- 00 -
Haarlemmermeer.
Landbouw.
Het XV Nedcrlaudscli Landhuishoudkimdig
VEEARTS voor HAARLEMMERMEER.
VOORMAALS en THANS
CONGRES
8°. De Iieer van Voorst verklaart zich bereid
zijne betrekking van Hoofd-Ingeland tot zijne gewone
aftreding in 1861 te blijven vervullen; welke mede-
deeling door de vergadering met genoegen wordt
vernomen.
E. W. van BREDEBODE, Secretaris.
In de vergadering van Hoofd-Ingelanden van den
llden April is bepaald
Dat men eene Leening van 200,000 zal aan-
gaanwelke gelden zullen strekken tot bet uitvoeren
der buitengewoone werkenzoo als die in de vorige
vergadering zijn bepaald.
In deze Leening zullen de vroeger genegotieerde
80,000 worden opgenomen; zoodat de nieuw op
te neinen gelden 120,000 zullen bedragen.
De wijze van uitgifte dezer Leening wordt aan
het Dagelijksch Bestuur overgelaten.
Jaarlijks zullen minstens 10,000 worden afge-
lost en de Leening zal alzoo uiterlijk binnen 20
jaren zijn geamortiseerd.
Tevens is bepaalddat de uit te voeren werken
zooveel eenigzins mogelijk, nog in het jaar 1860
zullen worden tot stand gebragt.
De aftredende Heemraad, de Heer M. P. T. Pre-
v in a ire, is als zoodanig herkozen voor den tijd
van zes jaren.
Door de arrondissements-regtbank te Haarlem zijn
in dato 5 April, wegens ontduiking der Plaatselijke
Belasting, veroordeeld de Wed. H. van der Lin
den en L. Jacobi, elk tot eene boete van 50.
Van 3 tot 10 April zijn bij den Burgerlijken Stand
aangegeven geboren 6 mann.3 vrouw. geslacht, te
zamen 9; overleden 3 mann., 2 vrouw. geslacht, te
zamen 5levenloos aangegeven geene; onderlrouwd
geene; gehuwd 1 paar.
Wij hebben met bevreemding vernomen, dat de
oproeping door den heer S. de Clercq, in het
Weekblad van den 23sten Maart gedaan, aan alien
die wenschten mede te werken tot de vestiging van
een Veearts in Haarlemmermeer, zonder gevolg is
gebleven. Gemis aan belangstelling kan hiervan wel
de oorzaak niet geweest zijndoch ligt ontsnapte
deze oproeping aan veler aandacht, en stelden weder
anderen het te kennen geven van hunnen wensch tot
medewerking nog uit. De noodzakelijkheid, dat er
zich spoedig een bekwamen Veearts in dezen polder
vestigezal toch wel door geen veehouder ontkend
worden. Voor hen tochdie meer in het midden
van den polder wonenis bij plotselinge ongevallen
aan het verkrijgen van veeartsenijkundige hulp niet
te denken, en ook voor de andere bewoners is het
ontbieden van veeartsen uit omliggende plaatsen met
veel ongerief en kosten verbondenterwijl daarbij
de slechte toestand der wegen in den polder, gedu-
rende den winter, de veeartsen nog dikwerf huiverig
maakt, spoedig aan hunnen wensch gehoor te geven.
De veestapel breidt zieh sterk uit, het fokken van
paarden neemt zeer toe, en daar ook de inenting
tegen de longziekte meer en meer algemeen wordt
zoo kan de praktijk in Haarlemmermeer voorzeker
voor een veearts een behoorlijk bestaan opleveren.
Maar, zoo men wachten moet tot dat er zich een
uit eigen beweging komt vestigenkan zulks ligt nog
geruimen tijd duren eer deze behoefte vervuld wordt,
daar velen misschien zullen vreezendatdaar al-
thans een deel der praktijk reeds in andere handen
iszij in den eersten tijd niet genoeg klienten zullen
krijgen. Indien nu echter de voornaamste veehouders
uit den polder te zamen komen, zal het hen voor
zeker gemakkelijk wezen, de eene of andere wijze te
beramenwaardoor dit bezwaar wegvalt; of zij
kunnen b. v.onder voorbehoud van goede bediening
zich verbinden uitsluitend den in Haarlemmermeer
gevestigden veearts te gebruikenof wel gezamentlijk
eene jaarlijksche som tot vast salaris van den veearts
gedurende een zeker aantal jaren bijeen brengen
waarvoor hij bun vee geheel of gedeeltelijk gratis zal
behandelen. Het Gemeentebestuur en de Afdeeling
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw zullen
welligt hiertoe eveneens willen bijdragen of medewer-
ken. In alle geval is het zeker dat door zamen-
werking de zaak met gemak tot stand kan komen
en het zoude zeer te betreuren zijnindien eene
poging daartoe door de onverschilligheid der belang-
hebbenden scliipbreuk lijden moest. Maargelijk
reeds gezegd werddaaraan schrijven wij het geen-
zins toedat de aanvrage van den heer S. de Clercq
tot nu toe geen beter onthaal vond. Wij vernemen
dan ook met genoegendat hij zich daardoor niet
heeft laten ontmoedigenmaar den termijn tot het
zich bekend maken van hendie hiertoe willen me-
dewerkenwenscht te verlengen tot den eersten Mei
om daarna in eene onderlinge vergadering te beraad-
slagen over de beste wijze, om deze gewenschte zaak
tot stand te brengen. Wij hopen zeer, dat zich
hiertoe thans velen zullen aanmelden, en de vestiging
van een veearts in onzen polder daar spoedig het
gevolg van moge zijn.
van het Haarlemmermeer.
Een der treffendste bewijzen van het geen wij Neder-
landers verrigt hebben in het vervormen van de veen-
moerassen, die wij ons tot woonplaats gekozen hebben,
blijft altijd die van het Haarlemmermeer. Vroeger,
lang voordat het in een menschelijk brein opkwam
om zich in deze landen eene woonplaats te kiezen
golfde hier de zee; getuige het onnoemelijk aantal
zeeschelpendat wij daar thans op den bodem ver-
spreid vinden liggen. Daarna verliepen er een groot
aantal eeuwengedurende welke de dikke kleilaag
bezonkdie thans den rijkdom van dezen grond
uitmaakt. Vervolgens weder eeuwen achtereengroeide
het meer grootendeels digt met veen enmet uitzon-
dering van eenige waterplassenontstond er een bosch-
moeras. Toen verseheen de Germaan als jager en vis-
scher; Romeinen vertoonden zich nu en dan op hunne
strooptogten uit de naburige vaste plaatsen; later
waagden zich eenige veehoeders op den moerassigen
bodem en begonnen de bosschen af te branden om
weilanden aan te leggen. Gehuchtenkleine dorpen
ontstonden, en de kunst van turfmaken kwam in
zwang; maar te gelijk met deze en met het wegrui-
men van struikgewasbegonnen de nog voorhanden
waterplassen zich weder uit te breidende veenlaag
weg te slaan en jaar op jaar een aantal bunders land
in water te veranderen. Had men voor vier of vijf
honderd jaren reeds de kunst verstaan om, bij wijze
van leening, over miljoenen te beschikkenhad men
toen de kracht van den stoom gekend of althans
windwatermolens in die volmaaktheid waarin men ze
later heeft leeren bouwenwat al schats zoude er
uitgespaard hebben kunnen wordendoor het behou-
den van het veen over vele duizenden bunders land
en de mogelijkheid om dat, op eene zeer onkostbare
wijze, in den drooggemaakten polder, als of't hoog
veen wareweg te stekendoor het besparen vooral
van de twee en vijftig duizend gulden, welke het
behoud der meerdijken, paalwerken en steenstortingen
jaarlijks verslond. Thans eindelijk na een wikken en
wegen gedurende twee eeuwen, nadatLeeghwater,
Bartelz, Veeris, Velsen, Cruquius, Bol-
stra, Klinkenberg, Goudriaan, Blanken,
Engelman, vanLijnden,alsdweepende plannen-
makers door de meesten hunner tijdgenooten zijn be-
lagchenis aan het tegenwoordige geslacht de eer
te beurt mogen vallen van dit reuzenwerk tot stand
te brengen. Bijna twaalf miljoenen zijn er besteed
geworden (1) om den waterplas in een slijkerig moeras
te veranderendat zich onmiddelijk met een digt
plantenkleed bedekte en terstond reeds aantoonde,
welk een groeikracht en bron van welvaart in dien
bodem was weggelegd. Den zestienden Augustus 1853
werden de eerste gronden aan de ontginners overge-
geven; tot in Julij 185 5 besteedden deze ruim acht
en een half miljoen om eigenaren te worden van den
grond; minstens een paar miljoen zijn er uitgegeven
om den eersten oogst te verkrijgen; nog een paar
miljoen aan woningen besteed; gerust mag men aan-
nemendat er minstens anderhalf miljoen aan loopend
(1) Het Rijk heeft uitgegeven9,201,344
Verloopen rente3,500,000
12.701,344
Aan baten heeft het Rijk genoten 1,081,344
11,620,000
De opbrengst der verkochte
gronden is geweestf 7,972,400
Aan Rijks-eigendommen re-
kent men dat nog voorhan
den is80,000
8,052,400
Aan het Rijk heeft dus het meer gekost, 3,567,600
kapitaal gevestigd is gewordenen vierdehalf miljoen
heeft, zoo als wij zagen, het droogmaken meer ge
kost dan de verkoopsom heeft opgeleverd (1); zoo
dat men, ten slotte, rekenen kan, dat de natie ach-
tien miljoen heeft uit gegeven om het Haarlemmermeer
in dien toestand te brengen waarin het zich tegen-
woordig bevindt. Is het droogmaken op zich zelf
reeds een hoogst merkwaardig voorbeeld van de ver-
andering die de Nederlander aan zijnen bodem heeft
doen ondergaanzoo moeten wij vooral ook niet ver-
geten dat het de geestkracht en ondernemingsgeest
van bijzondere personen zijn geweest, welke, in drie
jaren tijds, veertien miljoen hebben uitgegeven ten
einde zeventien duizend bunders slikken in bouw en
weiland te herscheppenwaarop zich reeds eene be-
volking van vijf duizend zielen gevestigd heeft.
Uit Dr. W. C. H. Staging's Werk
Voormaals en Thans
Opstellen over Neerlands Grondgesteldheid.
zalgelijk onze lezers wetendit jaar te Amers-
foort gehouden worden. Dezer dagen heeft het bestuur
van het Congres het Programma voor de bijeenkomst
uitgegeven. Het is op portvrije aanvraag bij den
Secretaris, den Heer J. van der Leeuw te
Amersfoort, gratis te verkrijgen. Dingsdag 19 Junij
zal men bijeenkomenZaturdag van diezelfde week
zal de sluiting plaats hebben. Voor de 4 verschillende
afdeelingen zijn weder een aantal vragen ter bespre-
king opgesteld. Door de afdeeling Amersfoort van
het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde te
Utreclit zal, in vereeniging met het Bestuur van
het Congres eene tentoonstelling van landbouw-werk-
tuigen, zuivel-produkten en vee gehouden worden.
Voor eene, zoo veel mogelijk volledige, verzameling
van verschillende werktuigen en gereedschappen voor
landbouw veeteelt en zuivelbereiding van de nieuwste
en doelmatigsle inrigting zijn vier prijzen van/ 200
150,/ 100 en/ 50 uitgeloofd. Ook heeft men
een prijs van/150, benevens gedeeltelijke vergoeding
der transportkosten uitgeloofd voor een stooraploeg
in werking. Men heeft de toezegging tot het inzenden
van een dergelijk werktuig reeds ontvangen. Een
stoomploegvele onzer landbouwers hoorden er mis
schien nog nimmer vanof geloofden althans welligt
niet, wat men er van vertelde. In Engeland is men
er niettemin druk mede bezig; op verscheidene boer-
derijen ploegt men niet anders meer dan met dit
werktuig. Of zulks hier te lande wel zoo spoedig
navolging zal vindenvalt te betwijfelende besparing
is ook niet zoo heel groot; maar toch geloof ik als
een aannemer thans bij onze boeren kwam, die op
lagen grond zitten en die met dit late voorjaarsweder
nog geen paard naar het land kunnen zenden wijl
de grond te drassig en nog geheel doorweekt isen
hun aanbood het land voor 8 a 9 met zijn stoom
ploeg te komen bewerken, zij gretig van zijn aanbod
gebruik zouden maken. Doch zoo wij er niet mede
zullen ploegen, welligt doen onze zonen het eenmaa!
en daarom is het niet onaardig dat wij dit werktuig
voor het eerst ook eens in Nederland zullen te zien
krijgen.
De prijzen voor het vee uitgeloofd zijn niet bijzonder
hoog; de voornaamste zijn: vijftig gulden of een
gouden medaille voor een hengst, een springstier; vijf
en twintig gulden en twintig gulden voor eene veulen-
merriemelkkoeijenspringrammenenz. Het blijft
hier weder de oude kwaalveel geld heeft men meestal
niet en men wil toch gaarne van allerlei slag van vee
op de tentoonstelling hebben en versnippert het daarom
tot kleine prijzen, die zelden anderen, dan de in de
nabijheid wonende landbouwers tot inzenden uitlokken.
Maar dit is meer eene algemeene grieve tegen onze
tentoonstellingendan tegen deze in het bijzonder,
die daarin slechts het voorbeeld van de anderen volgt.
Want overigens is uit het Programma duidelijk op
te maken dat het Bestuur van dit Congres de zaak
ijverig heeft ter harte genomen en zijne beste zorgen
er aan wil wijden, opdat wij niet alleen een Congres
meer tellenmaar er ook weder een stap worde gedaan
om de Congressen steeds nuttiger en belangrijker te
maken.
(1) 16,800 bunders zijn verkccht voor. f 7,972,400
10 onkosten bij den verkoop. 797,240
Zwart maken en greppelen2,000,000
Gebouwen- 2,000,000
Loopend kapitaal1,500,000
Kosten door het Rijk besteed3,567,600
17,837,240