m - Haarlemmermeer. Landbouw. HET XVM NEDERLANDSCH LANDHUISHOUDKUNDIG CONGRES, voor de juistlieid van ons bewerentlat de Meercom missie iu eene ernstige dwaling is vervallenen den Minister heeft genoodzaakt om, misschien wel met eenige twijfeling in den aanvang aan de juistheid van de inzigten der Meercommissiezich ten slotte door haar in die dwaling te laten medeslepen? Wij hebben, dunkt ons, voldoende en uit autbentieken bron bet onvoldoend bruikbare aangetoond, maar dit werd niet eens vereiscbt, want de geheele gescbiedenis van den poldersedert het tijdstip van den overdragt tot lieden levert overvloedige bewijzen niet alleen dat het overgcdragene in niet voldoenden toestand is over- gegevenmaar zelfs dat er aan de voltooijing der droogmaking nog veel ontbrak en dat er derhalve nfgescheiden van den toestand waavin bet ovcrgedra- gene verkeerdejuist zooveel bovendien werd nagela- ten over te dragen. Om twee voorbeelden uit meer- dere te nemenwijzen wij slecbts op de waterberging en op den veldweg. Wat de voorwaarden betreft hebben wij gezien dat het zoogenaamde voordeelige inderdaad slecbts zoo genaamd is, en er niets minder dan de waarheid aan ontbreekt. Maar gesteld eens dat dit niet bet geval ware, sedert wanneer zou het dan ecn verkooper in Neder- laud vergund zijnin plaats van de verkochte en betaaldc zaakdie hij zelf niet beweert te leveren of geleverd te hebben, iets anders te geven, en zich hiermede van zijne schuld te kwijteniets wat niet verkocht is te verstrekken in de plaats van bet ver kochte en letaalde? in dit geval zelf iets denk- leeldigs in de plaats van een Letaalde werkelijkheid Wij gelooven dat in bet gewone lcven (de Staat is tocli ook in zijne burgelijke bandelingen nog iets meer dan een gewoon mensch maar heeft daarvoor zeker ook nog hoogere verpligtingen) de kooper den gunst van zijnen verkooper zon van de band wijzen. Hij zou de levering vragen van de verkochte zaak zonder meer, en anders eiscben dat de koop werde vernietigdmet schadeloosstelling wegens ter goeder trouw gemaakte kostenscbade en interessente rekenen van den vcrkoopdag. Inderdaad wij durven beweren, dat en bet belang van den polder, de nationale onderneming", en de billijkbeidneen bet regt der koopers ontwijfel- baar iets anders vordcrdendan de Ileemraad Gevers van Endegeest heeft gemeend, en de Meercom missie niet alleen heeft geeischt, maar met lioogst wil- lekeurige onverbiddelijkheid heeft opgelegd. De brief waarsehuwt voor de ,,vrees", ,,dat de Ingelanden zouden kunnen beweren, dat het Bestuur hunne bclangen niet genocgzaam bad waargenomen bij de overcame"; daaromtrent kunnen wij eene geruststellende verzekering gevengeen billijk ingeland zal zoo onbillijk oordeelenboewel zijen niet minder een groot aantal eerlijke en bescbaafde Nederlanders geen verder bewijs beboevendat de voorwaarden lioogst nadeelig zijn geweest"; en de overtuiging be- zitten dat van elke Nederlandsehe ltegering te bedin- gen moet zijn, wat naar regt en billijkbeid van haar mag wordei gevorderdvooral in rene zaak, waarin zij als bi rgerlijk persoon is betrokken. Daartoe beboeft inderdaad het bewijs niet te worden geleverd„dat weigerir.g van ovemame voordeeliger zou geweest zijn dan aanvaarding". Den heer Ge vers meent dat dit niet is te bewijzen". Derhalve behocfde er geen vrees te bestaandat van art. 61 van bet Poklerreglement tegen bet bestuur gebruik zou worden geinaakt. Er is waarschijnlijk in een der regtsgeleerde adviezen van dit artikel sprake, maar dan schijut de bedocling zeker door den heer Ge vers niet te zijn begrepen. Het artikel zegt duide- lijkdat elk der Ingelanden, met de magtiging hiertoe van Gedeputcerde Statente zijnen laste na- mens bet waterschap een eisch in regten kan doen en er bestoud kracbtens dit artikel voor bet Polder bestuur geer.e vrees, dat het in regten door de In gelanden zou worden betrokken, indien deze laatste eenmaal van het gebeurde kennis mogten krijgenmaar de vrees bestond dat den Staat door de Ingelanden een proces zou worden aangedaanindien deze van meening mogten zijndat hiertoe door de vergadering van Hoofd-Ingelanden in bet belang van het water schap behoorde te zijn besloten. Zeker was bet niet te bewijzen, dat weigering van ovemame voordeeliger zou geweest zijn dan aanvaar ding, maar dit behoefde ook niet. De weigering Icon niet gescliieden en de Ingelanden zouden er zeer door benadeeld zijnwant de polder zou nog langer onbe- heerd zij.n gebleven en de noodzakelijke werkcn nagelaten. Bekendheid met zaken en omstandigheden noopten den heer Gevers fen slotte de gave en dadelijke overueming aan te bevelcn, waarbij de waarschuwing gevoegd is, „dat men zich vertraging en weigering, daarna,maar te laat, bitter zal beklagen". Wij ge looven bet gaarne, indien namelijk door betgeen er alsdan gebeurd zou zijn, oogen en ooren van hen, die zien en liooren moesten, gesloten bleven als vroeger. Bij den overdragt van vaste goederen worden in het cewone leven de titels van aankomst en de bestaande overeenkomsten van liuur als anderzins overgelegd. Dit scbijnt voor de polder-eigendommen niet te zijn gescbied, althans van eenen inventaris van stukkenwaarvan in art. 4 der slotbepaling van bet bijzonder reglement van bestuur voor den Iiaarlemmermeer-Polder ook uitdruk- kelijk gesproken wordt, hebben wij nooit iets vernomen. Trouwens er was, met bet oog op art. 12 der concept- overeenkomst, daaraan ook geene beboefte. Het scbijnt dat de Meercommissie de bijlagen der overeenkomst voor den inventaris van stukken heeft aangezienmaar de stukken zelve niet zijn overgelegd. Het Polder- bestuur kon daarvan afscbriften ligten tegen betaling der daarop loopende kosten. De kas der leges moest zeker ook haar aandeel in de kosten van den Haar- lemniermeer-Polder hebben, want de ambtenaren van Finantien en Biunenlandscbe zaken zullen wel met jaloersche blikken op het buitenkansje hebben gezien, door de heeren Ontvangers der registratie te Haarlem Leiden en Amsterdam genoteii en op bijzondere voor- deelen voor de bewaarders der hijpotheken en van het kadaster daar ter plaatse uit den verkoop der Meer- gronden voortgevloeid. Voor dat door den Dijkgraaf de beraadslagingen over de concept-overeenkomst werden geopend, werd over- gegaan tot de benoeming van eenen secretarisuit eene voordragt, naar aanleiding van art. 57 N°. 8 van het algemeen reglement opgemaakt, waarop alphabetisch gesteld waren de heeren: E. W. van Bred erode, C. J. Enschede en Mr. J. Tielenius Kruijthoff. Bij eene tweede vrije stemming werd de heer E. W. van Brederode gekozen met 9 stemmen, terwijl er 7 op den heer K r u ij t h o f f waren uitgebragt. Die voordragt was echter tot op keden ook voor de Hoofd-Ingelanden geheim gehouden en metalgemeene stemmen werd besloten, dat in het vervolg Hoofd- Ingelanden tijdig op de convocatie-briefjes met nader te doene voordragten ter benoeming van personen voor deze of gene betrekking bekend zouden worden gemaakt. Die geheimhouding had echter gelukkig omtrent de concept-overeenkomst tot overname niet bestaan. Even als aan alle Hoofd-Ingelanden, die reeds vroeger zitting hadden genomen, een afschrift daarvan was toegezondenhadden ook de vijf laatst benoemde leden door de zorg des Dijkgraafs zulk stuk ontvangen en kenuis verkregen, dat de gevoerde briefwisseling en de bijlagen ter visie waren gelegd. Het zou anders zeker gebeel onmogelijk zijn geweest, de zaak in behandeling te brengcn. Immers er werd afgescheiden daarvantocli reeds te veel van die vergadering van Iloofd Ingelanden gevergd, de eerste maal dat zij wettig bijeenkwam, de bijeenkomst waarin zij zich wettig constitueerde. Verschillende leden moesten nog voor het eerst met elkander persoonlijk kennis maken. Er was nog geen ambtenaar benoemdveel minder in fuuetie, die het secretariaat kon waarnemen en toch die ambtenaar werd benoemd op den eersten dag of liever in het eerste uur, dat het Polderbestuur hiertoe bevoegd was. Een reglement van ordeom de discussien in eene dergelijke gewigtige aangelegenheid bchoorlijk te leiden, bestond niet. Hoeveel doorzigt, hoeveel lokale kennis vooral van den toestand, waarin de Polder- eigendommen waaronder drie kolossale stoomwerktui- genverkeerdenwerd er niet in Hoofd-Ingelanden vereiseht, om een eerlijk en waardig besluit in deze lioogst ernstige zaak te nemen, bij den zoo sterk gebleken onwil der Meercommissiezelfs om van hare zijde te doen wat betamelijk, waartoe zij zedelijk verpligt was. Zij draagt eene zware verantwoording; hoewelonbekend als zij misschien was met den feitelijken toestand, waarin de Polder-eigendommen verkeerden, zij toen niet bewust kan worden geacht van de gevolgen barer handelingen (die immers niet te sterk worden gekleurdindien zij mishandeling worden genoemd). Maar zooveel is zeker, dat de rampen welke den Polder in de laatste drie jaren hebben getroffendat de oorzaak van zooveel zorg en moeite als op liet Polderbestuur is geladeuvan zooveel teleurstelling en verlies als den Ingelanden is berok- kendvan zoovele onaangename bemoeijingen en lioogst aanzienlijke geldelijke opofferingendie van hen geeischt zijnvan zooveel desillusie bij het Nedcrlandsehe volk, (dat, hoezeer ten onregte, in plaats van in de droogmaking eene daad te blijven zien die zijnen nationalen trots streelt in den laat* sten tijd meer geneigd scheen die onderneming zoo al niet als eene mislukte, dan toch het grondbezit in den Polder als niet begeerlijk te bescliouwen hoofdzakelijkwij zouden bijna durven zeggen uit- sluitend is te wijten aan de wijze waarop de Meer commissie in de laatste jaren van haar bestaan met de Polder-eigendommen heeft gehandeldaan den toestandwaarin dien ten gevolge die eigendommen op het tijdstip van den overdragt verkeerden en aan de voorwaarden, waarop die, in strijd met art. 20 der koopvoorwaardenaan het Polderbestuur zijn overgedragen. De 5<Ln dezer tegen den middag, is op de Bad- lioeve van Mr. J. P. Amersfoordt, een hevige brand uitgebarsten. Dezelve schijnt veroorzaakt te zijn door het nederslaau der vlam op het dak uit de schoorsleentijdens het in werking ziju van het stoom- werktuig. Door den fellen wind aangewakkerd is het gebouw van den Stoomkorenmolenbeneveus een hooi- berg en een magazijn van werktuigeneen prooi der vlammen geworden. Men heeft het woonhuis door het overdekken met zeilen en het nathouden van dezevoor het dreigend gevaar kunnen belioeden. De braudweer van Sloten heeft goede diensten bij het blusschen bewezen. De Provinciate Staten van Noord-Holland hebben in hunne vergadering van Dingsdag 10 Julij, een nieuw blijk gegeven van hunne groote belangstelling ineu ijverigen zorg voor de ontwikkeling en den toe- komstigen bloei van den Iiaarlemmermeer-Polderdoor het besluit om voor de gewone kosten van het lager onderwijs 4165 en voor het bouwen eener derde hoofdschool en onderwijzerswoning 13,300 toe tev staanindien het Bijk de helft dier sommen verstrekt. Wij vertrouwen dat dergelijke blijken van belang stelling, ook door de inwoners van den polder hoog zullen worden gewaardeerd. De Bouwmanswoning met 20 bunders Bouw- en WeilandSectie It It, Kavel 18, is den 3<len Julij geveild en verkocht aan den heer J. A. Pol te Am sterdam, voor f 9900. Van 26 Junij tot 6 Julij zijn bij den Burgelijken Stand aangegevengeboren 2 mann.2 Yrouw. ge- slachtte zamen 4overleden 5 mann.1 vrouw. geslacht, to zamen 6; levenloos aangegeven geene; ondertrouwd 3 paren; gehuwd geene. TE AMERSFOORT. {Vervolg.) Ook de zaak van het landbouw-onderwijs werd nog door de eerste en derde afdeeling gezamenlijk behandeld. Het eindoordeel was, dat men bet ver- keerd achtte bij de ltegering aan te dringen op het vestigen van eenige uitgebreide inrigting voor land bouw-onderwijs. Inrigtingen op kleine schaal, gewijzigd naar de plaatselijke omstandigheden, zullen voorzeker voor ons land de voorkeur verdieneneu partiku- lieren zijn beter in staat deze tot stand te brengen en te doen bloeijendan onder eene administratis van regeringswege denkbaar is. Wij hopen daarom ook zeer, dat deze ijver van partikulieren het in stand houden en de uitbreiding van de laudbouw- school te Haren (Groningen) mogelijk zal maken. De heer Bo eke, onder-directeur aan deze school, deelde namelijk mede, dat men wenschte deze inrigting aan eene maatschappelijke vereeniging over te dragen. Tot nu toe was het kapitaal daartoe door vier heeren verstrekt, een van deze was onlangs overleden, en het bestaan der school kon door een nieuw sterfgeval in gevaar gebragt worden. Men wenschte tevens het kapitaal te vergrooten om ook de boerderijwelke nu nog verpacht wordt, in eigen beheer te nemen. Eerlang zullen de circulaires van dit project worden rondgezonden. Wij twijfelen niet of de aandeelen in dit kapitaal, naar wij meenen 55,000.— groot, zullen gemakkelijk plaatsing vinden. Die landbouw-i school kan eene betere toekomst te gemoet gaan, vooral als men door een voldoend kapitaal in staat gesteld wordt daaraan de gewenschte uitbreiding te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 2