- 80 -
den zich voor, doeh ideven beperkt.In Junij cnJulij kwa-
men sporadische gevallen van Typhus voor, evenzoo van Angina
membranacea (keel-luchtpijp-ontsleking). In Augustus en
September ontslonden weder de Febfes gaslricae biliosae en
Febres inlermittentes (gal- en lusschenpoozende koorlsenjbet
getal zieken nam toen zcer toemaar de sterfle stond loen
even als in vorige jaren onder die omstandigheden niet in
verhouding. In de laatste maanden van hot jaar waren bet
meest recidiven van febres inlermittenteslot dat eindelijk
bet karakter der ziekte meer tot bet ontstekingachtige over-
ging en wederom borstziekten de overhand kregen. Van de
cholerawelke ciders velc voorzorgen en maatregelen noodig
maakte, bleef deze Gemeente verschoond, althans kvvam geen
enkel gcval onder mijne behandeling. Zelfs werden bedenke-
lijke diarrhoeae zelden gezien.
Reeds in het Verslag over 1856 werd door mij de wensche-
lijkheid te kennen gegeven, dat goed Drinkwater in den zomer
te verkrijgen ware, en de noodzakelijkheid dringt mij om U
Edel Achtb hierop bij vernieuwing opmerkzaam te maken.
De afgeloopen zomer gaf vele bewijzen hoe wenschelijk zulks
is, daar in dien tijd, door den lagen waterstand in den Pol
der, het water ondrinkbaar was, en het water dat van tijd tot
tijd werd ingelaten uit de Ringvaart, meestal en op vele
plaatsen dien toestand verergerde. Ik aclit het dus van groot
belang voor den algcmeenen gezondheidstoestand in deze Ge
meente dat hierin op de meest afdoende wijze en zoo spoe-
dig mogelijk worde voorzien.
Haarlemmermeer3 Maart 1860.
J. BOLKESTEIN.
Het getal vaccinatien in 1859 heeft bedragen 81.
Buitengewone maatregelenter voorkoming en gene-
zing, werden niet vereisckt. Door de gewone hulp
der geneeskundigenzoo inals in den omtrek der
gemeente gevestigdwerd in de behoefte voorzien.
Het personeel der geneeskunst-oefenaren is in 1859
verminderd met 1, zij'nde de lieer B. Raat vertrok-
ken naar Houtrijk en Polanendaarentegen hebben
zich in de gemeente gevestigdde heeren A. J. C.
Brans en A. C. van Dorsten, de eerste op sectie
GG, kavel 15; de tweede op sectie MM, kavel 8.
De aanwezige geneeskunst-oefenaren zij'n J. B o 1-
kestein, A. J. C. Frans en A. C. v, Dorsten;
alle genees-, heel- en verloskundigen.
In deze gemeente bestaat geene Plaatsel. Commissie
van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt, alsmede
geene gast- of ziekenhuizenof krankzinnigengestich-
ten. De behoefte aan eene gelegenheid ter verzor-
ging van ziekenis niet te ontkennendaar vele
woningen, waaronder in de eerste plaats de zooge-
naamde keetenbepaald ondoelmatig zijn tot verzorging
van ziekenen er in deze gemeente vele arbeiders
tijdelijk van elders komenwelkein geval van
ziektegewoonlijk niet in hunne kosthuizen kunnen
verblijven en hun vervoer naar elders dikwijls niet
meer mogelijk is.
HOOFDSTUK VII. Nationale Mililie en SeJiutterij.
Het getal ingesehrevenen voor de nationale militie
in 1859 bedroeg 48 man; het gewoon contingent 18
man; ingelijfd zijn: lotelingen 17 man, plaats-
vervangers 1, zamen 18.
De rustende schutterij in deze gemeente is in vol-
doenden toestand. De geheele sterkte bedraagtac-
tieve schutters 106 man, reserve 108, te zamen 214man.
Sterkte van den lsten ban der schutterijactieve
schutters 90 man, reserve 101, te zamen 191 man.
HOOFDSTUK VIII.
Er bestaat in deze gemeente eene kerkelijke ge
meente zijnde de Hervormde Gemeente van Haarlem
mermeer. Haar bestaan werd erkend bij K. K. besluit
van 29 Junij 1857. Bij die gemeente is een
predikantzijnde de wel-eerw. lieer L. T i n h o 11.
Van de Roomsch-Catholijken is het niet officieel
bekendof zij reeds in eene of meer kerkgemeenten
zijn verdeeld, of als zoodanig zijn erkend. Er bestaat
evenwel grond om te vermoedendat zulks wel het
geval is. De leerarenwelke de openbare godsdienst
bij de R. C. bedienen, zijn de wel-eerw. heeren J.
Steenvoorde, pastooren J. Kockhoven, ka-
pelaan.
De ondernomen bouw van twee R. C. kerken en
eene pastorij, op sectie I, kavel 30, en sectie C,
kavel 12, is zoo goed als voltooidook deze gebou-
wen strekken der gemeente tot sieraad. Zij zijn
daargesteld deels door liefdegiftendeels door subsi
dien van het Rijk en de Provincie. Behalve deze
werd voor den bouw dier kerken en pastorij bij K. K.
besluit dd. 8 April 1858 n°. 98, toegestaan het
houden eener verloting van voorwerpen van kunst en
smaakwelke als tamelijk wel geslaagd mag beschouwd
worden.
Door wijlen den lieer Mr. J. D. L. L. van B r i e-
nen van Stad aan 't Haringvliet, werd aan
de R. C. gemeente alhier bij testamentaire dispositie
een legaat gemaakt groot 3000.Tot de aan-
vaarding daarvan werd magtiging verleend bij K. K.
besluit dd. 6 February 1859, n°. 87. Een gedeelte
daarvan werd gebezigd voor den bouw van bovenge-
noemde kerkenhet andere gedeelte is ten behoeve
dier kerken belegd.
De opbrengst van de inzameling van giftenbestemd
tot het bouwen van eene tweede kerk en pastorij
voor de Hervormdendoet allezins vermoeden dat de
pogingen van de betrokkene commissie met eenen
gunstigen uitslag zullen worden bekroond.
HOOFDSTUK IX.
Onderwijs KunstenWetenschappen.
Op 31 December 1859 werd in vier openbare
scholen lager onderwijs gegevenen wel op sectie JJ,
kavel 1op sectie PP, kavel 1 op sectie Ekavel
16, en op sectie II, kavel 4.
Op sectie JJkavel 1werd het onderwijs gegeven
in de aldaar gestichte nieuwe school. Op sectie
PPkavel 1werd gebruik gemaakt van een gehuurd
lokaal, maar den lsten February 1860 werd geopend
de aldaar gestichte nieuwe school, waarin sedert dien
tijd het onderwijs wordt gegeven. Op sectie E
kavel 16wordt nog steeds gebruikt de aldaar be-
staande hulpschool. Op sectie II, kavel 4, geeft
men onderwijs in een daartoe gehuurd lokaaldeze
school werd geopend den lsten Augustus 1859.
De Raad heeft, bij besluit van den 25 Oct/27 Dec.
1859, besloten om, met intrekking van het Raads-
besluit dd. 19 Mei 1858, en naar aanleiding van
art. 17 der wet op het lager onderwijs, het aantal
scholenter voorziening in de behoefte aan het lager
onderwijsvoorloopig te bepalen op zesvan dit
besluit werd mededeeling gedaan aan HH. Gedeput.
Staten van Noord-Holland. De plaatsenvoor die
scholen bestemdwerden bij het aangehaalde Raads-
besluit bepaald als volgt: eene aan de Hoofdvaart,
op sectie JJkavel 1eene aan ditoop sectie PP
kavel 1eene aan ditobij den Spaarnwouderweg
eene aan dito, op Abenes; eene aan den Vijfhuizer-
wegbij den Spieringwegen eene aan dito bij den
Aalsmeerderweg.
Het gevoelen van den Raaddat op de twee laatst-
genoemde scholen de bepaling van art. 20 der wet
op het lager onderwijs kon worden toegepastwerd
door HH. Gedeput. Staten niet gedeeldzoodatten
gevolge daarvan, al de scholen hoofdscholen zullen zijn.
Om aan het meermalen genoemd Raadsbesluit uit-
voering te gevenzal eerlang tot de benoeming van
een hoofd-onderwijzer worden overgegaan. En zal er,
zoodra de gelegenheid zich daartoe opdoet, onderwijs
worden gegeven op Abenes.
Ofschoon men overtuigd is van de groote behoefte
aan lager onderwijs in deze gemeente, zoo twijfelt
men er evenwel aan of reeds in 1860 op zes scho
len onderwijs zal kunnen worden gegeven. De be-
perktheid der geldmiddelen zullen het welligt nood-
zakelijk maken, om met eene der scholen tot een
volgend jaar te wachten.
Het getal leerlingen bedroeg in 1859:
Jong. Meisj. Totaal.
School sectie JJ,kav. 1, op 15 Jan. 40 20 60
15 Julij 47 32 79
School sectie PP, kav. 1, op 15 Jan. 28 20 48
15 Julij 43 28 71
School sectie E, kav. 16, op 15 Jan. 22 11 33
15 Julij 29 21 50
School sectie II, kav. 4, op 31 Dec. 20 16 36
Gedurende 1859 hebben slechts weinig kinderen
kosteloos onderwijs ontvangen. Het schoolgeld is niet
hoog en dus ook niet drukkend.
Op 1 January 1859 waren in functie 3 hoofd-
onderwijzers, namelijk: K. T. Roosdorp, P. Bal-
kenende en W. C. Spruitenburg, alle den
2dcn rang bezittende.
Den 29sten April 1859 werd een vergelijkend examen
gehouden voor de benoeming van een vierden hoofd-
onderwijzer. Op de voordragt werden geplaatst de
heeren J. Bogaard, C. Hartwigsen, J. Schmal,
P. B o e k e 1 en G. B o s m a. De Raad benoemde
daaruit tot lioofd-onderwijzer den heer P. B o e k e 1
bezitter van den 2den rangdie op 1 Augustus
1859 zijne betrekking heeft aanvaard.
Het onderwijs in deze gemeente kan matig genoemd
worden; de behoefte aan uitbreiding doet zich evenwel
levendig gevoelen.
De school en onderwijzerswoning op sectie J J,
kavel 1is in zeer goeden toestand. De noodscholen
op sectie Ekavel 16 en sectie 11kavel 4 maken
het zeer wenschelijk, dat jaarlijks met het bouwen
eener nieuwe school en woning kunne worden voort-
gegaan.
Op den 28sten Julij 1859 werd door den heer
Burgemeester dezer gemeente, in tegenwoordigheid
van den Gemeenteraad en leden der Plaatsel. School-
commissie, en van den Provincialen Opzigter, op uit-
noodiging van den Raadde eerste steen gelegd van
de te bouwen school op sectie PP, kavel 1.
Ofschoon het bouwen van deze school en de daarbij
behoorende onderwijzerswoning werd voortgezetis
de finale oplevering van het werk door den aannemer
tocli eenigzins vertraagd geworden. Niettemin waren
de gebouwen zoo verre gevorderddat de school
den lsten February 1860 in gebruik is gesteld kun
nen worden. Ook de onderwijzerswoning werd in
Januarij 1860 door den onderwijzer betrokken.
Beide gebouwen voldoen aan de verwachting en
getuigen van den onbekrompen wil der Regering, om
de gemeente in het bouwen van schoollokalen kracht-
dadig bij te staan. Door het Rijk en de Provincie
zijn de kosten van bouwing derzelveter somma van
15,795.— betaald. Door kerkelijke of andere
instellingenof ook door particulierenwerden in
1859 geene subsidien ten behoeve van het onderwijs
verstrekt.
HOOFDSTUK X. Armwezen.
De toestand van het armwezen is in het algemeen
niet als direct ongunstig te noemen. Wanneer
men de uitgestrektheid der gemeente in aanmerking
neemt en haar vermeerderd zielental, dan is die
toestand ook niet ongunstiger dan in vorige jaren.
Veelal waren het gevallen van tijdelijken aard of van
ziektendie hulp noodzakelijk maakten.
Er heerscht nog bij vele menschen in deze gemeente
vooral onder hen die tot den minderen stand behoo-
ren zorgeloosheid en weinig spaarzaamheidbij
anderen bestaat het misbruik van sterken drank
zulks gelooft men dat de twee hoofdoorzaken zijn,
waardoor velen, en soms zeer spoedig, ondersteuning
van anderen vragen. Als middelen, die naar ons
oordeel in deze gemeente geschikt zouden zijn om
aangewend te worden tot vermindering van armoede
kunnen aangegeven wordenvooreerst het zoo spaar-
zaam mogelijk en niet dan bij volstrekte noodzakelijkheid
geven van onderstanden voorts het zooveel mogelijk
nemen van maatregeleninzonderheid door alle landbou-
wersom geen arbeiders in hunne dienst te duldendie
misbruik maken van sterken drank.
In 1859 is door de gemeente voor eigen rekening
wegens onderstand verstrekt een bedrag van 25.
Maar bovendien werd een bedrag van p.m./ 2800.-—
voorgeschoten, wegens bedeeling en geneeskundige hulp
aan armen, die elders domicilie van onderstand hebben.
Wij betreuren het, dat er geen meer doeltreffende
maatregelen bestaanom de wegens onderstand voor
geschoten gelden terug te vorderendan den weg van
regtente meer omdat het verleenen van magtiging
tot het instellen van eene regtsvorderingwanneer het
geene groote sommen betreft, bij HH. Gedeputeerde
Staten zwarigheid ontmoet. Er bestaat in het alge
meen bij de Gemeentebesturen ook weinig medewer-
king in het ter behoorlijker tijd restitueeren van
voorgeschoten onderstandwenschelijk ware het dus
dat daarin werd voorzien.
De Ontvangsten en Uitgaven van de in de gemeente
aanwezige Instellingen van Weldadigheidzijnde alleen
de Diaconie der Herv. gemeente, hebben in 1859
bedragenOntvangsten.
a. wegens Collectenf 248.49s
b. verschillende ontvangsten1.99
250.48s
Uitgaven.
a. wegens onderstand in geld of levensmidd,/ 200.70
b. wegens geneeskundige hulp40.45
e. verschillende uitgaven1.20
242.35
Wij verheugen er ons indat dit Armbestuur reeds
zoo veel medewerkt, om de arm verzorging van het
Burgerlijk bestuur te verligten. Het ware wen
schelijk dat ook van de zijde der R. C. gemeente
alhier eenige meerdere belangstelling in het lot hunner
armen werd betoond.
Er bestaat te Haarlemmermeer, althans voor zooveel
het Gemeentebestuur officieel bekend isnog slechts
eene instelling van liefdadigheid zijnde de Diaconie
der Herv. gemeente alhier. Zij is van zuiver ker-
kelijken aard en erlangt geene subsidien. Door
haar werden in 1859 tijdelijk ondersteund 9 personen.
Door het Gemeentebestuur is in 1859 aan 2 per
sonen voor eigen rekening, en aan ongeveer 300 per
sonen voor rekening van andere gemeentenonder
stand verstrekt.
{Bet vervolg van dit beredeneerd Verslag in No. 20.)
Drukkerij van Bonga C°. Amsterdam.