Haarlemmermeer.
Landbouw.
LANDBOUW-LEESBIBLIOTHEEK
PRIJSVRAAG
uitputtende gewassen alleen voordeel aanbrengen en de
welvaart van den landbouwer en de vruchtbaarheid van
den grond bevorderen. Maar zoo men alleenin
plaats van graan te verbouwen, koolzaad zaait,
meekrap plant of het land verhuurt om te vlassen,
zonder verder eenige verandering of verbetering in zijn
kultuurstelsel te brengendan zal men wel eenige
jaren wat meer geld in kas krijgenmaar de vrucht
baarheid van den grond zal afnemende opbrengsten
van de graangewassen zullen dalende handelsgewassen
zullen niet meer willen groeijen en de laatste toestand
zal erger zijn dan de eerste.
VOOR
HAABLEMMEEMEEB.
Gedurende de lange winteravondenterwijl de wegen
in den Polder onbegaanbaar waren, zullen vele onzer
landbouwers voorzeker wel eens naar eenig nuttig en
aangenaam boek verlangd hebbenom den tijd wat
te korten. De Courant is spoedig uitgelezenen
gewoonlijk is de bibliotheek van den boer niet zeer
ruira voorzienen kent hij die enkele boeken al half
van buiten. Daarbij komt nog, dat er tegenwoordig
over landbouw heel wat geschreven wordt en er ook
in ons land verschillende tijdschriften bestaandie
uitsluitend aan de belangen van den landbouw ge-
wijd zijn. Menig landbouwer was ongetwijfeld gaar-
ne in de gelegenheiddaar ook eens wat van te
lezen; maar tot het koopen van boeken komt hij
zeldenhij vindt ze gewoonlijk te duur en weet niet
of hij er veel aan zal hebbenen tijdschriften houden
dat loopt ook te veel op. Dit zal wel de voorname
oorzaak wezen, waarom de landbouwers over het alge-
meen nog weinig lezenwant wij gelooven niet, dat
er in den tegenwoordigen tijd nog vele worden gevonden,
die beweren, dat er uit de boeken niets te leeren
valt. Dit wasalthans voor henvroeger ook wel
wat waartoen vele dier boeken alleen door geleerden
werden geschreven, die van de praktijk van den
landbouw weinig of niets afwisten. Maar tegenwoor
dig is het geheel anders, ook schrijven thans de
boeren zelve; hij die 's morgens achter den ploeg
liep, maakt dikwerf des avonds van een vrij uurtje
gebruik om ons eens wat van zijne ervaring mede
te deelen; de tijdschriften en landbouw-boeken, hou
den zich thans veel minder dan vroeger, uitsluitend
bezig met allerlei nieuwigheden en de beschrijving
van den landbouw in andere landen; maar wij ver-
nemen nu ook eens hoe de landbouw bij ons be-
liandeld wordt, en wat er in onze eigene omgeving
al goeds en navolgenswaardig te vinden is. En
nu zal toch wel geen landbouwer beweren, dat hij
de wijsheid alleen in pacht heeften dat hij ook
niet eens wat van zijnen medelandbouwer zou kunnen
leerenof dat hij er geen belang bij heeft om te
weten hoe in andere streken de gewassendie hij
verbouwtgeteeld worden, hoe men daar het vee
behandelt, enz. Om een bewijs hiervan te geven
wijs ik slechts op een paar zeer uitvoerige en dui-
delijke besehrijvingen, door praktische landbouwers
van den Meekrap- en den Karweibouw, die in de
Boeren-Goudmijn van dit jaar voorkomen. Nu zijn
er verschillende landbouwers in Haarlemmermeer, die
op voorbeeld van anderen deze gewassen zijn gaan
teelenzonder nog met het verbouwen daarvan goed
bekend te zijn. Zij zullen dus dikwerf verlegen staan
of raad moeten gaan zoeken; die raadgevingen nu
kunnen zij hier zoo duidelijk en naauwkeurig vinden
als zij die voor hun doel noodig hebben.
Aan lust tot lezen ontbreekt het dus voorzeker
niet; aan tijd? nu voor hetgeen men gaarne wenscht
te doen is ook wel tijd te vinden; van de winter
avonden, van de zondagen kan ligt eens een uurtje
oversehietenhet blijft dus alleen nog maar de kwestie
van het geld en ook daarvoor is het niet moeijelijk
een goed hulpmiddel te vinden. Dit is namelijkhet
oprigten van eene gemeenschappelijke bibliotheek. Als
iederdie gaarne leest, daartoe eene kleinigheid wil
bijdragen, dan kan er spoedig eene aardige verza-
meling bijeengebragt worden. Het middel is niet
nieuw, want op andere plaatsen bestaan dergelijke
bibliotheken sints lang, en de landbouwers hebben
er veel nut van. Bestaat daartoe gelegenheiddan
is het de beste inrigting als er eenig lokaal te vinden
iswaar de bibliotheek kan geplaatst worden en men
b. v. des avonds eens kan gaan zitten lezen; is zulk
een lokaal gezellig, dan kan dit de herberg dikwerf
veel afbreuk doen, want men verteert er minder en
leert er meer. Maar tevens moet men de boeken,
hetzij voor niet, hetzij voor eenige centen 's weeks,
aan huis kunnen hebben, en de tijdsehriften kunnen
geregeld rondgaan. Het best ware het, dunkt ons,
dat de afdeeling der Hollandsche Maatschappij daar
eens werk van maakte, zij kon alligt daartoe eene
jaarlijksche bijdrage geven en dan kon er bepaald
wordendat elk, die lid der afdeeling isde boeken
voor niet te lezen kan krijgen en de overigen daar
voor eene kleinigheid's weeks betalen. Het Gemeente-
Bestuur zal waarschijnlijk wel kunnen helpen om
eenig lokaal, b. v. de school, aan te wijzen om de
boeken behoorlijk te kunnen bergen. Maar om geen
gras er over heen te laten groeijen en dit spoedig
tot stand te brengen, willen wij ook gaarne trachten
dit te bevorderen. Wij twijfelen niet of vele der
vermogende grondeigenaarsdie bij de Meer belang
hebben, zullen wel genegen zijn eene kleine gelde-
lijke bijdrage te geven voor de oprigting van eene
dergelijke landbouw-bibliotheek. Anderen kunnen ons
hierin behulpzaam zijn door de landbouw-boekendie
voor het doel geschikt zijn, en die ze kunnen missen,
daarvoor ten geschenke te geven. Wij kennen een
predikant die door het aanvragenper advertentie
van boeken voor zijne gemeenteeene zeer aardige
leesbibliotheek bijeen heeft gebragt; welligt slagen
wij hierin evenzeer. Wij willen ons dus bij den
aanvang gaarne belasten met het ontvangen van bij
dragen en boeken, en zullen van al wat ons tot
dit doel wordt toegezonden melding maken. Zoodra
er genoegzaam bijeen is gebragt, hopen wij wel,
dat, hetzij het bestuur der afdeeling Haarlemmermeer
hetzij eenig ander persoon, zich met de administratie
zal willen belasten, en kan er een reglement omtrent
het gebruik maken der bibliotheek worden ontworpen.
Een ieder dus, die deze goede zaak wil bevorde
ren, wordt verzocht, zijne bijdrage in geld of boe
ken aan ons toe te zendenen wij zullen eveneens
trachten door onzen persoonlijken invloed het tot
stand brengen van dit plan te bevorderen.
Van 22 tot 29 Mei zijn bij den Burgerlijken Stand
aangegeven geboren 3 mann.2 vrouw. geslacht
te zamen 5overleden 6 mann.1 vrouw. ge
slacht te zamen 7levenloos aangegeven geeneon-
dertrouwd geene; gehuwd geene.
OVER HET
DROOGLEGGEN DER LANDERIJEN.
In ons verslag van de werkzaamheden der Kon.
Landbouw-Vereeniging hebben wij reeds vermeld dat
ter beantwoording van deze prijsvraag vier verslagen
waren ingekomenen tot beoordeelaars waren benoemd
de heeren W. C. H. Staring en J. D. Evers.
In de vergadering der Vereeniging van 22 Mei werd
door het bestuur bekend gemaaktdat de eerste prijs
van 300 was toegekend aan den heer J. C. Kake-
beeke te Goes, door wien 19J/2 bunder, onder de
gemeenten Arendskerke en Wolfaartsdijk, op het eiland
Zuid-Bevelanddoelmatig waren drooggelegd, en de
tweede prijs van 200 aan den heer J. J. van
Arenthals te Ossenissedie op gehuurden grond,
gelegen onder Ossenisse en Hengstdij/cin Zeeuwsch
Vlaanderen, eene oppervlakte van 57 bunders had
drooggelegd, wel niet op zoo volkomene wijze als
door den eerst bekroonden was geschied, maar toch
met oordeel en overleg enwat vooral veel zegtmet
zeer voordeelige uitkomsten. Het gedrukte verslag
van de wijze van uitvoering en de verkregen uitkomsten
is aan de leden der Vereeniging toegezondenbehalve
de rapporten der heeren Kakebeeke en Arenthals
bevat het een opstel van de heeren beoordeelaars over
de voorwaarden, waaraan goed droogleggen in het
algemeen moet voldoen en welke regelen door de
tegenwoordige wetenschap worden aangegeven om dit
doel te bereiken. Zij meenden teregt dat het noodig
was hun gevoelen hieromtrent grondig uit een te zei-
ten, en dit als grondslag te doen dienen bij de
beoordeeling, aan hen opgedragen. Het bestuur der
Vereeniging deelde in de laatste vergadering mede,
dat het zijn voornemen was om enkele stukken van
de handelingen der Vereeniging, die vooral voor de
landbouwers van belang zijn, afzonderlijk te doen
drukken en voor geringen prijs verkrijgbaar te stellen.
Dit berigt deed ons veel genoegen en wij hopen zeer,
dat het moge goedvinden dezen maatregel ook inzon-
derheid toe te passen op dit verslag der heeren Sta
ring en Evers, dat als eene zeer gesehikte hand-
leiding kan dienen voor hendie het droogleggen in
praktijk willen brengen. Wij twijfelen toch niet of
het bekend worden van de gunstige uitkomsten, reeds
door verschillende landbouwers in ons land door het
droogleggen met gebakken buizen verkregen, zullen
vele aanmoedigen om hun voorbeeld te volgen. Die
gunstige uitkomsten toch zijn groot, men hoore b. v.
wat de tweede bekroonde, de heer Arenthals
daaromtrent zegt
De invloed welke de drooglegging op het land
heeft is groot, ja ongeloofllijkals men het niet ziet
of ondervindt. Ikdie in den landbouw ben geboren
en opgevoed, en die reeds vroeg het groote nadeel
van het stilstaande water, zoo wel in den boven- als
in den ondergrond inzaghebvoor dat ik van het
droogleggen hoorde of zag, dat groote nadeel
trachten te verhelpendoor vele en diepe greppen
in mijn land te leggen, en was ook gedeeltelijk,
voor zooveel den bovengrond betrof, daardoor ge-
holpentot dat ikdoor lezen en eens te zien
begrip kreeg wat of droogleggen was. Toen besloot
ik in 1855 om op een stuk landdat braak was
eens eene proefzoo als men het toen nog noemde
te nemen.
Dit stuk land was aan de eene zijde vrij goed
en tijdig droog, maar aan de andere zijde was het
hier zoogenaamde buikzieke gronddie na den regen
eu na den winter minstens 10 a 12 dagen Ianger
nat en papperig wasdan het drooge gedeelte. Nu
legde ik in dat natte en sleehte gedeelte aarden
buizenop eene diepte van 1 el en op eenen on-
„derlingen afstand van 11 ellen.
Na het rooven van den oogst, almede in 1855
nam ik eene tweede proef op een stuk land, dat
hard hemelvloeijig wasals het regende bleef het
water er op staan en doodde niet zelden de vruch-
tendie er op stonden. Nu nam ik ook van dit
land het ergste en slechtste gedeelte en legde daarin
buizen, zeggende: als dit nu in het voorjaar met
het andere gelijk droog isdan is het droogleggen
eene goede zaakik zag toentot mijne niet
geringe verwondering, na verloop van den winter,
dat nu dat natste land liet droogste was geuiorden.
Niettegenstaande ik nog slechts kort voor mij
„zelven het bedrijf uitoefende en niet te ruim in
mijne financien zat, maar aangemoedigd en onder-
steund door mijn eigenaar, de heer A. Hombacb,
te Hulstwas dadelijk mijn besluit genomenom
zoo spoedig mogelijk al mijne landen droog te leg-
gen. Hetgeen mij nog het meeste aanmoedigde
was de oogstdie ik op die drooggelegde gedeel-
ten zag groeijen. Yroeger trok ik daarvan den
slechtsten oogstniettegenstaande het duurste kap-
pen en wiedenthans elk jaar den weligsten en
besten oogst, en het minste onlcruid; waar men vroe-
ger veel kracht en arbeid moest inspannendaar
werkt nu mensch en beest met veel minder arbeid
en levert beter en goedkooper werk dan vroeger.
Men kan in het voorjaar vroeger beginnen met
de bewerking van het landen kan in het najaar
langer daarmede volhoudenhetgeen in den landbouw
van veel gewigt is en ook doorgaans veel voordeel
oplevert.
Uit de oogsten van de in den beginne slechts
bij gedeelten drooggelegde landenkon men met
grond over de meerdere waarde van het droogge-
legde oordeelen en deze isde jaren dooreen ge-
„nomen, bevonden te zijn eene meerdere waarde op
„het drooggelegde van f 40.per bunder, dan op
„het niet drooggelegde, niettegenstaande al mijne eer-
ste proeven genomen zijn op de anders slechtste
gedeelten van het landwaar de oogst vroeger het
slechtste was.
Al deze door mij drooggelegde landen zijnop
5 bunders na gepachte landen."
Wat zegt men wel van deze uitkomst? Eene meer
dere opbrengst van 40.jaarlijks, voor eene be
werking die den heer Arenthals slechts 5 6.
per bunder gekost heeft. Met den eersten oogst
heeft men bijna de geheele uitgave terug. Droogleg
gen op volmaakte en duurzame wijze kost wel meer
(bij den heer Kakebeeke bedroegen de kosten
120.per bunder, en de heeren Staring en
Evers stellen als het hoogste 150.maar ook
dan nog zijn in weinige jaren de kosten vergoed.
Daar de heer Kakebeeke eerst onlangs had
drooggelegd, kon hij geene verkregen uitkomsten me-
dedeelen maar hij heeft zich bereid verklaard daar
van later opgave te doen.
Hij zegt echter, dat het nut van het droogleggen
hem meermalen bij den heer J. G. J. van den
Bosch, in den Wilhelmina-polder is gebleken, zoodat
hij voornemens isjaarlijks zoo veel doenlijk van zijne