Zomer 2009 no. 67
VAN DE VOORZITTER,
37 The Dutch Dickensian Volume XXIX
Waarde Dickensians,
Dit nummer van The Dutch Dickensian is
gewijd aan Darwin en Dickens. Een enkeling
(en ik neem dit maar letterlijk) zal het zijn
opgevallen dat ik in het voorjaarsnummer van
The Dutch Dickensian al repte over deze beide
grootheden, Darwin en Dickens. Daardoor zou
de indruk kunnen ontstaan dat de redactie
zich iets gelegen laat liggen, of zelfs beïnvloed
worden door, de woorden van de president.
Niets is echter minder waar. De redactie ope
reert geheel onafhankelijk. Ik ben het met
diverse burgemeesters en andere politici eens
dat dit jammer is. Collega-president Hugo
Chavez zou zulks niet laten gebeuren.
Besmuikt geef ik toe dat een programma als
'Aló Presidente' mij ook wel wat zou lijken, al
is het maar bij omroep MAX.
Ik zou natuurlijk een weblog kunnen beginnen
waarin u voortdurend mijn gevoelens en diepe
gedachten zou kunnen lezen. Dickens had
geen weblog maar dankzij de vele bewaarde
brieven, verslagen, dagboeken etc. hebben we
toch een goed beeld van zijn dagelijkse
beslommeringen. Zou Dickens een weblog
hebben bijgehouden? Hij zou in ieder geval
interesse hebben gehad in de techniek en het
fenomeen. Maar over een aantal zaken had hij
gezwegen. We zouden niets meer over zijn
vrouw Catherine en Ellen Ternan hebben
geweten dan we nu doen. Zouden we plots
meer ontboezemingen krijgen over Warren's
Blacking Warehouse?
Ik kan natuurlijk ook gaan twitteren. Zeer
populair in zekere kringen. Wanneer u tijdens
een eerstvolgende lezing het zachte geluid
hoort van piepkleine toetsen die voorzichtig
worden beroerd door vingers die daar niet
voor gemaakt zijn, weet dan dat ik twitter.
Voor hen die er niet bij zijn. Wat ik twitter?
Simpel: 'Thuisblijvers krijgen (alweer) onge
lijk.'
Ik wens u allen een mooie en lezenswaardige
zomer. U kunt mij niet volgen via een weblog,
twitter of anderszins. Maar ik kan u wel ver
tellen dat ik iets ga lezen. Iets van of over
Dickens. En meer hoeft u niet te weten.
Martijn David