76
In 1839 schreef John Murray II: The publishing of books at this
time involves nothing but loss and I have found it absolutely
necessary to withdraw from the Printers every work I had in the
press.
Murray beschuldigde de piratenedities uit zowel de Verenigde Staten
als het Europese continent van de ellende 'and those parasytical
Weekly Publications that extraxt everyting that is required by the
great mass of readers, sufficient to supply them with conversation in
Society.
Murray kon niet meer de grote bedragen betalen die hij eerder had
betaald, en bovendien waren de meeste auteurs waar het publiek zo
dol op was op dat moment al dood - Austen, Shelley, Byron, Hazlitt,
Walter Scott, Coleridge, Lamb - of schreven niet meer zoals Maria
Edgeworth en Wordsworth.
In de drie daaropvolgende jaren wees Murray ieder manuscript dat
hem werd aangeboden af. In 1843 was de oplage van Bentley
Miscellany tot een derde gereduceerd, en moest Bentley zijn
aandelen verkopen aan Thomas Tegg, een man die zijn fortuin had
vergaard met goedkope heruitgaven, advertenties en restpartijen.
In Amerika was de situatie slechter: 'Real and personal property is
diminished greatly in value, and the confidence which promotes
success in the dealings of men seems to have fled' schreef Philip
Hone, ex-burgermeester van New York, in zijn dagboek. 'Here in the
city of New York, trade is stagnant. Local stocks are lower than ever.
Real estate is unsalable at any price; rents have fallen and are not
punctually paid, and taxes have increased most ruinously.'
Ook de uitgeverijen hadden problemen. Harper, de Amerikaanse
uitgever van American Notes, moest het boek zo goedkoop mogelijk
uitgeven om nog enige verkoop te behalen. Chuzzlewit werd zelfs
door hen zonder enig contract gepubliceerd in 17 wekelijkse delen
voor 6 cent per stuk, van januari tot juli 1844, verspreid door
krantenverkopers.
Alle bovengenoemde oorzaken zullen in meer of mindere mate
hebben bijgedragen aan de tegenvallende verkopen van de eerste
maandelijkse edities van Martin Chuzzlewit.
De gevolgen voor Dickens waren groot, vooral vanwege de
tegenvallende inkomsten.
De breuk met Chapman and Hall werd onvermijdelijk toen zij, na
tegenvallende verkopen, besloten de clausule waarin zij 50 per
maand in mindering konden brengen op zijn maandelijkse betaling
van kracht wilden laten worden. Van 'The best of booksellers, past,
present en to come' werden zij in zijn optiek 'scaly-headed vultures',