WEEKBLAD
van
1860. Vrijdag, 6 Januarij.
^\AJ}pr
A A N LANDBOUW, GEMEENTE- EN P 0 L D E R - B E L A N G E N G E W IJ D.
Hoofdredacteur: CAE. DE CLERCQ.
Abonnementen worden aangenomen bij
de Boekhandelaars C. M. van Gogh, te
AmsterdamJ. J. van Brederode, te
Haarlem, den Heer Brievengaarder te
Haarlemmermeer en verder bij alle solide
Boekhandelaren en Post-directeuren in
ons Rijk.
Aan onze Lezeks.
HAARLEMMERMffit,
(DIT WEEKBLAD VEESCHIJNT ELKEN YRIJDAG.)
De Prijs is 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Afzondeklijke Nommeiis kosten 15 Cents. Advektentien van
15 regels 50 Cents, elke regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen (die der Heeren Mede-
Arbeiders uitgezonderd) moeten franco gescliieden aan den Hoofdredacteur, Heerengracht bij de HartenstraatKK, 178, te Amsterdam.
Het plan tot het uitgeven van een Weekblad aan
landbouw, polder en gemeentebelangeninzonderheid
van Haarlemmermeer, gewijd, zal voorzeker door het
meerendeel der grondeigenaars en inwoners van den
grootsten polder van ons vaderlandmet belangstel-
ling worden vernomen. Het bleek ons toch reeds sints
geruimen tijd en in steeds toenemende mate, dat er
eene wezenlijke behoefte bestaat aan eene gelegenheid
tot het bespreken der vele en veelzijdige belangen
van hendie de ontginning en de bebouwing van
den drooggelegden bodem van het aloude Haarlem
mermeer ondernamen.
Getuigt de geschiedenis van elken polder van den
moed en de volharding, welke noodig zijn om de
menigvuldige bezwaren te boven te komenaan het
in kultuur brengen van drooggemaakte gronden ver-
bondenook Haarlemmermeer heeft reeds van den
aanvang af met menigvuldige moeijeliikheden te kam-
pen gehadvele werden reeds door de zorg van het
Polder- en Gemeentebestuur en vooral door de goede
gezindheid en bereidvaardige medewerking der Inge-
landen overwonnen, maar nog veel blijft er te doen
over, en met veel wat noodig en wenschelijk is,
kon nog geen aanvang gemaakt worden. Van het
Bestuur, zal nog veel inspanning en geest van
doorzetting, van den Ingeland nog krachtige mede
werking en tijdelijke opofferingen geeischt worden
zal de Polder spoedig in dien staat gebragt zijn,
dat althans den aanvankelijk slechten toestand, waarin
het Polderbestuur dien vond, geheel hebbe opge-
houden, en een aanvang zal kunnen gemaakt wor
den met die vele verbeteringenwelkehoe wenschelijk
ook, voor het oogenblik nog moesten worden uitgesteld,
en dus vooreerst nog tot de vrome wenschen zullen
behooren. Wanneer men echter de ontwikkeling van
den Haarlemmermeer-Folder vergelijkt met die van de
meeste andere groote polders van den vroegeren of
zelfs van den laatsten tijddan is hier voorzeker reeds
veel tot stand gebragt. Waar toch ving men reeds zoo
spoedig aan met het hard maken der wegenwaar
verrezen zoo snel kerken en scholenwaar werden
door de Ingelanden, ter vergrooting der waterberging
en verbetering van den waterstand, in weinige jaren
zulke aanzienlijke offers gebragt Moge ook al de
groote uitgestrektheid van den Polder, zijne gunstige
liggingin het midden van de meest bevolkte provin-
cienin de nabijheid van drie groote stedenen
omgeven door talrijkewelvarende dorpenen de
geest des tijds, die gaarne alle ondernemingen
krachtig doorzet, om in tijd te winnen wat door
grootere uitgave verloren werd, daartoe het liunne
hebben bijgedragen, het valt niet te ontkennen dat
in den korten tijdsints welken de arbeid met
kracht kon worden aangevangen, reeds veel tot stand
gebragtveel verbetcrd werd.
Maar, gelijk wij zeiden, er blijft nog veel te doen
over. De geschiedenis der laatste drie maanden heeft dit
voldoendegeleerd. Zal zulks spoedig en op de bestewijze
geschieden. dan is daartoe een eerst vereischte: goede
verstandhouding en geest van zamenwerking tusschen
Polderbestuur en Ingelanden. Niets kan dit zoo zeer
bevorderen dan openbaarheid der handelingen en ge
legenheid tot het uiten en bespreken van de bezwaren
der belanghebbenden. Wij brengen dan ook onzen
dank aan den Dijkgraaf, die zich bereid verklaard
heeftonswat het eerste betreftbehulpzaam te
willen wezen, en ons in staat te stellen onzen lezers
geregeld mededeeling te doen van
1°. den Stand van het Polder- en Boezemwater;
2°. de Werking der Stoomwerktuigen
3°. de Besluiten genomen in de Vergadering van
Hoofd-Ingelanden
4°. de Aankondiging en den Afloop van alle Ver-
pachtingen Aanbestedingenenz.
voorts van al wat strekken kan om de Ingelanden
op de hoogte te houden van hetgeen ten behoeve
van dezen Polder verrigt werd of nog te doen valt.
Ook omtrent het Waterschap van Kijnland zullen
wij dergelijke opgaven mededeelen, ten minste voor
zoover die van algemeen belang zijn; eene goedgun-
stige beschikking van het Bestuur van het Hoogheem-
raadschap stelt ons hiertoe in staat.
Voorts wenschen wij inzonderheid aan de Ge
meentebelangen onzen aandacht te wijden. Tot nu
toe was de zamensmelting tot eene Gemeente nog
niet zoo innig, als voorzeker .wenschelijk is. De
ingezetenen langs de boorden moesten aanvankelijk,
bij gebrek aan vele inrigtingen in liunne eigene ge
meente, dikwerf hunne toevlugt nemen tot de naast-
bijzijnde buiten den Polder, en dit bleef meestal
gewoonte, ook tocn die bezwaren giootendeelszoo
niet geheel, waren weggenomen. Voor de jeugdige
Gemeente Haarlemmermeer is het echter hoogst wen
schelijk, dat dit niet zoo blijve, maar dat alle
ingezetenen in de eerste plaats tot den bloei hunner
eigene Gemeente trachten bij te dragen. Wij hopen
dat ons blad daartoe krachtig zal medewerken, en
voelen ons daarin sterk door de belangstellingdie
het Hoofd der Gemeente wel aan onze onderneming
wil betoonen. De officiele mededeeling en plaatsing
van alle stukken en bescheiden, voor de Gemeente-
leden van belang, is ons dan ook ook toegezegd,
zoodat in het Weekblad geregeld zullen verschijnen
1°. De Publication, Verordeningen enz. der Ge
meente
2°. Uittreksels uit den Burgerlijken Stand;
3°. Een kort Verslag der Zittingen en de Besluiten
van den Gemeenteraad.
Voor de behandeling en besprekiug der Poldcr-
en Gemeentezakenstellen wij ons Blad voor alien
openmits zulks steeds in gematigden geest en met
grondig oordeel geschiede, en niet in heftige aan-
vallen tegen en kleingeestige bedilzucht van de han
delingen der verschillende Besturen ontaarde. Doch
wij houden ons overtuigd dat, zoo de Ingelanden,
beter dan tot nu toe het geval waskennis kunnen
nemen en een juister inzigt verkrijgen van al wat
daarop betrekking heeft en van al de moeijelijkheden
die dikwerf de goede regeling van zaken belem-
meren, zij wel vrijmoedig hunne bezwaren zullen uiten,
maar dat er voor een onwaardigen geest van tegen-
stand en gispinggeene vrees behoeft te bestaan.
Daar er tot nu toe geen enkel blad bestaat, waarin
de behandeling van Polderzaken een hoofdonderwerp
uitmaakt, een onderwerp van zooveel belang voor
Hollandwaar toch bijna elk grondeigenaar of
pachter daarbij betrokken is, en vooral thans van
gewigt, nu het wijzigen of vernieuwen der Polder-
reglementen aan de orde van den dag is, zoo
achten wij ons Tijdschrift zeer geschikt om lang-
zamerhand het orgaan te worden voor de verschillende
WaterschappenPolders en Droogmakerijen van
Noord- en Zuid-Holland.
Ten derde eindelijk heeft ons blad de behande
ling van Landbouwzaken ten doel. Hoewel het
laatst genoemd, achten wij dit onderwerp in geenen
deele het minst gewigtige. De bloei van Polder en
Gemeente grondt zich toch voornamelijk op de goede
uitkomsten door de bebouwing verkregenen al wat
dus tot verbetering en onwikkeling van den Land-