WEEKBLAD
van
1800.
Vrijdag, 20 Julij.
\\NAiU/.
A A N LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER -BELANGEN GEWIJD.
HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ.
DE VOORSTELLEN TOT YERRETERING.
HAARLBMRMEER,
Abonnementen
worden aangenomen bij de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam
J. J. VAN BREDERODE,Haarlem
bij den Heer BRIEVENGAARDER te llaarlemmermeer
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in het Rijk.
De Prijs is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advertentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.
behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco gesehieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
XII.
Geschiedenis van den overdragt des Polders.
Fervolg.
Na de benoeming van den secretaris, werd door
den voorzitter de concept-overeenkomst ter tafel
gebragt en de waarnemende secretaris Jhr. Mr. II.
lloeufft van Velsen door hem verzocht, voor-
lezing te willen doen van al de deswegens gewisselde
stukken, van 10 Maart af tot den dag der verga-
dering en van het praeadvies, hetwelk door Dijkgraaf
en Ileemraden te dezer zake werd gedaan.
De eerstgenoemde stukken zijn onzen lezers bekend.
Ilet genoemde praeadvies luidde als volgt:
,,De meerderheid van het Collegie van Dagelijksch
Bestuur, overtuigd van de noodzakelijkheid tot eene
spoedige overnaine van den Polder, had vrij algemeen
gewenscht dien in beteren toestand over te nemen;
de daartoe aangewende pogingen bij zijne Excellence
den Minister van Binnenlandsche Zaken hebben, blijkens
de gevoerde correspondence, welke ter visie heeft
gelegen voor het Bestuur, geen gunstig gevolg gebad.
„Dijkgraaf en Heemraden, den drang der omstan-
digheden in aanmerking nemendehebben evenwe!
besloten de overnaine voor te dragen op de concept-
voorwaardendaarbij gelet hebbende op de bevredi-
gende woorden, welke in de laatste missive van den
Minister vervat zijn."
Daarna werd door den Dijkgraaf voorlezing gedaan
der bekende memorie, welke door hem te dier zake
was opgesteld, en die wij in zijn geheel in N°. 5
van het Weekblad hebben medegedeeld.
Vervolgens werd nog mededeeling gedaan van twee
regtsgeleerde adviezen, hieromtrent ingewonnen, waarna
de algemeene beraadslagingen werden geopend.
De notulen (1856 biz. 2123) vermelden hierom
trent het volgende
„De heeren van Houweninge, Previnaire,
van Voorst en Amersfoordt voeren het woord
en zijn in het algemeen van oordeel, dat de overeen-
komst, zoo als die is liggende, niet zonder voorbehoud
dezerzijds kan worden aangenomente meer daar in
de laatste missive van den Minister van Binnenland
sche Zaken, ofschoon op eene min duidelijke wijze,
van zeker voorbehoud wordt gewag gemaakt; en
wanneer de Vergadering door het Rijk mogt kunnen
gedwongen worden den Polder in den tegenwoordigen
toestand over te nemennog andere middelen bij de
hand genomen kunnen worden, om onze verantwoor-
delijkheid te dekken, als daar zijn":
„Beroep op den Koning",
„Op de Staten-Generaal"en
„Op de publieke opinie".
„De heeren Lanser, Duijts, van der Breg-
g e n en anderen zijn van gevoelendat onvoorwaar-
delijke overneming door den drang der omstandighe-
den wordt gevorderd en tijdverlies zeer noodlottig
kan worden".
„De heer Hoeufft van Velsen wil mede tot
eene onvoorwaardelijke overneming besluitenom
daarna op nieuw de ingebragte bezwarenbehoorlijk
gestaafdbij den Minister van Binnenlandsche Zaken
in te brengen".
„Ten slotte wordt door den Dijkgraaf een voorstel
gedaan, om in rondvraag te brengen of de ovemame
met of zonder voorbehoud zal gesehieden. Dit voor
stelna door den heer van Voorst te zijn onder-
steund, wordt in rondvraag gebragt, en met 9 tegen
7 stemmen besloten, dat de ovemame zal gesehieden
onder voorbehoud".
„Tegen hebben gestemd de heerenvan der B r e g-
gen, de Moraaz Imans, Barnaart, van de
Poll, Duijts, Lanser en Hoeufft van Velsen".
„Thans wordt in beraadslaging gebragt, welk voor
behoud dezerzijds zal worden gemaakt, hetwelk hoofd-
zakelijk nederkomt op de volgende punten"
„voldoening aan den eisch van art. 20 der algemeene
voorwaarden van verkoop"
„voldoende oplevering van den Polder; eene geldelijke,
bijdrage van het Rijk om daartoe te geraken";
„om aan den Polder af te staan bij wijze van com-
pensatiede gronden bestemd voor de dorpen in den
Polderalsmede die aan den Cruquius"
„overdragt van de voorhanden steenkolen"en
„het genot van de 7 gulden bundergeld over het
geheele jaar ten bate van den Polder te doen strekken."
„Wijders de verzekering te geven, dat de acte van
overeenkomst tegen een vast regt zal worden geregis-
teerd";
„alsmede vrij waring te willen verleenen tegen alle
stoornis van derdenen eindelijk eenige meerdere
vrijgevigheid omtrent de overgifte van het archief."
„Omtrent het opnemen dezer bijzonderheden in eene
te rigten missive aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft eene stemming plaatswaarbij zich 8
stemmen voor en 8 stemmen daartegen verklaren."
„Door de stem van den Voorzitter wordt, ingevolge
art. 54 van het algemeen reglement, beslist, dat deze
punten in bedoelde missive zullen worden opgenomen."
„Door sommige heeren eene wijziging verlangd zijnde
van art. 14 der concept-overeenkomst, wordt dit
punt door den Voorzitter in stemming gebragt, en met
10 tegen 6 stemmen besloten genoemd artikel onver-
anderd te laten."
„De heeren Hoeufft v. Velsen en van Voorst
worden door den Voorzitter uitgenoodigd de redactie
dier missive op zich te nemen, waartoe die heeren
zich bereid verklaren."
Reeds denzelfden dag werd hieraan voldaan en
onder dezelfde dagteekening N°. 23de volgende
missive aan den Minister van Binnenlandsche Zaken
afgezonden.
N°. 23. Haaklem, 30 April 1856.
Wij hebben de eer aan Uwe Exc. bij deze te be-
rigtendat heden de vergadering van Iloofd-Ingelan-
den met Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlem-
mermeer-Polder alhier gehouden werd, waarin van de
gevoerde briefwisseling van Dijkgraaf en Heemraden
met de Commissie van beheer en toezigt over de
droogmaking van het Haarlemmermeeren daarna met
Uwe Exc.mededeeling gedaan werd.
Na langdurige beraadslagingen is men overeenge-
komenom aan Uwe Exc. te kennen te geven dat
de vergadering zwarigheid maakt, om de haar toege-
zondene concept-overeenkomst geheel onvoorwaardelijk
aan te nemen omdat zij vermeent, dat van de zijde
der Regering aan den inhoud van art. 20 der voor
waarden waarop de landen in publieke veiling zijn
verkochtniet naar eisch voldaan is,
Het bestuur verklaart zich wel ten voile bereid, om
ten spoedigste het beheer over te nemenallezins
overtuigd zijnde van het wenschelijke en noodzakelijko
daarvanonder voorbehoud echterdat de Polder in
voldoenden staat worde opgeleverd.
De vergadering verlangt daarmede geenszins eenen
volmaakten toestand, maar toch zoodanig eenen als
waarin de Polder zich thans zoude bevindenwanneer
het in art. 20 loegezegde onderhoud naar eisch had
plaats gehad; hetzij die toestand alsnog van Rijkswege
worde daargesteldzoo als gedeeltelijk toch zal ge
sehieden of dat Uwe Exc. door eene geldelijke bij
drage het Bestuur in staat stelt daartoe te geraken.
Plet in orde brengen toch der machinespolderwerken
en wegenhet uitdiepen van vele vaarten en togten
en der ringvaart om den Polder, zullen hoogst aan-
zienlijke uitgaven vorderenwaarmede het Bestuur in
gemoede vermeent de Ingelanden van den Polder niet
te mogen belasten, en die ongetwijfeld nog ten laste
des Rijks zouden moeten komen.
Mogt Uwe Exc. voorts kunnen goedvinden, om de
gronden, waarop de dorpen binnen den Meerpolder
geplaatst zullen worden, zoo als die bij den Cruquius
de voorhanden zijnde steenkolende omslag van f 7
per bunder over dit geheele jaar, ten bate van den
Polder te doen strekkenalsmede ons de verzekerinsr
D
gevendat de acte van overeenkomst voor een vast
regt zoude worden geregistreerden vrij waring ver
leenen voor alle stoornis, even als bij art. 6 der
veilconditien aan de koopers is toegekenden met
eenige meerdere vrijgevigheid handelen omtrent de
overgave van het archief, zoo zoude de vergadering
te meer beantwoord zien den inhoud van art. 20 der
voorwaardenwaar toch niet alleen sprake is van
algeheel voortdurend onderhoud des Polders van Rijks
wege, maar ook van overgang aan het Polderbestuur,
op zoodanige voorwaarden als in het belong van den
Polder en der Ingelanden noodig geoordeeld wordt.
De woorden eindelijk, in Uwcr Exc. missive, dd.
18 April Litt. B 3 Afd. B voorkomende, waarbij wij
tot overname worden aangemaandongeacht de eischen
of vorderingendie het Polderbestuur big de overneming
mogt willen doen gelden, strekken ons tot waarborg
van de goede gezindheid van Uwe Exc.om aan het
Polderbestuur al datgene te willen toekennen, wat in
billijkheid door hetzelve gevorderd wordt.
Namens de Vergadering van Hoofd-Ingelanden
met Dijkgraaf en Heemraden
J. L. van der Burch, Voorzitter.
Previnaire Loco-Secretaris.
Aan
Zijne Excellentie den Minister
van Binnenlandsche Zaken.
Reeds den 14den Mei werd op nieuw eene verga
dering van Hoofd-Ingelanden gehouden. De heer
Gevers van Endegeest was in die bijeenkomst
tegenwoordigde eenige die hij heeft bijgewoond
want in de volgende vergadering van 2 Julij was hij
afwezig en in die van 30 Julij werd gelezen eene
missive van Jhr. Mr. D. T. Gevers van Ende
geest van den dag te vorenwaarbij hij, uithoofde
zijner benoeming tot minister van buitenlandsche
zaken, bedankt voor de betrekking van Heemraad
en als laatstemisschien wel eenige goede dienst
den Polder in die hoedanigheid bewezen, den heer
J. W. M. van de Poll als zijnen opvolger aanbe-
veelt. Er waren 17 leden tegenwoordig. Van de Hoofd-
Ingelanden was afwezig de heer S. de Clevcq Wz.