ADYMiraiiim - 159 - RIERBROIIWERIJ de WITTE RAAF. Marktberigten. JJntjcson&ctt. ©arrcspoH&cuHjc.. Mennisgeving. MEESTOOF lie Mersteling. slechts 1.20 betaalt, hetgeen een verschil van/45 per bunder uitmaakt. In Zeeland gescbiedt dit werk bijna algemeen in aanbesteding het delven van goede tweejarige Meekrap kost gevvoonlijk f 180 a, 200. Hier zal men nog wel vooreerst, zoolang men niet in het bezit eener geregelde arbeidersbevolking is, aan het delven in daghuur de voorkeur moeten geven, wijl men bij slordigen arbeid zeer spoedig meer aan waarde verliest dan het bespaarde loon bedraagt. De prijzen der Meekrap zijn deze jaren boven het gemiddelde geweest, daar dit op 24 a 26 kan ge- steld worden. De aanzienlijke uitbreiding echter, welke de garancine-fabrikatie hier te lande verkregen heeft, en de geringe toename der teelt tegenover een steeds toenemend verbruik dezer verfstof, maken het terugkeeren van zeer lage prijzen onwaarschijnlijk. Het kultiveren van Meekrap verdient dus alle aan- beveling, daar ook de goede bewerking en het diep omzetlen van den grond bij deze teelt als een niet gering voordeel moet worden aangemerkt. Men ver- gete echter nietdat deze kultuur een belangrijk gel- delijk uitschot vordert en men geruimen tijd op het weder inkomen van die gelden moet waehtenslechts dus als de kas genoegzaam voorzien is om dit te gedoogen, kan men deze teelt op eene eenigzins uit- gebreidde schaal invoeren. 15 September: Opening der jagt op klein wild in de provincie Noord-Holland. 16 en 17 September: Lanbouw-tentoonstelling te Haarlem door de afdeeling der Hollandsche Maat- sdiappij van Landbouw aldaar. 19 September: Tentoonstelling van vee en hard- draverij te Purmerende. Aan de Redactie van het Weelcblad van Haarlemmermeer. Met zeer veel belangstelling werden door mij „De Voorstellen tot Verbetering" gelezendoor u van tijd tot tijd medegedeeld. Yoornamelijk trok mijne aandacht het medegedeelde in de N°s. 32 33 en 34 van dat bladomtrent de Jewel. Uwe redactie is even als X. te Haarlemvan meening dat de eigen- lijke kwel niet zoo belangrijk isals door de Com- missie Storm Buysingo. s.Gevers van En- degeest en den Hoofd-Opzigter berekend wordt. Het komt u echter onverklaarbaar voor, hoe het door- den Hoofd-Opzigter berekende kwelwater aan de aan dacht van X. is ontsnapt. Ik veroorloof mij de be- denking, dat X. zieh alleen bepaalde tot wederlegging van het gevoelen van de Commissie Storm Buy- sing c. s., en dus de nevenzaken niet aanroerde. Dit blijkt genoegzaam uit zijn geschrijf. Maar hoe dit dan ook zijik wil thans eenige daadzaken in herinnering brengen, die het spoor zullen aanwijzen van de zoo belangrijke kwel, en waaruit blijken zal dat die kwaal hoofdzakelijk in de pompmachines te zoeken is. Hoevelen hebben, zoowel gedurende de droogmakingsperiode als later na de droogvalling der gronden, opgemerkt, dat bij den aanvang der werking van de Lijnden en voornamelijk van den Leeghwaterbeide stoomtuigen een zeer geruimen tijd in werking warenalvorens de stortbak gevuld en de keerdeuren geopend waren terwijl in den regel de Cruquius bij den tweeden pompslag reeds water opbragt, en na ongeveer tien slagen de keerdeuren openstonden? Yraag den schippers die de ringvaart bevaarden, waar zij door de deining van het water in die vaart bij de werking der machines de meeste hinder in de Scheepvaart ondervonden. Hun antwoord zal zijn dat zij de Lijnden en de Leeghwater bij stil weder voorbij varende, naauwelijks eenige beweging konden bespeuren in het vaarwater, doch dat zij voorbij den Cruquius komende, steeds moeite hadden omdoor de groote deining van het waterdit stoomwerktuig te passeren. Yraag aan hen die in de onmiddellijke nabijheid Van de stoomwerktuigen woondennaar de opmerkingen die zij toenmaals maaktenbij de werking der machines. Men heeft immers langen tijd aan den Lijnden het schouwspel gehaddat bij de nederdaling der zuigers in de pom- pen het water ellen hoog opspoot, zoodat het publiek uitriepdat er een walvisch in den stortbak aanwezig was; weinig denkende, dat dit opspuiten van water door gebroken pompbuizen werd veroorzaakt. Waar om liet men later bij den Lijnden en den Leeghwater voor den aanvang der werking van die machineseerst het water door de keerdeuren in den stortbak loopen? "Was dit niet om de ondigtheid der pompen te ver- bergen en om niet zoo langen tijd in werking te zijn alvorens de keerdeuren zich openden? Dit zijn daad- zaken die algemeen bekend zijn en niet kortstondig waren, maar zeer geruimen tijd aanhielden. Ik en velen met mij beschouwden die feiten toenals de mede-oorzaken waarom het zoo lang duurde eer de Meer volkomen droog was. Waagde ik mij aan eene berekening in de nuttige werking der stoommachines dan zoude ik stellen dat de Cruquius de eene helft van het meerwater en de beide andere stoomtuigen te zamen de wederhelft hebben weggeschaft, en dat men derhalve slechts twee goede werktuigen, in plaats van drie, mag aannemen, die de Meer hebben leeg gepompt. En dat dit niet verre van de waarheid zal zijn, zal blijken als men een derde der berekende massa uitgepompt water als verlies beschouwten welk verlies men, niet beter wetendeals kwelwater heeft aangemerkt. Mogt dit weinigeop daadzaken gegrondeenig licht verspreiden over het vraagstuk der kwel in den Haarlemmermeer-Polderdan is het doel van steller dezes bereikt. Haarlemmermeer, 28 Aug. 1860. Een toke Lezers. Wij doen den Schrijver opmerkendat X. zoo wei nig de gebreken van de stoomtuigen erkende (namelijk in zijne bestrijding van het rapport Storm Buy- sing c. s.biz. 17), dat hij een grooter aantal ketels en eene tonne gouds ter verbetering der werktuigen onnoodig achtte, en dan zeker mag niet uit het oog worden verloren, dat de stoomtuigen, terwijl de kwel niet aanzienlijk is, zoo alsX. zelf toestemt, eene 3 maal grootere hoeveelheid water opbrengendan er door regenna aftrek der verdampingin den polder valt het verlies is dus niet maar enals de Lijnden stilstaat, veel meer. De Schrijver heeft echter, met anderen blijkbaar eene groote voorliefde voor den Cru quius die goede reputatie heeft het werktuig te danken aan den vroegeren opzigter Quanjer; deze, noch het werktuigkunnen echter de schuld dragenindien de kwaal grootendeels in den ongeschikten bodem zetelt waarop het werktuig is geplaatst. Wij willen op ons verder onderzoek niet vooruitloopenmaar zooveel is toch zeker, dat na de herstelling van den Lijnden, van zijne achter- en onderloopsheid in 1855/56, dit werktuig de meest nuttige werking voor den polder heeft uitgeoefend, en op verre na niet zoo onvrucht- baar als de Cruquius en vooral de Leeghwater. Bed. OPEN BBIEE aan den heer Pabst, in antwoord op het ingezonden stuk van ZEd. in het IHeekblad van Haarlemmer meervan 17 Augustus 11. Mijnheer Uit UEds. schrijven in dit blad, N°. 33, blijkt nietdat het berigt van mijin een vorig nommer geplaatst, een valsch gerucht was, maar alleen dit, dat ik (wat alle bijzonderheden met betrekking tot die zaak aangaat) niet volkomen op de hoogte was; wijt dit aan mijne eigene drukke zaken, welke ik niet kon of mogt verwaarloozenom meer naauwkeurige information in te winnen. In alle geval in de hoold- zaak komen wij goed overeen. Uit uw eigen schrijven blijkt toch, dat IT. v. d. Yorm UEd. reeds Don- derdag namiddag sprak over het te maken proces- verbaal, en in plaats van hem uit te noodigen om mee naar uw huis te gaan, is hij eerst Zaturdag namiddag geholpen. Doeh mijnheer, waarom wordt deze teregtwijzing in UEds. schrijven doormengd en gevolgd met voor mij meer dan onaangename uitdrukkingenmij dunkt eene goede zaak moest niet op die manier verdedigd worden. Ik zou misschien daarop kunnen antwoordendat mijne oppositie tegen UEd. in burgelijke en kerkelijke zaken altijd is voortgevloeid uit zueht om de alge- meene belangen te bevorderen, maar om reden dat hiervan misschien zou worden gezegd, „dit zijn slechts schoone woordenwelke geene waarde hebben zoo- lang geene daden die bezegelen;" laat ik liever het oordeel hierover aan hen, welke naauwkeurig met alles bekend zijn. Maar opdat ook UEds. schoone woorden wezenlijke waarde zouden verkrijgen, mijnheer, wil ik mij ver- meten UEd. eenen welgemeenden raad te geven. Kom in ons midden wonen, zoo als de;wetU dat voorschrijftdraag bij aan onze lasten, neem dan alzoo deel aan het nuttig en genoeglijk gezellig ver- keer alhier, bezoek als oudste en voorganger getrouw onze openbare godsdienstoefeningenzorg als presi- dent-kerkvoogd ook in de kerk voor een zuinig en ver- standig beheer en laat inzonderheid de bevordering der algemeene belangen uw streven zijn; ziedaar mijnheer, ik verklaar U met de hand op het hart, dat ik mij vooraan zal scharen onder hen, welke bij uwen plegtigen intogt, als UEd. zich met ter woon hier komt vestigen, U met vreugdegejuich zullen ont- vangen als den vader onzer gemeente, en zullen uit- roepenlang leve onze Burgemeester J Haarlemmermeer, UEd. dienaar, 21 Augustus 1860. J. van deb Poee. De brief, den 28sten Augustus aan een onzer mede- redacteuren door een mede - ingeland gerigt, omtrent het uitschrijven eener Prijsvraag ter zake van het be langrijke steenkolenverbruik in verband met de ge- brekkige werking der stoomtuigenkan niet worden beantwoord, omdat uit de handteekening de naam van den schrijver niet is te ontdekken. Hij wordt derhalve beleefdelijk verzocht, zich, zoo mogelijk, in persoon te vervoegen bij den hem bekenden mede- redacteur, of anders aan dezen zijn adres op te geven. BUEGEMEESTEK en WETHOUDEES van Haar lemmermeer, brengen ter kennis van belanghebbenden dat de PATENTEN over het diensljaar 1860/61 aan de Patentpligtigentegen intrekking van het Bewijsvoor den ontvang van het Biljet van aan- gifte afgegevenzullen worden uitgereikt van af Maandag 10 September tot Zaturdag 22 September I860, 's morgens van 10 tot 's nammiddags 4 ure. Wordende de Patentpligtigen herinnerd, dat de Patenten in persoon behooren te worden afgehaald, ten einde dezelve volgens art. 25 der wet door hen kunnen worden geteekend; doch datingevolge Z. M. besluit van 17 October 1820 (Sthl. n°. 22), aan degenendie na den afloop van opgemelden tijd hunne Patentbladen niet zullen hebben afgehaald, dezelve aan hunne huizen door den Deurwaarder der Directe Belastingen zullen worden bezorgd, in wiens tegen- woordigheid het Patent door den Patentpligtige zal moeten worden geteekend en welke bezorger daarvoor zal mogen vorderen 10 cents voor ieder Patentblad. Haarlemmermeer, 3 Sept. 1860. Burgemeester en Wethouders voorn. 3PABST. De Secretaris D. EGGINK. De Ondergeteekende berigt, dat de Heer P. A. VAN LOMMEL in geene betrekking hoegenaamd tot zijne Bierbrouwerij slant, en herinnert bovendien, dat hij, als nlliin, Eigenaar dier Brouwerijvoor geene handelingen of verbindtenissen aansprakelijk kan zijn dan die door hem persoonlijk of namens hem door den Heer W. C. EAYEN worden verrigt of aangegaan. Haarlem, 6 Sept. 1860. S. C. EAYEN. Belanghebbenden worden verwittigd, dat zij van af HEDEN hunne MEEKBAP kunnen doen bezor- gen in de MEESTOOP, staande te Haarlemmermeer, Sectie EE, N°. 16, Afdeeling RijJcaan den Grind- weg en Spaarnwouder Togt, wijl men voornemens is eerstdaags met het droog en van MEEKEAP een' aanvang te maken. Gegadigden adresseren zieh aan ADEIAAN GOOEDEN, Broogeraldaar. Amsterdam, 10 en 12 September. Vee. Runderen le kwal. 180 a 210, 2e kwal/ 170 a 200, 3e kwal 1G0 a 180; Melk- en Kalf-Koeijen f 150 a f 200. Schapen 28 a 34. Varkeris 52 a 56 cents per Ned. ffi. Boter per 40 Ned. ffi: Friesche f 46 a 49, Kuindcr 48 a 49 Kamper 48 a 50, Deventer f 42 a 46, Zvvolsche f 46 a 49. Hooi en Stroo. Langstraats Hooi 16£ a 19, Kamper- Eitands dito 14£ a 17£, Koe dito 11£ a 15; Rogge Stroo 12£ a 14, Tarwe dito 11| a 13£. Kaas. Goudsche geschept/12 a 13. Granen en Zaden. Tarwe zonder handel. Rogge dadelijk onveranderd: 125/126 ffi Pruissische /213, 216; 115 ffi ja- rige Petersburger f 174. Op levering iets flaauwer. Boek- weit lager verkocht: 120 ffi nieuwe Gooische 235. Kool-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 3