VAN DE VOORZITTER, Voorjaar 2009 no.66 5 The Dutch Dickensian Volume XXIX Darwin of Dickens? Het was de vraag die aan tafel opkwam. We zitten midden in het Darwin-jaar, een klein voorproefje van wat ons in 2012 te wachten staat, en op een of andere manier werden de jubilaris en de schrijver aan elkaar verbonden. Mijn ant woord was snel gegeven, ik ben immers lid van The Dickens Fellowship, niet van een Darwin Genootschap. Mijn vrouw dacht enige tijd na en zei toen tot mijn verbazing:'Dickens'. Die verbazing komt niet voort uit een slecht huwelijk, maar uit het feit dat mijn liefde voor Dickens in huiselijke kring niet, of althans niet volledig, wordt gedeeld. 'De evolutietheorie zou er zonder Darwin ook wel zijn gekomen', legde ze uit, 'er waren meerdere wetenschappers mee bezig. Voor het werk van Dickens ligt dat anders.' Ik hoefde er niets aan toe te voegen. Dickens blijft uniek. Zo min Edwin Drood door een ander kan wor den afgeschreven (en inmiddels las ik dat ongeveer de iooste schrijver zich aan deze taak heeft gesteld), zo kan het werk van Darwin tot een wetenschappelijke stroming worden gerekend. Darwin was als de eerste mens op de maan, een unieke prestatie maar een die anders door een ander zou zijn behaald. Een tweede Dickens is er nooit geko men en zou er ook nooit gekomen zijn. Darwin en Dickens: ze werden op dezelfde dag lid van de Atheneum Club, 21 juni 1838. Dat hadden ze in ieder geval gemeen. Toen Darwin in 1859 zijn 'Origin of Species' publiceerde bleef het stil in All The Year Round. Slechts een paar kleine artikelen ver schenen in de vijf jaar die volgden, geen van Dickens' hand. De artikelen waren kritisch, om niet te zeggen anti-evolutietheorie. Dickens had ze niet geschreven, maar zeker gelezen en wellicht geredigeerd voordat ze ter perse gingen. Toch was Dickens geen reactio nair. Maar het belang van deze theorie leek hem te ontgaan. Toen ik dit las dacht ik na over wetenschap en wetenschappers in het werk van Dickens. Daniel Doyce in Little Dorrit is meer een uit vinder dan een wetenschapper. Hij was in zekere mate gefascineerd door techniek en al vroeg rijden de treinen zijn romans binnen (inclusief eentje die een einde maakt aan het leven van Mr. Carker uit Dombey and Son). Maar veel wetenschap is er niet. Denk ik. Dickens en de wetenschap, ik ga er in 2009 eens over nadenken. Martijn David hhhhhhhhhhmhhhhhhhhhhhmhhhmhhshhhhhnhnhmhmnhhnhwh

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 5