15 ADYMTliram Gezondheid en Fabrijk-Nijverheid. Boomen en Plantsoen. Puike Zaai-Erwten. STAAT, aanwijzende de Hoogte der Gronden in den Haarlemviermeer-Polder Section. Totaal. cc. (Eorrcspmibcntic- Als Eerste Mypotheefc volgens de opneming, gedaan in het laatst van liet jaar 1856. Aantal Bunders Beneden van 4.30 El van 4.20 El van 4.10 EI van 4.00 El van 3.90 El van 3.80 El Boven 4.30 EI tol 4.20 tot 4.10 tot 4.00 a tot 3.90 a tot 3.80 a tot 3.50 a 3.50 El A. P. A. P. A. P. A. P. A. P. A. P. A. P. A. P. A. a 2275 13.00 37 20 21 78 94. 73 B. i) 25 70 220 40 55. 70 13720 11270 55170 C. 17 25 68 95 30 60 131 68 28.80 277 28 D. 1) 8 .80 18.90 10.65 72.35 191 .68 302 38 E. 4.20 58 60 217.14 183.90 52.50 20 10 58.50 2.92 597 86 F. 57 .40 65 50 104.20 37190 1 .00 a 600 00 G. a 6 70 17 .53 9 70 48 24 55 .44 137.61 11. i) 488 66 71 70 25.60 14.10 a 600 06 I. 36. 70 235 83 328 02 a a a a 60055 J. a 3.70 8.90 26 77 194.16 14495 378 48 K. i) 259.66 247 00 41.20 25 80 22.00 a 597.66 L. 0.15 188.50 412.25 a a a a a 60090 M. a a a a 12.00 21 .62 33 62 N. 7.30 367.95 51 .53 34.89 17 20 68 60 31 75 579.22 0. 213. 30 234.50 15295 a a a a a 600.75 P. 1 .30 24.50 9 65 103.35 38 25 131 .13 93.44 401 62 Q 209 42 17285 122 93 76.10 7 .40 11 .60 a 600 30 11. 0 9 a 27 70 4. 80 4. 80 65 90 370.85 474. 05 A A. 9 a 1 70 31 .50 86.80 50.20 40.39 210.59 BB. 9 a a 17.10 64.92 82 .04 42 29 206.35 a a a a 1 .20 133 25 134.45 D D a a 598 70 1 .30 a a a 60000 EE. a 17 80 422 50 153.80 5. 00 0.90 a 60000 FF. a 7 75 33 .40 64.06 135.49 163.14 106.50 510. 34 GG. 42 60 212.03 213.67 133 51 a a a a 601 .81 H II. 42.35 23375 296 60 29.00 a a a a 601 70 II. a 41.30 252 75 61 90 41 .66 69 38 53 .88 523 87 J J. 126.10 476.13 a a a a a a 602. 23 KK. 64. 70 210 55 42. 25 284 20 a a a a 601 70 LL. a a 56 .40 37 60 15.75 58.10 86.41 25426 M M. 132 80 467 90 a a a a a a 60070 NN. D 458 .10 4993 62.46 25.71 1 85 2.25 a 600 30 0 0. a a 7 .20 85 22 10.00 8.52 60. 72 171 66 PP. 39.70 343 42 20524 11 92 a a a a 60028 QQ- 136.30 289 61 42 .40 33.64 10.10 53.10 47.80 612.95 11 R. a a 115 85 100.40 19.75 101.41 24696 587 37 SS. a a 32 .60 63.40 18.60 100.52 39. 70 254.82 723.30 3340 00 3113.48 3978.03 1421 .60 69549 1698.42 1933.83 16904.15 11154.81 3815.51 Do oppervlakte der Dorpsgrondcn is gerekcnd Iiij de Kavelsvan welko die Dorpsgronden genomen zijn. Iiet laagsle punt van den Poldergrond is in Kavel 0 N°. 22, en ligt op 4,60 EI onder Amslerdamsch Peil. aanvang goede en zuivere melk hebbengeeft men later meel, gebroken graan of boonen, dan moet men dit droog, of wel tot eene brei gemengd, of ook ge- kookt, geven en het kalf slechts zuiver water laten drinken; zij zullen dan minder drinken en meer nut van hun voedsel hebben. Als de koeijen in het voorjaar het eerst naar de weide gaan of op stal met jonge klaver gevoederd wordenhebben de kal- veren dikwerf last van doorloop; dit komt dat het voedsel der koeijen dan te waterachtig ismen moet dan eenig droog toevoer aan de kalveren geven. Bij de vvintervoedering van het rundvee daar, waar men veel wortelgewassen voedert, moet men hetzelfde beginsel in acht nemen. Yeelal heeft men de ver- keerde gewoonte om het vee te drenken, kort voor dat men hun de mangelwortels of andere knol- en wortelgewassen geeft. Daardoor zet men het vee eveneens tot meer drinken aan, dan noodig is. De mangelwortels bestaan voor ruim ait waterals men nu b. v. 20 Ned. pond mangelwortels voedert, dan is dit ongeveer hetzelfde alsof zij 16 kan, en dus een vollen emmer, water dronken. Drenkt men na dien tijd, dan zal men zien, dat het vee weinig of wel in het geheel niet drinkt. Ik heb er het voorbeeld van gezien op een stalwaar de koeijen dagelijks 40 Ned. p. mangelwortels per hoofd kregen en men ze voor het voederen drenktede dieren werden mager en de eigenaar geloofde vastdat het drinkwater slecht was, en wilde zijn welput eens na laten zien; hij had niet begrependat ze het best zonder water konden doen, daar zij aan de 30 kan, die in de wortels vervat waren, volkomen genoeg hadden. Met de melkkoeijen is het weder hetzelfde geval. Verkoopt men de melk zoet, dan is het natuurlijk, hoe meer hoe beter, en de veehouder handelt dus in zijn belang door de koeijen veel te laten drinken en water achtig voedsel te geven. Het is eene soort van melkvervalsching, waartegen geen Amsterdamsch policie- reglement iets doen kan. Maar als het boter- en kaasmaken geldt, dan is het iets anders, en zal men beter doen ook hierbij de gegevene voorschriften te volgen; de emmers zullen misschien niet zoo vol, maar de melk zal vetter wezen; de schijn bedriegt, maar als men eens een roommeter kooptzal de waarheid wel aan den dag komen. Bij het vetmesten is een overmatig drinken buiten- gewoon nadeelig; zoo men het meel of de koeken met veel water aanlengt, ontneemt men met de eene hand wat men met de andere geeft, want, ik herhaal het: maag en ingewanden worden verzwakt, het voedsel wordt niet goed verteerd en een groot deel der voedingsstoffen wordt, zonder eenig nut te doen, we der met de uitwerpselen uit het ligchaam gevoerd. Naarmate het dier vetter wordt, verliezen reeds daardoor alleen de verteringwerktuigen van hunne natuurlijke krachtmen moet zich er dus wel voor wachten ze nog meer te verzwakken. Men moet de dieren aan hun instinkt overlaten en slechts zuiver water te drinken geven, om ze er niet onnoodig toe aan te zetten. Dit geldt zoowel voor het rundvee als voor de varkens, deze laatste geeft men ook veelal een te waterig voedsel men moet er een dikke brei van makenmaar ook niet meer. Gewoonlijk doet men zulksomdat zij anders hun buik niet kunnen vullenmaar het water dat men er bij voegtzal geen ander gevolg hebben als om hun het weinigedat zij nog krijgenslecht te laten verteren. De nadeelige gevolgen van deze wijze van handelen, kan men het best zien bij varkens die men het spoelwater geeft, gewoonlijk is daarin zoo weinig voedsel, dat men beter deed het eenvou- dig te laten wegloopen. Dat het misbruik, waarvan ik spreek, vrij algemeen is,bewijst, dunkt mij, ook ons spreekwoord„waar veel varkens zijnwordt de spoeling dun." Het is vrij onnoozel, men moest toch wetendat men zich zelf welmaar de dieren niet kan bedriegen en zij alleen kunnen groeijen van het voedsel, dat men hun werkelijk geeft, en niet van wat men hun meent te geven. Bij paardenvooral voor diewelke bij den weg loopen, zal men zelden in dit gebrek vervallen, daar is men gewoonlijk van het nadeelig gevolg van te veel water gevenof eene te slappe voedering over- tuigd, of liever het kwaad komt spoediger aan den dag, doordien zij slap worden en spoedig zweeten. Bij het aanfokken van veulens wordt het echter wel weder eens vergeten en dunne meelslobberingen zijn nog dikwijls in gebruik. In het kort, geloof ik, dat er vele gevallen in de veehouding bestaan, waarin men hierbij eene verkeerde handelwijze volgt, en de dieren veel te veel water tot zich nemen, tot groot nadeel van hunne gezondheid en van dc belangen van hunnen eigenaar. Menigeen dacht er misschien zoo juist niet over na, maar ik geloof wel dat men het met mij eens zal wezenen ik ben verzekerddat zij, die naar mijnen raad luisteren, er zich zeer goed bij zullen bevinden. Een kundigeti veehouder naverteld. Men heeft ons verzocht het volgende op te nemen Z. Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken heeft, bij aanschrijving van den 24sten December jl., zijne belangstelling betuigd in het door het Collegie van Ged. Staten der provincie Gro?dngen aan denzel- ven ingezonden, in druk uitgegeven rapportdoor den Heer Dr. L. Ali Cohen aan Gedeputeerde Staten uitgebragt, waarbij het verband tusschen de belangen der Algemeene gezondheid en die der Fabrijk-nijverheid wordt uiteengezet, en de wijze wordt ontwikkeld, waarop beider strijdige belangen kunnen worden overeengebragt. De Minister heeft wijders op deuzelfden dag eene circulaire gezonden aan de Gedeputeerde Staten van de verschillende provincien, inhoudende o. a., dat het Z. Exc. is voorgekomendat de beschouwingen van den schrijver in vermeld werkje op goede gronden steunenen dat het van belang kan worden geacht, dat bij het verleenen van eoncessien voor fabrijken dienovereenkomstig gehandeld wordeweshalve de Minister de aandacht van de verschillende collegien van Ged. Staten op gedacht geschrift vestigt en hun ook verzoekt, de gemeentebesturen in de provincien uit te noodigenbij voorkomende gelegenheden op de gewigtige, in genoemd werkje voorkomende aan- wijzing te letten." Onzen dank aan den Heer van Hulst, voor het toegezondene. De mededeelingen van den Heer L. Mulder en van den Heer J. S. te N.worden spoe dig geplaatst. Zoodra wij ruimte beschikbaar heb ben, nemen wij de Prijsvragen der Kon. Landbouw- Vereeniging op. Bij P. NOOBDHOFF, te Groningen, ziet het liclit ALGEMEENE Iiet verband tusschen beide, en de wijze, waarop beider strijdige belangen kunnen worden overeenge bragt in een Bapport aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Groningen ontwikkelddoor L. ALI COHEN0,70. Ouisans douteI'Industrie doit etre „libre, mais sous la condition expresse de ne „point nuire it autrui." J. B. Monfalcon et A. P. J. de Poliniere. J. COPIJNBoomkweeker aan de Groene Kanbij TJtrecht, biedt zich aan voor de levering van alle So or ten van VBUCHTBOOMEN, in alle gebruike- lijke vormen gekweekt (Hoogstam Appelen- en Peercn- Boomen f 1,20 a /1,50 perStuk); zoomede differente soorten van STAMBOOMEN en PLANTSOEN ter beplanting van Wegen of Bosschen lepen 80 Ct. it f 1,50; Eileen, Beulcen EsschenCanadasche Popu- lierenAbeelen en Eschdoorn30 a 70 Ct.); divers BLOEMIIOUT, SIEEBOOMEN en HEESTEBS, al- tijd groene HEESTEBSalle soorten van DENNEN- en PIJNBOOMEN, eene exquise Verzameling Fijne Doorbloeijende STAMBOZEN (a 60 Ct.); vaste BLOEMPLANTEN en DAHLIA's. Ook verkoopt hij beste AABDBEIJEN-en ASPEBGIE-PLANTEN. Beste GBOENE EBWTEN (Walchersche Kortloof) zijn te bekomen a 9.het mud, op de Hermans- hoeveaan den Aalsmeerderweg en hoek Vijfhuizeriogt Sectie II, N°. 1, in Haarlemmermeeralwaar ooktegen het begin der Lentegeplaatst kan wor den een Flinke KNECHT, bekwaam voor alle Werken in de Bouwerij. zijn GELDEN te bekomen. Adres met franco Brieven onder Letters A. B. C., aan het IIULP- KANTOOB der BBIEVENPOST te Ilaarlemmermeer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 3