Zomer 2009 no. 67 43 The Dutch Dickensian Volume XXIX lijkse tijdschrift dat Dickens uitgaf, en waarin hij ook Hard Times publiceerde.) Het is interessant te zien hoe in de loop van de negentiende eeuw de waardering voor het feuilleton veranderde. Eerst was men sceptisch, en soms ronduit laatdunkend over het werk van Dickens. Later wordt dat veel meer bewonderd. De lieveling van het land wordt dan gekoesterd, ook voor wat betreft zijn feuilleton. De impact van het nieuwe in The Pickwick Papers blijkt bijvoorbeeld uit een brief van de schrijfster Mary Russell Mitford aan een vriendin, Emily Jephson. Miss Jephson verbleef in Ierland, en moest dus de laatste ontwikkelingen op boekgebied missen: Heb jij nog nooit gehoord van The Pickwick Papers! Nou zeg! Ze geven elke maand een nummer uit, en drukken er dan zo'n 25.000. De boekhandelaar heeft al zo'n 10.000 pond verdiend met zin investering. Het is leuk -het leven in Londen- maar zonder iets onaange naams: een dame kan alles hardop lezen... Het is nogal fragmentarisch.9 Dit citaat beschrijft eigenlijk alles: het nieuwe van de publicatie in afleveringen, het succes, in aantal en geld, het beschaafde, en het fragmentarische. Zoals dit citaat aangeeft, had de uitgeverswereld in de negentiende eeuw ook andere gevolgen voor Dickens. Of hij er persoonlijk in geïnteresseerd was weet ik niet, maar het was voor Dickens, en veel andere schrijvers in het Victoriaanse Engeland onmogelijk om al te expliciet te zijn in bijvoor beeld seksuele beschrijvingen, of verwijzingen naar overspel etc. Maar al te vaak werden boeken, zeker die in losse afleveringen, in huiselijke kring voorgelezen door de heer of vrouw des huizes. En het zou volstrekt onbe tamelijk zijn geweest om iets te beschrijven waar men van zou moeten blozen.10 Maar wat wel altijd tot de mogelijkheden behoorde, was het sentimentele. Als men er om moest huilen (of lachen) was het goed. Dickens was zich daar zeer van bewust, en in zijn openbare voorleessessies wist hij altijd een gevoelige snaar te raken, en omdat hij een heel goed voorlezer was, was het publiek vrijwel altijd tot tranen geroerd. Trots schreef hij aan zijn vrouw: "Als je gisterenavond Macready eens had kunnen zien, die openlijk lag te huilen op bank toen ik voorlas, dan zou je met mij hebben gevoeld wat het is om macht te hebben."11 !n*$ Inn I iel da, Monday, D&cembe From a picture by Mac Use)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 11