WEERBLAD
van
1860.
Vrijdag, 23 November.
Nv.,47,
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Hoofdredacteur: C. E. DE CLERCQ.
Leidt do weg tot het doel?
HAARLEMMERMEER,
Abonnementen
worden aangeuomeu bij de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam,
J. J. VAN BREDERODEHaarlem,,
bij den Ileer BRIEVENGAARDER te Haarlemmermeer
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in het Rijk.
De Phijs is J 6, in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advebtentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.,
e a ve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
Toen het plan tot de uitgifte van een Weekblad
werd opgevat, om in eene reeds te lang gevoelde
en meer dan dringende behoefte te voorzien, waarvan
wij in het eerste N°. rekenschap gavenhebben wij
ons gewend tot den Burgemeester en den Dijkgraaf,
om het plan te bespreken en hunne medewerking in
te roepenten einde ons en daarmede ook onze
lezers in staat te stellenom een juist oordeel om-
trent den gang van zaken te verkrijgen. Eeeds te
lang werden van alle zijden onbillijke beschuldigingen,
uit onbekendheid met de zaken voortgevloeidverno-
men. Goede verstandhouding en geest van zamen-
werking tusschen het Polderbestuur en de ingelanden
ontbraken in de gemeente was de verhouding
tusschen den Burgemeester, het gemeentebestuur en
de gemeenteleden nog veel ongelukkigerin de plaats
van zamenwerking tot een doel, was daar zelfs eene
bepaald vijandige verhoudinu: ontstaandie dikwerf
aanleiding gaf tot de meest kleingeestige plagcrij vcm
weerszijden. Het algemeen belang, dat van den
vreedzamen stillen burger, die wars van alle onaan-
genaamheden deze ontwijkt en zijnen tijd aan nuttigen
arbeid of aan de opvoeding zijner kinderen en die
van zich zelven wijdt, moest daaronder ernstig lijden.
Ook bij dezen was dientengevolge een groot mis-
noegen en mismoedigheid merkbaar. Ieder onpartijdig
man gevoelde, dat indien de Polder niet telkens aan
nieuwe rampen zou blootstaan, indien de ingelanden
en inwoners spoedig alien onder anderen het genot
van goede wegen en voldoende gemeente-instellingen
zouden hebben, waartoe zij toeh alien hunne bijdragen
in den vorm van polderlasten of plaatselijke belastingen
opbrengen, er met het verledene moest worden ge-
broken en eenen anderen weg ter bereiking van het
doel moest worden ingeslagen.
Goede verstandhouding en geest van zamenwerking
mqesten de plaats innemen van misnoegen, wrevel,
wantrouwen.
Wij hebben getraeht tot dit doel mede te werken
door de oprigting van het Weeleblad. Niets kon
die goede verstandhouding en geest van zamenwer-
„king meer bevorderen, dan openbaarheid der han-
delingen en gelegenheid tot het uiten en bespreken
van de bezwaren der belanghebbenden. Wij brengen
dan ook onzen dank (zoo schreven wij) aan den
Dijkgraaf, die zich bereid verklaard lieeft, ons wat
het eerste befreft behulpzaam te willen wezen en
ons in staat te stellen onzen lezers geregeld mede-
deeling te doen van
„1°. den stand van het polder- en boezemwater;
2°. de werking der stoomtuigen;
3°. de besluiten genomen in de vergadering van
Hoofdingelanden
4°. de aankondiging en den afloop van alle ver-
pachtingenaanbestedingen enz.
voorts van al wat strekken lean om de ingelanden
op de Aoogte te houden van lietgeen ten behoeve
van den polder verrigt werd of nog te doen valt."
Wat de gemeente betreft uitten wij de hoop, dat
alle ingezetenen in de eerste plaats tot haren bloei
zouden trachten bij te dragen. „Wij hopen (zoo
„lezen wij) dat ons blad daartoe krachtig zal mede-
werken en voelen ons daarin sterk door de be-
langstelling, die het Hoofd der gemeente wel aan
onze onderneming wil betoonen. De officiate mede-
deeling en plaatsing van alle stulcken en bescheiden,
voor de gemeenteleden van belang, is ons dan ook
toegezegdzoodat in het weekblad geregeld zullen
verschijnen
1°. de publication, verordeningen enz. der ge-
meente
2°. uittreksels uit den Burgerlijken Stand;
3°. een kort verslag der zittingen en de beslui-
ten van den Gemeenteraad."
Yoor de behandeling en bespreking der polder- en
gemeentezaken stelden wij de gelegenheid voor alien
open, mits zulks steeds in gematigden geest geschiedde
en niet in heftige uitvallen tegen en kleingeestige
bedilzucht van de handelingen der verschillende be-
sturen ontaarddedoch wij meenden dat bij volledige
openbaarheid, de ingelanden en gemeenteleden wel
vrijmoedig hunne bezwaren zouden uiten, maar dat
er voor eenen onwaardigen geest van tegenstand en
gisping geene vrees behoefde te bestaan.
den Burgemeester, den
van het weekblad voor de vers^fujnfl'l van6 ue?reBilfl
nornmer gehoudenwerd aan beide heeren de vraag
gedaanof de beloften, in N°. 1 van het Weekblad
vervat, hunne goedkeuring wegdroegen en of er op
mogt worden gerekenddat wij door hen in staat
zouden worden gesteld onze belofte na te komen.
Die vraag werd toestemmend beantwoordwel wer
den enkele bezwaren ingebragt tegen eene geheel vrije
behandeling en bespreking der polder- en gemeente
zaken, maar het sprak van zelf, dat deze werd ge-
handhaafd binnen de grenzendie de redactie daartoe
zelve gesteld had. Afkeerig als wij zijn van alien
strijd tegen personenbehoefde er dan ook bij de
heeren geene vrees te bestaan, dat de gelegenheid
hiertoe door ons in mime mate zou worden geopend
en ongevraagd gaven wij bovendien de geruststellende
verzekeringdatindien er stukken ter plaatsing mog-
ten worden ingezondendie meer persoonlijken strijd
dan het belang der zaken ten doel hadden wij aan den
Burgemeester en den Dijkgraaf de moeite zouden be-
sparen om zelf daartegen op te komenindien zij
ons slechts in de gelegenheid stelden door volledige
inlichtingen de onjuistheiden daarmede de onregt-
matigheid der ingebragte grieven helder in het licht
te stellen.
Wij meenden, dat op die wijze aan den polder
en de jeugdige gemeente eene belangrijke dienst kon
worden bewezenomdat langs dien weg een einde
zou zijn gemaakt aan onbillijke grieven en beschul
digingen die van verschillende zijden in de gewone
dagbladen van tijd tot tijd het licht zagen, en die
ons toeschenen niet tot het doel te kunnen leiden.
Wanneer men eenmaal, met een bepaald doel voor
oogeneene taak heeft op zich genomendan is het
wenschelijk van tijd tot tijd eens terug te zien op
den reeds afgelegden weg. Belofte maakt scliuld. Leidt
de weg tot het doel? Zijn wij te kort geschoten in
de taak, die wij op ons hebben genomen?
Hoewel wij, wat de polderaangelegenheden betreft,
gegeven hebben wat wij kondenmogen wij niet ont-
veinzen, dat aan de gegevene belofte nog vrij wat
ontbreekt, indien wij bedenken, dat al wat streh
kan om de ingelanden op de hoogte te houden van liet
geen ten behoeve van den polder verrigt werd of nog
te doen valt, zou worden medegedeeld en zij in
staat zouden worden gesteld, om met kennis van
zaken en in gematigden geest hunne eigene belangen,
dat zijn ook die des polderste bespreken.
Maar wat hebben wij gedaan of kunnen doen ter
bevordering der gemeente belangen Niets De opga-
ven van den Burgerlijken Stand zullen zeker niet in
staat zijn, om een beteren geest van zamenwerking
tusschen de gemeenteleden en het gemeentebestuur in
het leven te roepen; en dat deze dan ook niet be-
staat, bewijst onder anderen het voorgevallene op de
laatste vergadering der afdeeling van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouioom slechts een feit uit
eene aanzienlijke reeks te releveren.
Wij beslissen niet aan wie de schuld ligt. Maar
dit weten wijdat wij niet aan onze belofte hebben
voldaan. De mededeeling en plaatsing van alle stuk
ken en bescheiden voor de gemeenteleden van belang
de publicatienverordeningen enz. der gemeentehet
verslag der zittingen en de besluiten van den gemeente
raad zijn nagenoeg geheel achterwege gebleven; en
hetgeen wij te dien opzigte in den laatsten tijd nog
i\S.WrL?n. jmedegecleeldis ons uuui ecu aoi
De door ons ingeslagen weg leidt blijkbaar niet
tot het doel. Hebben wij den goeden weg niet in
geslagen? Waarom niet?
De gemeentewet heeft immer3 openbaarheid voorge-
schreven, en wij verlangden derhalve niets nieuws.
Zijdie aan het hoofd eener gemeente staanindien
het hun niet aan lust en veerkracht ontbreektom het
algemeen belang der gemeenteleden krachtig te bevor
deren kunnen zeker in die openbaarheid het meest
afdoende middel vinden, om hunnen zedelijken invloed
uit te breiden en zelfs den vijandigsten tegenstand te
ovenvinnen.
Overtuigd als wij hiervan zijn, hebben wij dit ook
in Haarlemmermeer mogelijk geacht; al wat goed en
edel denkt, sluit zich aan aan den man, die open
en krachtig strijdt voor de belangenwelke aan zijne
zorg zijn toevertrouwd.
Vertrouwen in de kracht der openbare meening
waar die op kennis der waarheid berustis in onzen
tijd een onmisbaar vereischte in regeringspersonen en
vooral in hen, wie eene moeijelijke taak op de schou-
ders gelegd is.
Kegeringspersonendie de openbare meening tegen
zich hebben, worden ook in hunne beste pogingen dik
werf verlamdindien zij het talent missenom die
meening door hunne handelingen gunstiger voor hunne
bedoelingen te stemmen. Hijdie bewust van het
goede doelwaarnaar hij streeftmet ridderlijke open-
heid en mannelijke kracht den strijd, dien hij heeft
te voeren, aanvangt en volhoudtheeft de openbaarheid
lief als zijnen getrouwsteu en magtigsten bondgenoot.
Aan wie ligt de schuld, zoo wij tot nog toe in
onze verwachting zijn te leur gesteld?
Wij weten dat wij onze belofte niet hebben ver-
vuld, omdat wij daartoe niet in staat zijn gesteld,
en naar het schijnt moeten wij dus ter bereiking van
het doel eenen anderen weg inslaan, waarbij wij de
zekerheid erlangendat wij niet op nieuw te kort
schieten in de taakdie wij op ons hebben genomen.
Daartoe roepen wij ook de medewerking in der
gemeenteleden, die met ons instemmen, dat de bloei
der gemeente ook door hunne pogingen krachtig kan
worden bevorderden die daartoe met ons in gema
tigden geest en met kennis van zaken hunne belangen
in het openbaar wenschen te bespreken.