94 voor het verloop van het verhaal dan de andere. Zo wordt er een beschrijving van een gebouw weggelaten, wat op zich niet zo belangrijk is voor het verhaal, maar toch een sfeer schept. Toch zijn er ook passages weggelaten die net heel belangrijk zijn voor het verloop van het verhaal. Zo is er in het begin van het verhaal een gevecht tussen Joe en Orlick, de schoonbroer van Pip en die zijn knecht, omdat Orlick een dag vrijaf wilt nemen. Na een korte discussie stemt Joe hiermee in, maar zijn vrouw vindt dit geen wijze beslissing. Meteen laat ze van zich horen, maar Orlick reageert en al snel ontstaat er een ruzie tussen Joe, zijn vrouw en de knecht Orlick. De levendige discussie tussen deze drie personages valt jammer genoeg weg in de verkorte Engelse versie. Ook de beschrijving van het gevecht tussen Joe en Orlick wordt niet weergegeven. Hierdoor krijg je als lezer het gevoel dat je iets hebt gemist. Later in het verhaal blijkt immers dat Orlick de vrouw van Joe heeft vermoord, net omdat hij die ruzie niet kon verkroppen. Zonder die ruzie mist het verhaal dus een reden voor die moord, er is m.a.w. een hiaat in het verhaal. (15) 'Net wat voor jou, jij stommerd!' zei ze tegen Joe, 'vrij geven aan dat stelletje lapzwansen. Je moet verdorie wel rijk zijn, om zomaar loon weg te gooien. Ik wou dat ik zijn meester was! 'Jij zou de meester van iedereen willen zijn, als je dorst,' kaatste Orlick terug, met een gemene grijns. ('Laat d'r met rust,' zei Joe.) 'Ik kan alle sukkels en schurken aan,' repliceerde mijn zuster, die zich allemachtig begon op te winden. 'En ik zou die sukkels niet aankunnen als ik niet jouw meester aankon, die de halfgare koning van de sukkels is. En ik zou de schurken niet aankunnen als ik jou niet aankon, de lillijkste en ergste schurken tussen hier en Frankrijk. O zo!' 'Je bent een valse feeks, Moeder Gargery,' grauwde de knecht.'als je daardoor een schurkenkenner bent, dan moet jij wel een hele goeie zijn.' ('Laat d'r met rust, alsjeblieft?' zei Joe.) 'wat zei je?' schreeuwde mijn zuster, die begon te krijsen. 'Wat zei je? Wat zei die Orlick daar tegen mij, Pip? Wat noemde hij me, waar mijn man bij staat. O! O! O! 'Wat noemde hij me in het bijzijn van die lafaard die heeft gezworen mij te verdedigen? O! Hou me vast! O!'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 34