- 188
Haarlemmermeer-Poldcr.
■HHH
B O TER-Y ERYALSCHING.
ik het genoegen lieb bij dezen te beantwoorden
vooraf echter moet ik aanmerken, dat ik onderstaande
mededeeling den 15 den September ter beschikking heb
gesteld van den algemeenen secretaris der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, en den lsien dezer, op
verzoek van een der leden, van het bestuur van het
Genootschap ter Bevordering van Nijverheid, te Onderden-
dam (provincie Groningen).
De eerste proef welke met mijn maaiwerktuig op
den llden Augustus genomen werd, is u bekend
(zie Weekblad N°. 34), den 3den werd het werk her-
vat, maar het werktuig werd nu met 4 paarden be-
spanneneen zamenloop van omstandigheden maakte
zulks noodzakelijkals veel stroovoor de bezaaijing
diep losgewerkte grond en aanhoudende regen. Om
de afwijking van het werktuig zooveel mogelijk te
verminderenliet ik het voorspan aan het vooreinde
van den dissel trekken. Van den 13den Aug. tot den
7den Sept. heb ik 124 uur gewerkt, of met alle
oponthoud er bij gerekend 15.5 dag, dus per dag
8 werkuren; gedurende dien tijd heb ik afgemaaid
37 bunders tarwe en 27 bunders haver, te zamen
64 bunders, doch wegens de ligging van mijn land
was ik genoodzaakt l/8 van het geheel te laten zig-
ten, dus blijft het werkelijk gemaaide 56 bunders,
Stel ik nu 2 man en 4 paarden op 7 en een jon-
gen op 0.50 per dag, dan krijg ik voor het be-
noodigde personeel en paarden in 15.5 dag a,/7.50 te
zamen/116.2 5, of per bunder--^— 2.073. Het zig-
ten heeft mij in de laatste jaren gekost/6.50, dus
met het werktuig goedkooper 4.42s, of op 56 bun
ders bespaard 247.70; van de tarwe is gemaaid
19 bunders van twee en 18 bunders van eene zijde;
van de haver 23 bunders van twee en 4 bunder
van eene zijde. Bij droog weder zou ik met dczelfde
krachtsinspanning 10 uur per dag hebben kunnen werken
den 22sten Aug. maaide ik in 4 uren 2 bunders 31
roeden tarwe af, derhalve volgens bovenstaande re-
kening voor /1.62s per bunder, en daar er buiten-
gewoon veel stroo op stond, had ik zeker /6.75
moeten besteden om het te laten zigtenen werd
alzoo uitgewonnen in 4 uur tijds/ 15.59 l/t/3.75
/ll.S4%, behalve den tijd; doch hier houdt het
rekenen op, de waarde van den tijd regelt zich
naar het gebruikhetwelk er van gemaakt wordt.
Om des te beter te doen uitkomen, onder welke
omstandigheden deze uitkomst verkregen iszal ik
den toestand van mijn land iets nader beschrijven.
Ilet is verdeeld in kavels van p. m. 20 bunders,
besloot met slooten van 3.5 el; de kavels zijn door
scheid- en dwarsslooten verdeeld in deelen van zeer
verschillende grootte, doch alles ligt op akkers of
mijtjes (provincie Groningen), ter breedte van 12 tot
15 el, begreppeld met greppels van 12 palm wijd
en 11 palm diep; de akkers zijn verdeeld in drie
ploegakkers alles is voor de bezaaijing getweevoord
ter diepte van 25 tot 35 duim, zoodat er op elken
akker twee diepe ploegvoren zijn; op het eene einde
zijn de greppels open. Om op elken akker maar den
pad te laten zigten, werkte ik, waar van twee zijden
gemaaid kon worden, om twee akkers heen, maar
nu moest ik bij elken omgang met het werktuig over
de greppel. Dit bezwaar werd evenwel gemakkelijk
opgeruimdeen post of bat (prov. Groningen) werd
langs de greppel gelegdzoodat de leggers tegen
de kanten der greppel kwamen te liggenenom
de overgang des te gemakkelijker te makengebruikte
ik een kolder van 8 a 10 voet lengte op het eene
einde aangeseherptdeze kolder werd door den be-
geleider van het werktuig bij elken overgang aan het
eene einde opgeligtzoodat de punt min of meer in
den grond drukte, waardoor het oprijden zonder ge-
vaar kan geschieden. Zoodra het kleine wiel boven
de greppel kwam, werd de kolder losgelaten en de
draaiboom sleepte tot dat het wiel weer grond raakte.
Deze behandeling van den kolder is beter dan dezelve
rte laten liggen, daar bij elken overgang de geschikt-
ste plaats naar den stand van het werktuig kan wor
den gekozen.
De ploegvoren waren evenwel meer hinderlijk; op
akkers die ik wegens de breedte in vijf zwaden had
kunnen afmaaijenmoest ik nuom de ploegvoor
te vermijdentwee maal een half zwad, derhalve
zeven omgangen op de twee akkers, doen; dit
veroorzaakte vooreerst oponthoud en hier komt nog
bijdat het werk met een half zwad veel minder
goed geschiedt dan met een vol zwad bij een vol
zwad wordt alles gaandeweg door den haspel op den
cilinder gebragt en door den derden cilinder geregeld
nedergelegdbij een half zwad heeft het stroo ruimte
om op den tweeden cilinder terug te vallen en alzoo
cen halven slag te keeren, eer het op den grond komt
te liggenen daar het zwad de helft ligter iszoo
wordt het binden zeer lastighetwelk bij een vol
zwad geen bezwaar oplevert.
Het werk werd zoo volmaakt goed verrigtdat de
beste van de 20 a 25 zigters, die ik aan het werk
hadop het terrein bekennen moestdat het hem
onmogelijk zou zijn het zoo goed te maken.
Om het maaiwerktuig met goed gevolg te gebrui-
ken, is het noodig, dat men de breedte van de
ploegakkers regelt naar de behoefte van het werk-
tuig. Op nieuw ingedijkte polders of drooggemaakte
gronden, waar het land op akkers of mijtjes ligt
is het verkieslijk de zaaivoor rond op te ploegen
of in twee ploegakkers naar de greppel toe, zoodat
men in het midden eene voor verkrijgt, die bij het
zaaijen met de egge onschadelijk gemaakt kan wor
den op binnenlandhetwelk wegens de vochthou-
aendheid van den grond gewoonlijk op smalle akkers
wordt geploegdbepale men de akkers op 5 omgan
gen of 9 voet breedtehetwelkmet de voor er bij
gerekend ,±11 voet zal wordenlaat men nu op
den eersten akker 4 voet afzigten hetwelk voldoende
is om er met het werktuig langs te rijdenen het
eerste zwad is afgemaaid, zoodat er 1 voet voor de
ploegvoor blijft staan dan reikt men bij het maaijen
van het tweede zwad 3 voet over de voor, het
welk voldoende is om or de derde maal met het
maaiwiel langs te rijden. Laat de grond toe bree
der akkers te hebbendan zorge men dat dezelve
telkens 5 ]/2 a 6 voet breeder wordenen men zal
zonder hinder kunnen maaijen.
Nog heb ik er bij te voegen hoe minder slooten
en greppelshoe beter doch die ze heeftlate zich
er niet door terughouden om het werktuig te koopen
ik heb er mede gemaaid over hoogten en laagten
op weeken grond en op land dat met keisteenen als
bezaaid lagen op vele stukken schuins door oude
slooten en greppels heenzonder dat er het gering-
ste deeltje aan gebroken of versleten is maar wie
een werktuig kooptkoope geen tweeslachtig ding
maar het maaiwerktuig van Burgess Key.
OosthueveUEd. Dw. Dienaar,
Pjlder Nieuwveenop WieringenH. Bosker.
den 19 October 1860.
Op bladzijde 178, N°. 42 van het Weekblad
van Ilaarlemmermeer vinden wij onder dezen titel
eene beredeneerde recensie van een besluit door de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw genomen. Eene
goed gevestigde reputatie, door het leveren van puik
beste boter te AmsterdamLeiden en Haarlemver
kregen hebbende, en wekelijks te Leiden de hoogste
markten bedingende, alwaar ik jaarlijks honderden
guldens in boter omzet, meen ik als deskundige het
volgende te mogen aanvoeren.
Volgens eene opgave van den hooggeachten burge-
meester P a b s t (zie Ilaarlemmermeer Weekblad N°. 42,
biz. 179) is is er sedert 1S56 in den Ilaarlemmer-
meer-Polder eene vermeerdering van 6473 bunders
groenlandhet toont vooruitgang in den landbouw
want de Haarlemmermeergronden zijn slechts voor
handelsgewassen, tuinbouw en groenland op den duur
met voordeel te gebruiken; de proeven daarmede in
het kleinzoowel als op grooter schaalmet erwten
boonen, uijen, kool, aardappelentopinambours
vlas, meekrap, karwei, klaver en kunstweiden heb
ben dit voldoende bewezen.
Daar het grasland ook bij den dikwijls hoogen
waterstand in den Ilaarlemmermeer-Polder eene be-
langrijke rol te vervullen heeft, zal het welligt niet
ongepast zijn op de hoofdprodukten van het gras
land verkregen, namelijk de boter en de kaas, eenige
oogenblikken de aandacht te vestigen.
Wij juichen van ganscher harte den doortastenden
praktischen maatregel toe genomen door het hoofd-
bestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw,
om de botervervalsching te keerenen stemmen dus
niet in met het oordeel van den schrijver, die het
als een halve maatregel wil aangemerkt hebben.
Dat het van groot belang te achten is voor den
werkzamen landmandie in den Haarlemmermeer-
Polder op hooge lasten zit, of als huurder meestal
eene (te) aanzienlijke som moet verwonen, dat zijne
produkten naar waarde betaald wordenen dat waar
de Engelsehe machines en steenkolen aan de Hol
landsche werktuigen en brandstoffen voorgetrokken
worden, en daardoor in waarde stijgen, zijne zuivel-
produkten den algemeenen loop volgendeook we
gens hunne meerdere deugdzaamheid duurder betaald
worden, acht ik aan geen twijfel onderhevigen zal
niet eene in de hand gewerkte en goed georganiseer-
de concurrentie de waarde zijner produkten doen stij
gen in een woord: men bewijze mij: 1°. dat het
aankoopen van paarden, rundvee of andere handels-
artikelen voor buitenlandsche rekening geene stijging
der prijzen teweeg brengt; 2°. dat, waar de vraag
het aanbod overtrefter geene stijging in de prijzen
der produkten merkbaar is; 3°. dat, waar de vele
aanvragen de aangebodene hoeveelheden verre over-
treffen, eene volledige vrijheid in den boterhandel geene
aanleiding geeft tot oneerlijke handelingen of verval-
schingen in dien handel; 4°. dat het aanwezig
zijn van Haagsche kooplieden (bij toenemende aan-
vraag of schaarschte te Delft) in het boterhuis te
Leiden geene stijging der boterprijzen ten gevolge
heeft; 5°. dat de puik beste kwaliteit hier te lande
beter betaald wordt dan in het buitenland, en dat
te Haarlem de Meppelder kluit niet meer aftrek vindt
dan de Leidsche boter, niettegenstaande de kosten
van verzending; 6°. dat de mindere aftrek en
lagere prijsnotering der boter, zoo als die volgens
Teenstra's Almanak reeds sedert jaren te Groningen
(waar de boterbereiding als bijzaak beschouwd wordt)
merkbaar was, niet voor het grootste gedeelte te
wijten is door dat velen met de boter omgaan, die
van de bereiding van dat belangrijke produkt niet
het minste verstand hebben, door dat de rijk ge-
trouwde boerin zich schaamt daarmede hare handen
vuil te maken en het werk van meiden uitmaakt, die
er de zoo noodige Hollandsche reinheid niet bij be-
trachten en zich gaauw van de zaak afmaken, waar
door ten eerste het in hoeken en reeten aanwezige
vuil ransige boter doet ontstaan, en ten tweede de
slecht gezoute en niet genoeg doorgewerkte boter
te zout of te sterk isen door dat de in bemesting
bij het teelland achterliggende weilandenwegens
hun taai en spillig gras, boter van mindere hoeda-
nigheid leveren dan de goed bemeste, malsche en
saprijke, beroemde Hollandsche weiden; 7°. dat
de eerzucht der boeren niet opgewekt zou worden
door het aankoopen en verzenden van eene zekere
hoeveelheid puik beste boter voor de Londensche
markt8°. dat de daardoor geopende connectie
tusschen den Hollandschen veehouder dezerzijds en
den Engelschen handelahr geenerzijds, geene directe
boterverzending door den Hollandschen landman ten
gevolge zal hebben hetgeen de vervalsching van den
koopman als tusschenpersoon zou keeren;9°. dat
de gunstige werking bij het keuren van zilveren en
gouden werken ondervonden, op den boterhandel
schadelijk zal werkenen dat bij voorb. de Friesche
boer zijne waar slechter kan kwijt raken of minder
geld maakt dan de Hollandsche landman.
Door wrijving van gedachten wordt licht geboren
en hoe heviger deze mijne stellingen aangevallen wor
den des te liever zal ik ze verdedigen.
J. H. D. Koenen.
EENE GOEDE TIJDING.
Woensdag 31 October. Wij ontvangen heden van
een inwoner bij het Kruisdorp het berigt, dat de
hooge waterstand in den polder reeds is geweken.
De aanzienlijke verdampingvooral van vochtigen
grondgedurende de eerste dagen der weekheeft
zeker ook veel hiertoe bijgedragen. Maar toch blijkt
hieruit voldoende, welk aanzienlijk vermogen de stoom-
tuigen bezittenwelke massa water daarmede in en-
kele dagen uit den polder kan worden verwijderd
indienMaar wij willen niet hard vallen
en liever onzen dank betuigen dat zij die over die
werktuigen gesteld zijn in de afgeloopen week alle
krachten hebben ingespannen, om den Cruquius ein-
delijk in werking te brengen. Gedane zaken nemen
geen keer", maar bevatten toch wijze lessen voor de
toekomst.
OsTDERHOUD EER WEGEN".
Er komen herhaaldelijk klagten tot ons over den
slechten toestand der wegen. Het geregeld onderhoud
wordt ook ieder jaar meer verzuimd. Dit geldt zoo
wel van de niet begrinde dwarswegenwelke volgens
art. 7, der verordening op het inwendig beheer door
het Bestuur in voldoenden staat moeten worden on-
derhoudenals van de lengtewegenwelke volgens
art. 6 door de aangrenzende eigenaars tweemalen in
het jaar gelijk gemaakt, en, waar het gevorderd wordt,
geegd moeten wordennadat zulks bij publicatie
door Dijkgraaf en Heemraden is gelast. Die publi-