69
opwekkende en leerzame teksten op de muren. Hier woonde het
hogere kader. Het summum was als je een rode beuk voor de deur
had, want dan was je directeur. Alle woningen zijn door Justitie
inmiddels aan de bewoners verkocht als een soort gouden handdruk.
Het hele gestichtsterrein bedroeg indertijd drie duizend hectare (7,5
bij 4,5 kilometers) en was geheel self supporting. Alles was
aanwezig, men had werkplaatsen, boerderijen, etc. Op het terrein zijn
overigens nog steeds een aantal gevangenissen aanwezig. De tour
gaat verder langs ondermeer scholen, kerken en ook de supermarkt
die gesloten is wegens iets met een Europese aanbesteding. Zelfs in
het nietige Veenhuizen is de lange arm van Brussel voelbaar.
Scholten besluit zijn uitleg met de opmerking dat er nog steeds
registers van de gedetineerden aanwezig zijn zodat, als men daar in
geinteresseerd is, nagekeken kan worden of er ooit familieleden in
Veenhuizen gedetineerd hebben gezeten. Wij kiezen echter voor om
direct door te gaan naar het restaurant waarop de president ook de
heer Scholten bedankt.
Bij het restaurant volgt eerst de borrel en wordt de laatste Dutch
Dickensian uitgedeeld. De redactie heeft ook een aantal
proefexemplaren in het nieuwe A5 formaat meegenomen. Vanaf
2010 verschijnt de Dutch Dickensian in dat formaat en wordt er ook
de gelegenheid geboden om een postabonnement te nemen.
Waarna wij aan tafel gaan.
De president stelt dat wij gelukkig over een lelieblank geweten
beschikken en dat op ons gedrag niets is aan te merken en dat het dus
wel anderen zullen zijn die hier hun straf hebben uitgezeten. Hij
heeft nog meer goed nieuws, namelijk dat de penningmeester heeft
afgezien van zijn bonus en dat de wijn dus gratis is mits we het niet
te bont maken. Dan geeft hij het woord aan de heer Vroom die het
vandaag allemaal zo fraai heeft georganiseerd.
Die begint met de vraag of wij er bezwaar tegen hebben als hij onder
de soep spreekt want in Drente houdt men van aanpakken en die is
inmiddels geserveerd. Dat bezwaar hebben wij niet
De heer Vroom stelt dat Dickens in zijn Household Words over dit
gevangenissysteem in Veenhuizen schreef, en wel vanuit de optiek
dat de "mynheren" in Nederland in begin 1818 vooral bang waren
voor een Nederlandse variant van de Franse revolutie. Immers 10%
van de bevolking leefde in grote armoede en het monster van de
Franse revolutie zou zo maar de kop op kunnen steken. Vijf jaar na
de eerste steenlegging in Drente kwam de Highland Society uit
Schotland op bezoek om er een rapport over te maken. Uit de
reformbills uit 1834 blijkt dat men ook in Engeland van de aanpak in