194 - $j| H Landbouw. Haarleminermeer. Ilaarlemmermeer-Polder. INKOMSTEN UITGAVEN VEE-VOEDER. TO f Gewone. t Buitengewone Gewone. Buitengewone -/ 23,544.42s. -» 24,038.50. Waarschijnlijk Nadeelig Saldof 494.075. Mijnheer de Redacteur! Niet zoo zeer ora bet belangrijke, dan wel om het curieuse der zaak, verzoek ik voor het onderstaande een plaatsje in uw geacht blad. Meer dan eens en nog zeer onlangs hoorde ik in alien ernst bewerendat men voor paarden met vier witte voetengeen tol zou behoeven te betalen. Wat hiervan zijwil ik geheel in het midden laten, doch zou gaarne omtrent dit oud gebruik of regt iets naders vernemen. Alleen wil ik doen opmerken dat de uitdrukkingvier witte voetenvrij onbe- paald ismoet hieronder toch letterlijk verstaan worden: „vier toitle hoeven voorzekerZulke paar den zijn hoogst zeldzaam. Bedoelt men er echter wit-gesokte paarden mede, in de wandeling witvoeten genoemddeze treft men meer aan en wel behalve onder de witten, bij de witbonten en vossen. Dat er overigens betrekkelijk weinig bonte paarden zijn, blijkt o. a. daaruit, dat op de laatste Beusichem- sche markt, waar een mijner bekenden zich been begaf met het bepaalde doel om een bont te koopenonder de 1384 paarden dien dag aanwezig, slechts twee bonten warenwaarvan hij er dan ook een kocht, die mede rondom witvoet is. Groot schijnt verder de invloed van den vader op de kleur van het veulen te zijn; althans nadat eenige jaren geleden een moorkop dekhengst in dezen polder aangehouden werd, ziet men dat soort paarden in deze omstreken meer dan ooitdoch keeren we tot ons onderwerp terug. Het alleropmerkelijkste in de besproken worden de zaak is, dat reeds de oude Romeinen hunne aan- dacht op de witte teekens der paarden gevestigd hebben en zelfs, bijgeloovig als ze waren, uit de gedaante en plaats dier teekens, den ruiter geluk of ongeluk voorspelden. Zoo waren volgens hen gelukaanbrengende teekens de navolgende Een ster of kolzonder eenig ander teeken. De linker voorvoet wit, met of zonder kol. Twee witte achtervoeten gepaard met een kol of bles. Twee achter- en eene voorvoet wit. Aan alle vier de voeten een weinig wit. De hermelijnvoetenenz. Ongeluk-voorspellende waren daarentegen de vol- gende teekens, als: Een bles die zich over de geheele boven- en on- derlip uitbreidt. De hooggelaarsden. De beide voorvoeten alleen wit. Wanneer aan eene zijde van het paard de voor- en achtervoet wit waren. De regter voor- en de linker achtervoet wit, en omgekeerd. Het aller ongelukkigste teeken was de regter achtervoet alleen wit het paard mogt voor het overige een kol of bles hebben, al of niet; men hield het er voor, dat zulke paarden slechts door toovenaars konden bereden worden, tenzij men zich aan de grootste ongelukken wilde blootstellen. Het paard van den Romein Sejus had zoodanig onderscheidingsteeken en van daar dat te Rome een paard met een witte rechter achtervoet eqims Se- janus genoemd wordt. Al de bezitters van dit paard 't welk van eene uitstekendc schoonheid moet geweest zijnte Argus in Griekenland geboren was en voor den ongehoord hoogen prijs van 100,000 Sesteriend. i, voor on- geveer 16 a 17 duizend hollaudsche guldens aan- gekocht werdkwamen op eene gruwzame wijze om het leven. De eerstemet name Sejus of Cejuswerd door Marcus Antonius gedood. De tweede, Donna Bella, werd bij een oproer in Syrie vermoord. De derde bragt zich zelven om 't leven, na den slag bij Philippi tegen Octavius geleverd; hetzelfde deed ook de vierde bezitterMarcus Antonius, toen hij zich door Octavius overwonnen zag. Ik voor mij zou een paard om een witvoetje meer of minder niet haten; iutegendeel, ik zie ze wel gaarnehet zet iets levendigs bij en ze zijn ook een goed onderscheidingskenmerk; doch moet ik ook mee- deelen, dat de ondervinding mij geleerd heeft, dat onder gelijke omstandighedeneen paard aan een wit been eerder of meer kreupel wordt, dan aan een donkerharigen ben dus wel geneigd aan te nemen, dat even als witharigheid over het geheele ligchaam op algemeenezoo ook plaatselijk wit haar, op plaatselijke zwakheid duidt; en hebben ook daarom de Arabieren geen ongelijk, die als een der voorwaarden van onvermengd ras stellendat het paard volkomen geheel eenkleurig moet zijndus ook zelfs niet zwart gelaarsd, zooals men dit veel bij onze bruinen ziet. Nieuwveen. VAN HULST. Men weet dat in navolging van de Revalenta Arabica, tegenwoordig ook in Engeland bijzonder toebereid voeder voor het vee verkocht wordt. In het laatste halfjaar is deze nieuwigheid ook in ons land ingevoerd en zijn er, blijkens advertentien in de dagbladen, ook liier depothouders van dit Engelsch fa- briekaat. Men heeft de landbouwers reeds gewaarschuwd om zich voor die opligting in acht te nemen, wijl deze voedermengsels niets bijzonders bevattenmaar alleen tegen veel hoogeren prijs verkocht worden dan de werkelijke marktwaarde is der verschillende meel- soortenwaaruit zij zijn zamengesteld. Om nu echter de koopers te lokkenschrijft men aan zulk voeder allerlei bijzondere eigenschappen toe, als b. v. dat het de eetlust prikkelt en de spijsvertering bevordert, dat daardoor het vee van het overige voeder veel meer voordeel trekt, dat men daarbij zelfs gerust bedorven hooi kan voederenen dergelijke meer. Al die groote voordeelen worden dan door een aantal attesten van landbouwers, en er staan vele wegen open om die te verkrijgen, bevestigd en door tal- rijke aankondigingen met veel ophef vermeld. Maar daar het geloof aan die attesten niet zeer groot meer schijnt te zijn, zoo hebben deze heeren nog een ander en slimmer middel bedacht om zich een ruim debiet van hunne waar te verschaffen. Zoo adverteert Simpson thansdat hij bij eene aanstaande tentoon- stelling in 1861, een extra prijs van 550 uitlooft voor het beste stuk vet vee dat met zijn meelvoeder zal zijn gemest, en somt nog eens al de groote voordeelen van dit fabriekaat op. Het is onbegrijpelijk dat er nog zulke kortzigtige menschen kuunen zijn, die niet inzien dat, als zij dit voeder koopen, op den prijs daarvan niet alleen eene ferme winst voor den fabriekant moet overschietenmaar ook nog heel wat om al die advertentien en zulke prijzen te betalen. Waar het eene kwestie van gezondheid is, laat het zich begrijpendat men zijn geld er aan waagt en het eens beproeven wil, maar bij het vee, waar het toch alleen om geldelijke winst te doen is, komt men goedkooper aan den oliemolen of bij zich zelf te regt. Wij hopen dus dat niemand zich door die aankondigingen in de dagbladen zal laten verleiden om de wonderkrachten van zulk voeder to beproeven of, als hij het doet, laat hij dan eens eene naauvvkeurige vergelijkende proef nemen en b. v. eene melkkoe hier- mede voederen en eene andere voor even veel geld aan lijnkoekenboonen- of roggemeel geven. Na een week of veertien dagen zoo gevoederd te hebben geve hij aan de eene melkkoe wat de andere ontving en omgekeerd. Op die wijze kan men het best zien bij welk voeder de emmer het best gevuld wordt. Naar alle gedachten zal dan het antwoord op de proef wel zijn: Wacht u voor schade neren dat het vorig jaarten gevolge van de daar- over gehoudea beraadslaging in de Tweede Kamer de daarvoor gestelde som van 8000 tot op 2000 was verminderd (zie N°. 2 van het WeeHlad). In de memorie van toelichting wordt gezegd dat men zonder in den bekenden strijd tusschen het belang van den landbouw en de jagt tot eene blijvende beslissing te willen komenalleen eene proef wenscht te nemen of de premien niet zouden kunnen verval- len zonder dat daaruit een overwegend nadeel ont- staat voor het jagtveld. De spaarzame toekenning van premien in het vorig jaar had nog geen merk- baren invloed op den wildstand uitgeoefend. Wie in deze kwestie belang stelten wenscht te we- ten op welke wijze de belangen van den landbouw door het toekennen van premien worden benadeeld leze het uitvoerig en goed geschreven artikel van den heer O. P. Hondius: „1Vat is meer? Landbouw of Jagt. Over liet schadelijk gedierte der wet op de jagt en visschenj in het algemeen en over de Muizen- en Wezelskwestie in liet bijzonder"voorkomende in het October-nommer van den Friend van den Landman. In den Gemeenteraad van Groningen van 27 Oc tober is besloten om 6 aandeelen, elk a 1000. te nemen in de Maatschap der Landhuishoudkundige School. Zaturdag 10 November Koemarkt te Velzen. Maandag 12 St. Maartensche Paardenmarkt te Oorinchem. Dingsdagl3 St. Maartensche Beestenmarkt te Gorinchem. Zaturdag 24 Koemarkt te Velzen. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: van 23 October tot en met 6 November 1860 GEBORENLeendert, zoon van G. Kouw en M. Verhoef. - Willemina, dochter van L. Visser en J. van Gielst. Corne lls, zoon van D. Duivenvoorden en S. v. Leeuwen. Fijkje dochter van P. Donkersloot en J. v. Sprang. Jannigje Pie- tertjedochter van B. Labrijn en J. Visser. - Corneliszoon van E. Blommesteijn en E. Heijns. Christians Joannes Bernardus zoon van M. van Gils en M. T. Meijer. An- thonie Thobiaszoon van F. de Jong en M. van Atte. Adrianus Gerarduszoon van G. Roest en J. Lex. Gerrit zoon van A. Oosthoek en M. Vis. Lijsje, dochter van Jan van Wijk en P. den Hartog. Marijtje, dochter van C. J. Kroon en D. Kempenaar. Antje dochter van N. Ouwer- kerk en J. Biesheuvel. - Abraham, zoon van J. Kneppers en M. van Veen. Maarten, zoon van Joost in 'tVeld en T. van Wijk. Hermina Elzelina, dochter van H. E. Brinkman en A. v. d. Dikkenberg. OVERLEDEN Alida Maria, oud 1 jaar, dochter van H. van Doorn en A. Smit. Adriana van Vliet, oud 44 jaren, gehuwd metW. Bijl. Jan, oud 23 jaren, zoon van A. Slobbe en N. Karman. Jan, oud 1 maand, zoon van J. Ravesloot en P. Bienzes. - Martinus Faneman, oud 60 jaren, gehuwd geweest met J. M. E. van Castrop. Janfje, oud 6£ jaar, dochter van J. Splinter en M. Vink. Wolmet, oud 4 we- ken, dochter van C. Betlem en Civ. Eiken. Teuntje, oud 4 weken, dochter van B. Buurman en L. v. d. Stam. Jo- zinusoud 3 wekenzoon van J. v. d. Berg en M. Overweel. Catharina van Saasenoud 51 jaren, geh. met P. Binkhorst. LEVENLOOS AANGEGEVEN: geene. ONDERTROUWD J. Pclle met J. C. Slagmolen. S. van der Ban met M. Buis. T. van Ravesteijn met E. van Kou- terik. H. Gerritsen met P. Timmers. J. Sander met M. Wijtkamp. GEHUWD J. van Echdom met J. Lomboo. J. de Win ter met J. Manshanden. G. IJzermans met II. Bakkers. A. Deders met P. Tou. J. Evers met M. Reijneveld. M. Sterk met A. van der Stroom. Op de begrooting voor 1861 zijn de premien voor het schadelijk gedierte (voor het jagtveld) voor memorie uitgetrokken. Onze lezers zullen zich welligt herin- In de op den 26sten September 1860 te Haarlem gehoudene vergadering van lloofd-Ingelanden van den Llaarlemmermeer-Polderis 1°. kennis genomen van een schrijven van Burg, en Weth. van Haarlem, geleidende een besluit van den Raad dier Gemeente, betreffende het leggen van Vervolg op het Bijvoegsel.) Drukkerij van Bonga C°. Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1860 | | pagina 4