WEEk III, V II van I860. Vrijdag, 22 Junij. .\T«. 25. A AN LANDBOUW, G E M E E N T E- EN POLDER-BELANGEN G E W IJ D. Hoofdredacteur: C. E. DE CLERCQ. DE VOORSTELLEN TOT VERBETERING. HAAUMMD, \Y^> Abonnementen worden aangenomen bij de Boekhandelaars C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam, J. J. VAN BRED ERODE,Haarlem, bij den ITecr BRIEVENGAARDER te Haarlemmermeer en verder bij alio soliede BOEK HANDELAREN en POSTDIRECTEUREN in het Rijk. De Prijs is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advehtentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts. behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Aj.lk Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam. VIII. Gesehiedenis van den overdragt des Polders. Fervolg. Op den brief van Dijkgraaf en Heeraraden van 24 Maart, N°. 15, werd reeds den 3Dten Maart door de Meercommissie geantwoord bij eene missive N°. 928%g9C, thans niet door den beer Gevers van Endegeest als voorzitterniaar door den heer L. R. Gevaerts als loco-president onderteekend. Het lste punt van den brief van Dijkgraaf en Heem- raden wordt daarin onaangeroerd gelaten en behoefde ook geene vermelding. Omtrent het 2<le punt, het verzoek om de bijlagenbehoorende tot de overeen- komst, wordt medegedeeld, dat zij eerlang gereed zullen zijn en toegezonden wordenofschoon die van geen invloed op de overname kunnen zijn; als beslissende nietsdan hetgeen als baten of lasten van de onderneming volgens art. 20 der algemeene voorwaarden van verkoop aan den polder overgaat en zijnde dus slechts een aanhangsel van de overname". Verder wordt in dien brief medegedeeld Omtrent N°. 3. Dat wij in geen opneming en peilingen kunnen tredenwelke trouwens tot veel tijdverlies zouden leidenzonder eigenlijk nutwant wij kunnen ons niet voorstellen dat de Eegering, behalve het afmaken der nog onder handen zijnde verdiepingswerkende aanbesteding der nieuwe en bet herstellen van den Lijndenin verdere werken van den Polder zal kunnen tredenwaarvoor ook geene gelden zijn aangevraagd, of, zoo het ons voorkomt, aan te vragen zullen zijn, terwijl reeds de daartoe besehikbare opzigters naar het stoomgemaal te Gouda zijn vertrokken In verband met dit laatste, is op het slot uwer missive te zeggendat een contract tot onderhoud voor het loopende jaar tot uwe bemoeijingen behoort, zoo mede eene aanbesteding van kolenzoodat wij deswegens in geen overleg met uw bestuur mogen treden en dus deswegens geene magtiging op den Ingenieur Michaelis kunnen verstrekken. Deze echter zal zich wel niet onttrekken, om uw collegie deswegens inlichtingen te geven of de behulpzame „hand te bieden en daartoe willen wij hem gaarne uitnoodigen „Intusschen, nu uw collegie schijnt te zijn gecon- stitueerdmoeten wij nog meer bepaaldelijk dan bij onze missive van reeds den 10<len dezer, uwe aan- dacht vestigen op art. 4 der slotbepalingen van uw reglement voor den Haarlemmermeer-Polderen wenschen wij deze beschouwd te hebben als de daarbij bedoelde aanschrijving, op welke door u de overname moet geschieden van den Polder en waartoe wij ons verpligt achten UWEg. uit te noo- digen ten spoedigste over te gaan zoodra de reeds voorloopig aan u gezonden voorwaarden van overname (en inventaris) zal gereed zijnwaaromtrent wij eerstdaags de goedkeuring der Eegering verwachten". Eeeds den 4den April daaraanvolgende werd door Dijkgraaf en Heemraden op dezen tweeden brief geant woord bij missive van dien dag, N°. 17. Het verschil in toon en inhoud met den eerstenheeft op Dijkgraaf en Heemraden blijkbaar diepen indruk gemaakt. Bij den eerstendie de onderhandeling over de voor waarden van overdragt aanknoopte, scheen de tweede eerder den naam van dwangbevel met regt van parate executie te verdienen. Niettemin hebben Dijkgraaf en Heemraden de concept-overeenkomst op nieuw over- wogen. Naar aanleiding hiervan merken zij op 1°. dat het ingekomen rapport omtrent den toestand der stoomtuigen onder anderen overtuigend doet ziendat de stoomketels en pompen in slechten staat zijn be- vondenen dat het hun wenschelijk voorkomt, dat omtrent dit punt voorzieningen worden genomen. (Den medegedeelden inhoud van bet genoemde rapport vin- den onze lezers in N°. 7 van het iVeelcbladbiz. 25). Voorts werd in dien brief geschreven2°. de opne- mingen en peilingen van KingvaartHoofd- en Kruis- vaarten en togten meent het Dagelijksch bestuur dat een te belangrijk onderwerp isdan dat Hoofd- Ingelandendie (volgens art. 57 21 van het alge- meen Reglement van bestuur voor de waterschappen in Noord-Holland) geroepen worden ter beoordeeling en heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland dievolgens datzelfde reglement, moeten goedkeuren de te maken overeenkomstendaarover ligtvaardig zullen been loopen". Om die reden deden wij het voorstel tot opne- ming en peiling". Yooreerst meenen wij deze beide hoofdpunten als- nog aan uwe overweging te mogen onderwerpen, ten einde zoodoende den grond te leggen voor eene overeenkomstwelke wij ter aanneming aan onze Hoofd-Ingelanden kunnen aanbevelen". AVij veronderstellen met het oog op de bepalin- gen van ons algemeen reglement, dat het Polder- bestuur tegen den 2Dten dezer maand zijtie eind- instelling zal hebben bereikt". Indien het onze lezers gaat als onstoen wij voor het eerst kennis namen van den tweeden brief der Meer-Commissiedan zullen zij verbaasd hebben ge- staan en de brief herhaaldelijk overlezenom zich te overtuigen dat er toch werkelijk staat, wat zij lezen en niets anders. En hoe meer zij hem overlezen, des te dieper zullen zij zich over dien inhoud hebben te bedroeven, Wij vroegen ons zelven meermalen af, of wij ons ook bedrogen in de zaak, die het gold. Maar er is thans immers van niets anders sprake, dan van uit- voering te geven aan art. 20 der veilings-voorwaar- den, luidende: De Commissie van beheer en toezigt over de droogmaking, behoudt voor alsnog voor Kijks re- kening de bemaling der landenhet onderhoud van den ringdijk met het jaagpadde ringvaartder „polderkaden langs dezelve, der gebouwen en stoomtui- gen, der molenshoofdvaarlen, togten, bruggenwegen zoowel VELD-en hoofdwegen in den polderals toe- gangwegen buiten dezelve en der andere werken benevens het uitsluitend beheer over den polderen zulks tot tijd en wijle die geheel is verkocht of vroeger als dit van Bijkswege geraden wordt ge- acht. Alsdan gaat al het hier genoemde of be- doelde behalve de werken tot ontlasting van Rijn- landsboezemmet baten en lasten, in eigendom en onderhoud, benevens het beheer over den ge- heelen polderaan het te benoemen Polderbestuur over op zoodanige voorwaarden reglementen of andere bepalingen van administrate, als in het be- LANG VAN DEN POLDER EN DER INGELANDEN noodig geoordeeld wordt. De Commissie voerde dit uitsluitend beheer, noch nam de bemaling en het onderhoud kosteloos voor Rijksrekening op zichwant bij art. 21 waren de koopers gehouden, tot het tijdstip van den gemelden overgang te betalen als bijdrage in de kosten der bemaling enz. 7.per bunder 's jaars. Het geldt derhalve inderdaad niets andersdan de uitvoering van een hoogst gewigtig gedeelte eener wettige overeenkomst van koop en verkoop, waarbij de verkooper, te weten de Staat der Nederlanden zich tot de levering van de polder-eigendommen in voldoenden toestand heeft verbondenwelke eigen- dommen Hem door de koopers der gronden reeds bij vooruitbetaling zijn voldaan. Een pnrticulier zoude zeker dien eisch aan zijne koopers niet hebben dur- ven stellenwant hij zou er alsdan geene hebben gevonden. Men zou zich tot koopen slechts genegen hebben geloond, indien een deel der kooppenningen in reserve werd gelaten, die uitbetaald zouden wor den indien de verkooper aan al zijne verpligtingen had voldaan. Den Staat der Nederlanden mogt ech ter zeker eenig grooter vertrouwen worden geschon- ken. De eisch tot geheele afbetaling, voor dat de verkochte zaak in zijn geheel geleverd wasdoet reeds onderstellendat de verpligting voor den Staatom getrouw aan alle verpligtingen te voldoendubbel ernstig en helder zou zijn ingezien en voorgevoeld. Verwondering wekt het daarom reeds 1°. dat de bijlagen, behoorende tot de concept-overeenkomst, bij de Commissie van zoo geringe waarde werden geschat, en bij de beoordeeling der overdragt zelfs als niets beslissende werden aangemerkt. Volgens haar eerste schrijven zou de concept-overeenkomst doen zien, de onbekrompene wijze, waarop men voornemens was de overgave te doen." In het stuk zelf is niets van dien aard te vindendat onbekrompene zou dus waarschijnlijk blijken uit de specifieke cpgave der baten en lastendie zouden worden overgedragen. Maar de Meercommissie achtte de kennis daarvan voor de vertegenwoordiging der Ingelanden onverschillig. 2°. Dat de Commissie in geene opneming en en peilingen kon tredendie slechts tot tijdverlies zouden leidenzonder eigenlijk nut". Inderdaad die weigering is meer dan bevreemdend. De Staat der Nederlanden is door een koop-contract jegens de koopers gebonden. Daarbij heeft het Rijk het uitsluitend beheer en onderhoud gedurende eenen onbepaalden tijd tegen betaling van 7.bundergeld aan zich behouden onder belofte, dat de overdragt aan het Polderbe stuur zou geschieden op voorwaardenin het belang van den Polder en van de Ingelanden. En nu zou de Commissie bewerendat het eene onverschillige zaak was zich te vergewissen van den toestandwaarin hetgeen zou worden overgedragen, verkeerde, en dat nog wel terwijl het bekend wasdat in het algemeen het onderhoud gedurende de drie laatste jaren veel te wenschen had overgelaten en het werk der droog making zelfs nog niet eens was voltooid Dat onderzoek zou geen „nut" hebbenWie ziet niet indat juist het tegendeel waar is Tot tijdverlies zou het zeker geene aanleiding geven want in 14 dagen kon veel geschieden en in dien tijd kon het Polderbestuur nog niet eens volledig zamengesteld zijn. Maar de Regering zou toch niet in „verdere" werken treden, om hetgeen schromelijk verwaarloosd was te herstellenwant er waren geene gelden voor aangevraagdterwijl de besehikbare opzigtersom die opnemingen.. te doen reeds naar het stoomgemaal te Gouda waren \wtrokfegja.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 1