn nachtelijke avonturen. Een serie in dit tijd schrift met in de hoofdrol een inspecteur van politie was zeer populair bij het grote publiek. Sommigen zeggen dat inspecteur Field van de Metropolitan Police model stond voor inspec teur Buckett. Kate Summerscale wijst in haar boek The Suspicions of Mr. Whicher (2008) op inspecteur Jonathan Whicher als het voorbeeld dat Dickens inspireerde. Whicher was de man die de befaamde "Road Hill House murder" oploste. Die moord vond plaats in i860 en dat is wel erg ruim voor de verschijning van Bleak House.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 12