Zomer 2009 no. 67 The Dutch Dickensian Volume XXIX 62 zetten. Nu ik toch aangekomen ben bij een meer persoonlijk commentaar wil ik afsluiten met wat ik er zelf van vind. Mijn mening. Voor het schrijven van dit artikel heb ik me laten leiden door secundaire literatuur over het fenomeen Literair Darwinisme en dan nog vooral door die artikelen die het woord Dickens in de tekst hadden. met een compu ter een fluitje van een cent.) Mijn eerste indruk, die ook na herlezing niet is weggeno men, is dat de academici die dit soort kritische ideeën hanteren zich eigenlijk niet kunnen voorstellen dat het grootste deel van de mens heid geen literatuur leest en daar helemaal geen problemen mee heeft. De stelling dat een leven zonder literatuur een sterk gemankeerd leven is gaat mij te ver. Neem het voorbeeld uit het artikel waarin Carroll een aantal perso nages uit Dickens romans aanhaalt. Bijvoorbeeld David Copperfield die gelukkig wat boeken van zijn overleden vader in han den krijgt. Of erger nog de voorbeelden van degenen, die dat in hun jeugd wordt onthou den en daardoor intens zielige personages worden zoals de Smallweed kinderen en de Gradgrindjes. Is hier niet veel meer sprake van een opvoeding waar het in ruime mate aan liefde en aandacht ontbreekt? Je ziet dezelfde redenering ook vaak bij musicologen, die vinden dat een leven zonder muziek met een hoofdletter een gemankeerd leven is. Zij kunnen het niet laten om minachting te uiten over André Rieu, Frans Bauer en André Hazes fans. Dat deze mensen in hun optiek wat mis sen accepteer ik, maar dat het zielige geman keerde mensen zijn gaat me veel te ver. Verder nog iets over het verschijnsel evolutie. Eén van de punten die je als het ware op de eerste bladzijde van een leerboek hierover tegen komt is dat we ons goed moeten realise ren dat een hele lange tijdschaal nodig is. Een schaal waarbij honderden jaren een seconde zijn, duizenden jaren een minuut en miljoenen jaren een uur. Hoe wetenschappelijk is het dan om te spreken van evolutionaire litera tuurkritiek als op deze schaal literatuur nog maar enkele minuten bestaat? Bovendien weten we niet eens of literatuur wel zal blijven bestaan. Volgens de evolutieleer is er geen sprake van stilstand, maar van continue ver andering. Het kan heel goed zo zijn dat de gehele literatuur uiteindelijk zal verdwijnen. Er zijn genoeg aanhangers te vinden voor de theorie dat het hoogtepunt van de literatuur sowieso al achter ons ligt. De meest moedelo ze mensen die dit standpunt aanhangen zijn te vinden onder leraren Nederlands in het mid delbaar onderwijs. Hun leerlingen willen maar niet begrijpen waarom ze van die "moeilijke dikke boeken uit de oertijd" moeten lezen. Darwin naast Dickens? Dan kom ik nu aan bij het antwoord op de eerder opgeworpen vraag of we Darwin onder handbereik moeten hebben als we Dickens lezen? Ik kan voor geen antwoord geven, maar ik zal het niet doen. De Oxford Reader's Companion to Dickens is voor mij meer dan voldoende, maar ik lees Dickens dan ook puur voor mijn plezier zonder me echt druk te maken over welk -isme dan ook. Voor hen die eens dieper in deze materie willen duiken heb ik hieronder een lijstje artikelen staan waar ik voor dit artikel veel uit geput heb. Daaronder staan een aantal auteurs met hun werk die gezien worden als behorende tot de kern van het literair darwinisme. Bovary en de andere dieren, http://www.nrcboeken.nl/recensies/bovary-en-de-andere-dieren The Linking Miss, http://dec0ntrabas.typepad.c0m/dekleinezaal/2006/04/the-linking-mis.html The Pleasures of Fiction, http://www.denisdutton.com/carroll_review.htm Darwin and Dickens, http://www.reason.com/news/show/30793.html Barsh, David Natalie, Madame Bovary's Ovaries, a Darwinian Look at Literature, 2005 Carroll, Joseph, Evolution and Literary Theory, 1995 Carroll, Joseph, Literary Darwinism: Evolution, Human Nature and Literature, 2004 Gottschals, Jonathan, The Rape ofTroye; Evolution, Violance and The World of Homer, 2008 Storey Robert, Mimesis And The Human Animal: On The Biogenetic Foundations Of Literary Representation, 1996

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 30