77 Weekblad van Haarlemmermeer, BIJVOEGSEL TEB§IAG van den Toe stand der Gemeente, over den Jare 1859, TOT HET van Vrijdag 27 April 1860. UITVOERIG EN BEREDENEERD (art. 182 der Wet van 29 Junij 1851, Staatsbl. N°. 85.) HOOEDSTUK I. Bevolking. Loop der Bevolking gedurende het afgeloopen jaar. Deze is reeds medegedeeld in het Weekblad van Haar lemmermeer van 3 Eebruarij 1860. Opmerkingen over het bijhouden der Bevolkingsregisters, Met het oog op de tienjarige volkstellingdie den 31sten December 1859 is gehouden, zijn er geene buitengewone uitgaven voor het naauwkeurig bijhou den der registers gedaan, te meer daar dit in deze zoo uitgestrekte gemeente veel zou kostendaar hare bevolking zeer vlottende is. Wij ver'trouwen ten gevolge der gehouden volkstelling, in het bezit te komen van volledige registers, en stellen ons voor, daaraan met naauwgezetheid en met toepassing der bestaande verordening, de hand te houdeneene algemeene maatregel zou zeker veel toebrengen tot vergemakkelijking voor de besturen. HOOFDSTUK II. Het getal kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal bedroeg in 1859, 66; voor de Erov. Staten 65; en voor den Gemeenteraad 202. Er zijn geene vragen en beslissingen over de kiezers- lijsten of verkiezingen voor de Tweede Kamer, de Provinciale Statenen den Eaad voorgekomen. Gemeente-Bestuur Gedurende het jaar 1859 hebben de volgende ver- anderingen in het personeel van den Eaad plants gehad Bij de gewone aftreding van de leden P. K o o t en P. Kist emaker, is als zoodanig herkozen ge- worden den heer P. Koot, en werd benoemd den heer P. Knaap. Ten gevolge van het overlijden op den 30sten November 1858 van het lid Schaper, werd in zijne plaats benoemd den heer J. van V u ti re n. Het lid C. Lewis heeft den 27sten Dec. 1859 voor het lidmaatschap van den Eaad bedankt, ten gevolge zijner benoerning tot hoofd-commies bij de Plaatselijke Belastingen alhier. Het personeel van den Eaad bestaat alzoo uit mr. M. S. P. Pabst, voorzitter; M. Spaans, J- van Vuuren, A. 'tHooft, W. Ver- ploegh, P. Ko o t en P. Knaap, raadsleden. In het personeel der wethouders bestaat eene vacature door het bedanken van den wethouder C. Lewis. Het collegie van burgemeester en wethouders be staat alzoo uit: mr. M. S. P. Pabst, burgemeester; M. Spaans, wethouder, en vacant. In het personeel der overige gemeente-ambtenaren en bedienden hebben de volgende veranderingen plaats gehad. OntslagenSimon Hagenaar, gemeente- ontvanger. Eervol ontslagen J. H. D a n e n sals deurwaarder bij de Plaatselijke Belastingen. Benoemdtot waarnemend gemeente-ontvangerde heer D. Eggink; terwijl later definitief tot ontvan- ger is benoemd jhr. H. A. van Foreest; tot onderwijzer P. B o e k e 1school sectie 11kav. 4 tot deurwaarder bij de Plaatsel. Belasting is in het be gin van 1860 benoemd J. Knol; tot doodgraver op de algemeene begraafplaats J. Knol. Tot ambtenaren bij de Plaatsel. Belastingen werden in het laatst van 1859 benoemd, om met 1 January 1860 in functie te treden: C. Lewis, hoofd-com mies; D. J. C. Fraiken, I). Soetens, A. Ziet- hof en J.J. van der L e d e ntot ambtenaren aan de Grenskantoren; H. G. Danens, G. van der Woude, P. Flipsen, J. de Vries en W. 011- mans, tot commiezen. Tot brandmeesters bij de Brandspuit N°. 1D. van Houtenopper-brandmeesterP. Brillemans, D. D. van Dijk, D. Eaven en P. de Boer, brandmeesters. Idem bij de Brandspuit N°. 2 W. Verploegh, opper-brandmeester; D. Eggink, K. Kniep, K. Vaalburg en brandmeesters. Het personeel der ambtenaren en bedienden bestaat dus uit de navolgendeD. Eggink, secretaris jhr. H. A. van Foreest, gemeente-ontvangerK. F. Roosdorp, P. Balkenende, W. C. Sprui- tenburg en P. Boekel, onderwijzers; J. Bol- kestein, Dorps genees-, heel-en verloskundige; J. Eggink, ambtenaar ter secretarieII. G. D a- nens, G. van der Woude, J. de "Vries en P. Flipsen, veldwachtersD. van Wieringen, buitengewoon veldwachter; J. Knol, doodgraver op de algemeene begraafplaats. Ambtenaren bij de Plaatsel. BelastingenC. L e- wis, hoofd-commies; D. J. C. Fraiken, D. Soe- tens, A. Ziethof en J. J. van der Leden, ambtenaren aan de Grenskantoren; II. G. Danens, G. van der Woude, P. Flipsen, J. de Vries en W. Oltmans, commiezen; J. Knol, deurwaar der bij de Plaatselijke Belastingen. Brandmeesters bij de Brandspuit N°. 1, D. van H o u t e n opper-brandmeesterP. Brillemans, D. D. v a n D ij kD. E a v e n en P. d e Boer, brandmeesters. Brandmeesters bij de Brandspuit N°. 2, W. Verploegh, opper-brandmeester; D. Eggink, K. Kniep, K. Vaalburg en brandmeesters. Plaatselijke Verordening en. In den loop des jaars 1859 zijn vastgesteld de navolgende verordeningen Instructie voor heeren opper-brandmeester en brand meesters bij de Brandspuit N°. 1. Idem bij de Brandspuit N°. 2. Instructie voor de ambtenaren belast met de surveillance op de invordering der Plaatselijke Belasting op het gedestilleerd de likeu- ren en den wijn. Verordening houdende wijziging van de Instructie voor den ontvanger der gemeente Haarlemmermeer. Verordeninghoudende wijziging van de Instructie voor den secretaris. Verordening op het losloopen en schutten van vee in de gemeente Haarlemmermeer. Verordening op de invordering der Plaatselijke Belasting op het gedestilleerdde likeuren en den wijn in de gemeente Haarlemmermeer. Verordening op de invordering van den hoofdelijken omslag. Verordening op de invordering der regten voor het begraven op de Algemeene Begraafplaats. HOOFDSTUK III. Gemeente-Archieven. Het archief, ter secretarie berustende, is nieuw en in goeden staat. Het laat zich aanzien dat het van grooten omvang zal worden. Het is beschreven in eenen inventaris. Eeeds in een vorig verslag gaven wij de wensche- lijkheid te kennendat eenige gelden konden worden beschikbaar gesteld tot aanschaffing van al die wer- ken, welke op Haarlemmermeer, zoowel in vroegeren als in den tegenwoordigen tijd, betrekking hebben, en wij betreuren het, dat aan dezen wensch nog niet is kunnen worden voldaan. Begraafplaatsen. Er bestaan thans in de gemeente drie begraaf plaatsen, deze zijn: 1°. de Algemeene Begraafplaats nabij Houtrijk en Polanenaangelegd door het Herv. kerkbestuur dier gemeente; 2°. de R. C. begraaf plaats op sectie JJ, kavelSO; 3°. de Algemeene begraafplaats op sectie J J, kavel 3. De toestand dier begraafplaatsen is allezins voldoende. Voor de begraafplaatsen genoemd onder N°. 1 en 3 zijn de tarieven voor de te betalen begrafenisregten vast gesteld en door den Koning goedgekeurd. Voor de begraafplaats vermeld onder N°. 2 is het tarief aan Z. M. opgezonden. De Algemeene begraafplaats werd in 1859 aange legd, ten gevolge eener publieke aanbestedingwaarbij Gerrit Prook, te Mijdrecht, aannemer werd voor 1197.50; de uitvoering van dit werk werd naar wensch voltooid. De ingebruikstelling dezer be graafplaats ondervond, door de slechte wegen en andere omstandighedeneenige vertraging. Den lst<m February 1860 is dezelve echter tot algemeen gebruik opengesteld. Van wege het E. C. kerkbestuur alhier is aanvrage om vergunning gedaan voor den aanleg van eene tweede R. C. begraafplaats, op sectie C, kavel 12. Er waren omstandighedendie het verleenen dier vergun ning in 1859 in den weg stondendoch (zoo als in een volgend verslag zal worden medegedeeld) is die vergunning thans verleend. HOOFDSTUK IV. Geldmiddelen. Op de Begrooting, dienst 1859, welke den 2den February 1859 door H. H. Gedeput. Staten werd goedgekeurd, zijn de navolgende posten gebragt, als: Ontvangsten. 1. Goed slot891.935 2. Opcenten op's Rijks dir. belastingen 2035.93 3. Hoofdelijke omslag6000. 4. Eetributien820. 5. Hondenbelasting300. 6. Buitengew. ontvangsten en uitgaven 4597. 14644.865 Uitgaven. 1. Kosten van het Gemeentebestuur4655. 2. Invordering der Plaatsel. belastingen 250. 3. Belasting.onderhoud v. werken enz. 180. 4. Openbare veiligheid3676.935 5. Onder wij s5270. 6. Armwezen (begrafeniskosten)270. 7. Buitengewone uitgaven170. 8. Onvoorziene uitgaven172.9-3 14644.865 SaldoNihil. HOOFDSTUK V. De gemeente heeft de navolgende gebouwen in ei- gendom: 1°. eene school en onderwijzerswoning op sectie J J, kav. 1; 2°. eene dito en dito op sectie PP, kav. 1; 3°. eene noodschool op sectie E, kav. 16; 4°. een brandspuitenhuis op sectie JJ kav. 3; 5°. een dito op sectie PP, kav. 1. Al deze gebouwen zijn in goeden staat. De school en woning, en de gebouwen genoemd onder N°. 2, 4 en 5, zijn gebouwd in 1859. De school en woning door subsidien van het Eijk en de Provincie, de anderen uit de Gemeente-fondsen. De kosten daarvan hebben bedragende school en woning 15,795 het brandspuitenhuis op sectie JJ, kav. 3 1,048; idem op sectie PP, kav. 1 493.49. De gemeente bezit geene andere gronden in eigen- dom dan de gedeelten dorpsgrond, waarop de scholen zijn gebouwd. Straten worden in de gemeente niet gevonden. De Pleinen, tot de onverkochte dorpsgronden be- hoorende, zijn het eigendom van het Eijk en worden jaarlijks als weiland verhuurd. Het is, in het belang van het Eijk en de Gemeentezeer te betreuren datniettegenstaande de herhaalde pogingendeze gronden niet aan de gemeente worden afgestaan, en dat de tegenwoordige toestand hare ontwikkeling en bloei als dorpen in den weg staat. En het is onbc- grijpelijk, dat het betrokken Ministerie, die zulks officieel had toegezegd, daartoe niet kan besluiten daar die gronden het Eijk veel meer kosten dan zij opbrengen. De Wegenuitgezonderd die in de beide geprojec- teerde dorpenzijn het eigendom van den Polder, en moeten door den Polder worden onderhouden. Die in de dorpen behooren aan het Eijk. De overige wegen in den Polder zijn verdeeld in hoofd-dwars- lengte- en veldwegen. Zij zijn des zomersop enkele uitzonderingen na, in bruikbaren staat. In den af geloopen winter waren de nog niet hard gemaakte wegen zeer slechtsommigen onbruikbaar. Het Jaagpad om de gemeentelangs de Ringvaartis grootendeels in vrij goeden staat en is een harde weg. Voor het onderhoud der kunstwerkenin de wegen liggendewordt door het Polderbestuur gezorgd. In 1859 is weder een gedeelte der wegen door het Polderbestuur hard gemaakt. Van den Iloofdweg is eene lengte van 3000 ellen (van den Lisser- tot den Venneper-dwarsweg) begrind; van den Venneperweg de oostelijke helft, ter lengte van 4000 ellen; en de Spaarnwouderwegter lengte van ongeveer 10000 ellen. In de kosten van begrind en is 2/3 door het Eijk en de Provincie gedragen. Voor het onderhoud van waterkeeringenoverlaten, bruggen, veeren en overvaarten, welk onderhoud aan den Polder behoort, wordt de noodige zorg gedragen. Havens worden hier niet gevonden. HOOFDSTUK VI. Medische Policie. Blijkens het rapport over den algemeenen gezond- heidstoestand in deze gemeente over 1859, ingezonden door den heer J. Bolkestein, plaatselijk genees-, heel- en verloskundige alhier, was die toestand in het algemeen niet ongunstig. Bedoeld verslag luidt als volgt RAPPORT aan het Edel Achtb. Besluur der Gemeente Haarlemmermeer over den algemeenen gezondlieidstoestand van bovengenoemde Gemeentegedurende het jaar 1859; aangeboden door den Ileer J. Bolkestein, Plaatselijk Genees-, Heel- en Verloskundige. De eerste maanden van het jaar waren het de gewone ver- koudheidszieklen febres catarrh ales)die voorkwamen, waarvan in Januarij het meest borslziekten (als BronchilidesPleuriti- des en Pneumoniae). Hydrops post febres intermittentes werd niet zelden gezienevenzoo enkelo gevallen van Apoplexie. In February en Maart kwamen onder de kinderen voor Arach nitis (hersenvlies-ontsteking), Tussis quinta (kinkhoesl) en enkele gevallen van Peritonitis (buikvlies-ontsteking). - In Apri vertoonde zich eene epidemie van Morbilli (mazelen)hoewel goedaardig, in hare gevolgen echter voorvelen noodlottig. Sto matitis (mond-ontsteking) kwam onder de kinderen zoowel als onder de volwasscnen veel voor, en enkele gevallen van Ulcus noma, Erysipelas bullosum, Variolae verae (ware pokken) dc-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 5