89 (4) "Mijnheer Jaggers! Een half oogenblikje! Mijn eigen neef is zoo meteen naar mijnheer Wemmick gegaan om hem alles aan te bieden wat maar mogelijk is. Mijnheer Jaggers, een half vierdepartje van een oogenblik. Als je de barmhartigheid kondt hebben om je van den anderen kant te laten afkoopen - al was de prijs nog zoo hoog - op geld wordt niet gezien - mijnheer Jaggers - mijnheer - (Dickens, s.a.3, vert. Mensing, p.79) (5) "Mijnheer Jaggers! Een ogenblik alstublieft! Mijn eigen neef is dadelijk naar mijnheer Wemmick gegaan, om hem aan te bieden wat maar mogelijk is. Mijnheer Jaggers. Een heel klein ogenblikje. Als u de allergenadigste goedheid zou willen hebben om u van de andere kant te laten loskopen - al zou het nog zoveel kosten - op geld komt het niet aan - mijnheer Jaggers, mijnheer (Dickens, 1952, vert, de Bruin, p. 123) (6)_"Meneer Jaggersj! Een halve sjeconde! M'n eigenstje neef isj op dit moment naar meneer Wemmick om 'm te bieden wat of ie maar wil. Meneer Jaggersj! Een halve kwart van een sjeconde! Als u sjo barmhartig wou sjijn om van de tegenpartij afgekocht te worden - wat het ook meer kosjt! - geld sjpeelt geen rol! - meneer Jaggersj - meneer...!" (Dickens, 2001, vert. Dabekaussen en Maters) Aan de eerste woorden uit elke vertaling valt meteen de vertaalstijl op van elke vertaler. Zo blijven Mensing en De Bruin bij de standaardtaal, terwijl Dabekaussen en Maters een minder gepolijste versie op de lezer los laten. Deze laatste gebruiken immers een sisklank, waar er in het Engels een "th" wordt gebruikt om het lispelen te verduidelijken. De oudere vertalingen willen vooral de inhoud correct overbrengen, terwijl de meest recente tekst vlotter en humoristischer is. Behalve het register zijn er natuurlijk nog enorm veel elementen die tussen vertalingen kunnen verschillen. Ze allemaal overlopen zou te veel tijd kosten, maar graag wil ik nog één bespreken, namelijk de vertaling van stijlfiguren. Eén van mijn favoriete fragmenten uit het boek, bevat namelijk herhalingen en alliteraties. Het gaat om een beschrijving die Pip geeft wanneer hij nog niet lang in Londen is en aankomt bij Barnard's Inn. Dat hij het er niet meteen naar zijn zin heeft, blijkt uit het volgende fragment. (7) 1 thought it had the most dismal trees in it, and the most dismal spaiTows, and the most dismal cats, and the most dismal houses (in number of half a dozen or so), that I had ever seen. Thus far my sense of sight; while dry rot and wet rot and all the silent rots that rot in neglected roof and cellar - rot of rat and mouse

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 29