149 De president geeft zichzelf het woord en vraagt of de bruidsschat van 1.000 pond, bij het huwelijk van Winkle, niet erg genereus was. Spreker antwoordt dat dit binnen de zakenwereld in die tijd niet al te hoog was. Hij wordt hierin bijgevallen door de heer Vroom, die zegt dat het zelfs weinig was gezien de grote voet waarop men leefde. De heer Kooiman vraagt zich af hoe het karakter van Pickwick verandert kan zijn van een gewiekste persoon naar een naïeve persoon. Spreker meent dat dit komt omdat Pickwick in eerste instantie geschapen was door de uitgever en pas later door de schrijver. De secretaris denkt dat als je een boek over een periode van 19 maanden schrijft, je nog wel eens iets aan wil passen. De heer De Landtsheer ontvouwt een theorie die begint bij Liverpool en via Demerara, suiker en rum bij de slavenhandel uitkomt. De president verzoekt hem zich vandaag tot rum te beperken. Mevrouw Bouwens merkt op dat Pickwick er geen probleem mee heeft in een gezelschap van drinkers te reizen en tevens dat Dickens Pickwick al deze avonturen laat beleven omdat hij daar zelf nooit aan toegekomen was. De heer Lokin heeft het dan nog over de zogenaamde "eenmalige karakters", personen die in de boeken opduiken, iets zeggen en daarna niet meer worden waargenomen. Als voorbeeld geeft hij ene Mr. Pruffle. Hij vraagt zich af wie hier nu eens een lezing over gaat houden. Waarna wij aan tafel gaan. Mevrouw May ziet grote overeenkomsten in de introducties van de Pickwick Papers en Gullivers Travels. De heer Lokin denkt dat een schrijver onbewust in zijn werken wel iets mee neemt van een andere schrijver die hij zelf gelezen heeft. Wellicht is, door dit gegeven, een lezing over Dickens en Swift een mogelijkheid. De president vraagt zich af of vrouwen de Pickwick Papers wel kunnen begrijpen. Mevrouw Kabel meent dat vrouwen de Pickwick dermate goed begrijpen dat ze zich er van afkeren. Mevrouw De Landtsheer stelt dat zij het boek in het begin maar niets vond en dat dit tot haar verrassing zo bleef. Waarna wij aan de quiz beginnen, oftewel de Thick Book Contest. Tot verrassing van het bestuur hebben een aantal leden het boek daadwerkelijk gelezen en tussen hen ontstaat een bittere strijd, die uiteindelijk een winnaar oplevert. Wie dat was weet de secretaris niet meer, het was de zalm, niet de wijn. Waarna de president de avond besluit met de opmerking dat het gezelschap en de wijn weer de moeite waard waren en dat wij ons goed moeten inpakken want de wind giert nog steeds om het gebouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2010 | | pagina 7