ArovtmiEifim - 87 J. A. Beijerinck. Vee-Verkooping C. H. Buijts Czn. Aangezien er den 15den Mei aanstaande eene IIERSTEMMING plaats moet hebbenvoor een Hoofd-Ingeland van den Haarlemmermeer-Poldertus schen de Heeren J. A. BEIJERINCK en C. E. DUIJTS Czn. wordt het van het hoogste belang voor den Polder geacht dat de Stemmen vereenigd worden op den Heer J. A. BEIJEItlACM, H IJ TWA M13 A. afzonderlijke bemaling, onder zoodanige bepalingen, als zij in het belang van hot overigE gedeelte dcs polders noodig acht, en daaronder zal wel in de eerste plaats behooren, dat de waterberging door die toestemmingen niet words verkleind. Niemand der Ingelanden kan daardoor schade lijden. Integendeel alien zullen er door worden gebaat. Met de erkenning van het regt tot afzonderlijke be maling zal aan den bestaanden strijd een einde wor den gemaakt. 1IERSTEMMING voor HOOFD-INGELANDEN, tusschen de Heeren C. E. DUIJTS Czn. en J. A. BEIJEEINCK, op 15 Mei I860. Daar wij voor de eerste stemming niet tijdig genoeg onderrigt warendat eene nieuwe keuze van Hoofd- Ingelanden op 17 April j.l. zou plaats hebben, bestond er voor ons geene gelegenheidom na te gaanin hoeverre het wenschelijk kon worden geacht de beide aftredendenof een van beide te herkiezen. Wij onthouden ons ook nu van een eigen oordeel, daar dit reeds eenigennate door de stemgeregtigde Ingelanden is uitgesproken en er geene gelegenheid tot tegenspraak meer bestaat, maar plaatsen desniettemin de beide volgende ingezonden stukken met den wensch echter, dat in het vervolg, vroeger gelegenheid besta voor de Ingelandenom ook in dit opzigt met elkan- der van gedachten te wisselen. Meermalen heeft men aangedrongen van verschillende zijden op openbaarheid der Yergaderingen van Hoofd- Ingelanden van den Haarlemmermeer-Poldermet het doel, dat Ingelanden door het hooren der beraadsla- gingen, zouden kunnen oordeelen of de Hoofd-Inge- landen de eer eener herkiezing waard zijn, ja dan neen. Indien nu die Yergaderingen openbaar waren geweest, zouden de kiezers slechts zelden in de gelegenheid zijn geweest om de geschiktheid le beoordeelen van den heer C. E. D u ij t s. Die heer is lid geworden van de Vergadering op 30 April 1856. Blijkens de notulen zijn er sedert (tot 21 December 1859) gehouden 25 Yergaderingen. Daarvan kwam de heer D u ij t s te laat in 5 Verga- deringen. (6 Aug. 1856, 18 Dec. 1856 17 Junij en 15 Julij 1857, 11 Mei 1859.) Hij verliet de Vergadering te vroeg in 6 Yergade ringen. (14 Mei 1856 16 Oct. 1856, 14 Oct. 1857 22 Sept. 1858, 30 Maart 1859 24 Aug. 1859). Hij bleef afwezig op 13 Mei 1857. Van de 2 5 Vergaderingen was dus de heer Duijts in 12 geheel of gedeeltelijk afwezig. In die Vergaderingen kwamen toch belangrijke zaken voor, onder anderen 30 Maart 1859, het budget van den Polder. Als men liier nu bijvoegt dat de heer Duijts zich luiten stem hield op 28 Januarij 1857 op 25 Maart 1857 drie malen (betrekkelijk eene belangrijke voorgeslagen leening), op 29 April 1857 en dit buiten stem blijven eerst staakte, toen het op 15 Julij 1857 door het reglement van orde verboden werd, dan heeft de heer D u ij t s werkelijk weinig aandeel gehad in de beslissingen der Vergaderingen. Schoon nu Vergaderingen van Hoofd-Ingelanden voor het publiek niet toegankelijk zijnis het niet onbekend dat de heer Duijts weinig bekend is met parlementaire vormen, en b. v. altijd den tijd der beraadslagingen voorbij laat gaan, om het woord te vragen midden in de stemming, hetgeen veel tijd kost en zeer hinderlijk is. De heer D u ij t s iswanneer hij aamvezig isin zijne stemmingen niet zeer consequent. In de Vergadering van 2 Julij 1856 is hij tegen het gaande houden van den dienst, door een voor- schot van f 30,000, door Hoofd-Ingelanden te geven op de te betalen polderlastenzonder dat hij eenig ander of beter middel voorstelt, hij herhaalt zijne meening 18 December 1856, maar stelt zelve voor op 28 Januarij 1857 dat wat hij vroeger had afge- keurd, doch nu nadat hij vernomen had, dat hij als Hoofd-Ingeland met dit voorschot 6 rente van den Polder konde verdienen. Op 18 December 1856 vraagt de Heer Duijts verbetering van den Sloterweg waaraan zijne goederen liggen (Er waren namelijk klagten ingekomen bij het Bestuur dat de heer Duijts van dien weg specie had laten afhalentengevolge waarvan een gat in den weg was gekomen, dat er nog in ligt, en den weg onbruikbaar maakt). Op 29 April 1857 stemt de heer D u ij t s tegen het vragen aan Rijk en Provincie om subsidien tot verbetering van wegen op 23 Junij 1858 en 6 April 1859 tegen verbetering van den weg langs de kerk, door het Kruisdorp. Op 29 April 1857 stemt dc heer Duijts tegen het aangaan eener geldleening van 80,000; hij wil de polderlasten voor dat jaar met/4 per bunder verhoogen en stelt voor op 15 Julij 1857, om die leening in een jaar af te lossen, waardoor de verhoo- ging van de polderlasten, afgestemd voor 1857 op 1858 zoude zijn gekomen. De heer Duijts is tegen geldleening en ook tegen verkoopen van land; hij verzoekt van het laatste uitdrukkelijk aanteekening in de notulen van 11 Mei 1859. Als nu de Polder geen geld mag leenen en ook geen grond mag verkoo pen, moet zij de polderlasten verhoogen bij buitenge- wone behoeften, of dit gevoelen van den heer D uij ts bij vele kiezers bijval vindt mag worden betwijfeld. In 1859 op 24 Augustus is de heer D u ij ts onder hen die tegen de vermeerdering stemmen van de ketels aan den Cruquiusop 24 Augustus 1859 is hij de eenige die daarvoor geen geld wil toestaan. Die ver meerdering van ketels heeft toch weder een voorstan- der gevonden in den heer Duijts, die in de Verga dering van 28 Maart 1860 daar voor gestemd heeft. Indien de kiezers ook wilden heenstappen over alle deze beweegredenen tegen den heer D u ij t szoo blijft het niet te ontkennen dat het eene dure lief- hebberij is om den heer Duijts te benoemen. Zijne aanwezigheid in het Bestuur kostte den polder toch reeds vele tonnen schats. Hqt waren toch de heeren Duijts, Lanser en van der Breggen die op 30 April 1856 voorstel- dendat de Polder van den Staat der Nederlanden onvoorwaardelijk zoude worden overgenomenniettegen- staande de Dijkgraaf zich in zijne bekende memorie van dien dag, daar tegen had verzet. Die onvoorwaardelijke overname wordt in rond- vraag gebragtde stemmen stakenen volgens de stem van den heer Duijts moet dus de Polder ten zijnen koste verbeteren, de Ringvaart, de Riugvaarts- dijk, de Ringvaartsboordende binnen-kanalende togtende waterbergingde wegen en bruggende wegslooten de gebrekkige werktuigen enz. enz. Gelukkig dat na de staking van stemmen het ge voelen van den heer Duijts de overhand niet ver- kreeg, en van het Rijk althans eenige wijziging werd verkregen; in de vergadering van 14 Mei bleek nu weder hoe weinig de heer Duijts zich zelven gelijk bleef, want nu stemde die heer weder tegen de ver- beterde overname van het Rijk. De Minister van Reenen schijnt gerekend te heb ben op zulk wankelen van leden der vergadering hij zoude zich anders hebben gewacht om den Polder te dreigen, dat hij bij niet overname zoude ophouden met malen, en den Polder laten verdrinken door welk schrijven hij het Rijk der Nederlanden maakte tot een gebrekkigen aannemer, hetgeen voor de eer des lands en van den Minister weinig schijnt te pleitenen voor de beurs der Ingelanden allerschadelijkst is geweest. Tegenover den heer D u ij t s nu wordt gesteld den heer Beijerinck. 's Mans talenten zijn te bekend, om hier eene lofrede te behoeven; zijn rapport van 28 Mei 1859 heeft den Polder gevrijwaard tegen de verkwistingen van het Rapport Storm B u y s i n g. Zijn schrijven aan eenige Hoofd-Ingelanden bragt veel toe om den Polder in 1860 te behoeden tegen de roekelooze oprigting van windmolens enz.waartegen gewaakt werd door het amendement van Stralen van, 28 Maart 1860 en hetgeen den Polder behoedde voor eene uitgave van minstens een Millioen guldens ook door den Dijkgraaf voorgestaan, blijkens het Weelcblad van 2 en 9 Maart 1860. Ieder kiezer dus die zijne beurs lief heeftdie er tegen is dat in den Polder nieuwe werktuigen wor den daargesteld, voor het stellig gebleken is dat de oude niet deugendie het beter acht menschen in het Polder-Bestuur te hebbendie daarvoor knappe memorien stellenals die te laat komen of te vroeg heengaan, ieder kiezer die eenen man begeerd met stoomwerktuigen bekend, boven iemand die van het stoomwezen geheel onkundig isbrenge op 15 Mei 1860 zijne stem uit op den heer Dikwerf valt het moeijelijk bij dergelijke gelegen- heden eene in alle opzigten bevredigende keuze te doen, zelfs daar waar men door handelingen van vroegere dagen, over het karakter en de rigting van een candidaat oordeelen kan. Hoeveel moeijelijker is het dus niet op dit oogenblik voor de Ingelanden van den Haarlemmermeer-Polderom eene goede keuze te doen. De diepste duisternis heeft tot voor kor- ten tijd over de dcnkwijze en handelingen der leden 'van genoemd bestuur geheerscht; hoe zullen nu In gelanden kunnen oordeelen over de al of niet ge schiktheid van een man, die sedert 1855 zitting nam in het bestuur, waarvan geen enkel verslag der ge- houdene discussien het licht heeft gezien? Op welke gronden moet men dus zijne keuze bepalen? Alleen op bijzondere bekendheid met de candidaten, en hoe klein is het getal dergenen die over hunne dcnkwijze en rigtingen kunnen oordeelen. Op grond van die om- standigheid vermeen ik het mijne pligt mijne mede- ingelanden mijn gevoelen en dat van vele belang- hebbenden in den Polder omtrent den eerstgenoemden candidaat te doen kennen. Niet dat ik zoude weu- schen eenige afbreuk te doen aan de bekwaamheid van laatstgenoemden, wel verre van daar, zelfs zou bij eene verkiezing voor eene opengevallen plaats als Hoofd- Ingeland, misschien niemand meer geschikt zijn dan de heer B e ij e r i n c kdie bepaald als wetenschap- pelijk manbij behandeling der Stoomtuigen onzen geachten bestuurder v. d. Poll waardiglijk ter zijde zoude kunnen staanmaar is dit het eenige belang van den Polder? volgens mijn inzien neen! de heer B e ij e r i n c k kan immer door toelichtingen bij wijze van brochures dat nut stichten wat ZEd. vermeent te moeten doen. Eene andere, en voor dit oogenblik meer ge- wigtige hoedanigheid kunnen wij Ingelanden vinden in den eerstgenoemden candidaat, zijn ijver namelijk voor een zuinig linancieel beheer. Gedurende zijne vijfjarige zitting toch heeft de heer D u ij t s getoond een man te zijndie een zuinig beheer der opgebragte gelden wenscht, een man van gematigden vooruitgang, die inziet dat het gemakkelijk is geld te leenen maar moeijelijk terug te geven, daarbij iemand van onder- vinding In andere zaken en die door zijne groote bezittingen in den Polder, een werkelijk belang bij een goed beheer heeft, afgescheiden nog van zijne verkregene ondervindingin den tijd dien hij reeds veil gehad heeft om den Polder nuttig te zijn. Breng dus Ingelanden bij de aanstaande herstem- ming Uwe stemmen uit op den Heer Een Kiezer. Iloofd-Ingenieur bij den Waterstaat van Zuid-Ilolland te 's Gravenhagewelke ook als Ingeland groot belang heeft dat de zaken van den Polder behartigd worden. De droogmaking van den Zuidplaspolder werd onder zijn toezigt tot stand gebragt, en is Zijn Edele door bekende ondervinding, kunde en bekendheid met de werkzaamheden der drooghouding van den Haarlem mermeer-Polderten hoogste aan te bevelen. Daar velen in het denkbeeld verkeerenden Heer BEIJE RINCK, aan de Machine de Lijnden, Zoon van boven- genoemden Heer, bedoeld wordt, wordt hierop ter voorkoming van misverstand indaclitig gemaakt. Dus Kiezers overdenkt uwe keuze. EEN KIEZER. Verkoopingen van eene aanzienlijke partij ONGEZAAGDE IIOUTWAREN, waaronder lleipalen Sparren, Slieten (meest gescliild), Heininghout, Dam- en Schoeipalen, Werkhout, enz., door den Notaris LICHTENBELT, residerende te Aalsmeerals Pings- dag den 15den Mei 1860, te Leimuiden; Woensdag den 16Jen Mei 1860, te Aalsmeer, en Vrijdag den 18Jen Mei 1860, te Sloten, telkens des morgens ten 10 ure precies. Alles breeder bij Billetten. op eerstkomenden Woensdag den 16Jen Mei', in Haar lemmermeer Sectie NN°. 12nabij de Pont achter Hillegom, 's morgens ten 10 ure, van: ongeveer 30 stuks versch afgekalfde of nog Kalfdragende SCIIOT- TEN en VAARZEN, ongeveer 6 stuks gelde SCIIOT- TEN en VAARZEN3 stuks tweejarige STIEREN 6 stuks aanhouders KALVEREN6 stuks tweejarige Merrie VEULENS1 tweejarig Ruin dito 9 stuks SCIIRAMMENalles krachtig in het vleesch en gezond Kontant met 5 pCt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 3